Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 748 van 1112

...  736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761  ...
[13] Men staat op van tafel en begeeft zich naar buiten, bijvoorbeeld op een kleine berg of in een mooie tuin, waarde ziel dan gevoed wordt door de mooie vormen, het gezang van de vogels en door de etherische, voor de ziel welriekende geuren van de bloemen, en met meer van zulke aangename dingen voor de ziel.
Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Maar wanneer iemand dat lang genoeg heeft aanschouwd en daarmee zijn voordien hongerige ziel voldoende heeft verzadigd, dan zullen ook die heerlijke spijzen de ziel weldra weer beginnen te vervelen, en hij zal spoedig naar huis gaan verlangen om zijn lichaam dat door de bevrediging van de ziel hongerig is geworden, weer een nieuwe versterking te verschaffen door middel van een goede spijs, of in het gunstigste geval begint zijn geest zich te roeren en zal via de ziel tegen het lichaam zeggen: `Ik heb een geweldige honger!'
Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Maar wat is het vuur? Het is de begerige liefde. Wat is het licht? Het is de gedachte die zich in het hart duidelijk uitspreekt. Wat is de waarheid? Zij is het uitgesproken woord dat uit het vuur en het licht voortkomt!
Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[22] Hier zweeg de Spreker. En allen verbaasden zich over zijn wijsheid, en Lamech raakte bijna buiten zichzelf.
Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Aan de andere tafel, waar de Spreker zich bevond, zaten enkelen die wat hardleers waren. Zij wendden zich met de volgende enigszins domme vraag tot de Spreker:
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zie, je zegt: het woord ontbindt de vaste stof in haar innerlijke grondvormen en door de beschouwing daarvan voedt de ziel zich; en wanneer de vormen dan tot in de innerlijke kern worden ontbonden, zodat wij daarin de zin van het geestelijke ontdekken, voeden wij daardoor de geest.
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] De Spreker stond op en zei tegen de goed menende critici: 'Richt de ware wijsheid zich naar de eeuwige waarheid, of naar de zwakte van de wereld? - Welk antwoord wil je Mij dan op deze vraag geven? Laat degene van jullie die de wijsheid bezit, spreken! -
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Had Ik dan niet gesproken van een innerlijk levend woord der liefde vanuit het hart, dat zich allereerst in heldere gedachten of zielsvormen uitspreekt en dan overgaat tot de spraak van het gezicht en pas dan, indien het nodig is vanwege de zwakte van de mensen met slechts grove zintuigen, in de spraak van de mond, opdat de grove zintuigen van zulke zwakke mensen door de herhaaldelijke voeding van hun geest in hen, verfijnder worden, en ze dan met meer verfijnde levendiger zintuigen de dingen in hun waarheid zien en daardoor steeds meer hun geest voeden, opdat hij als het eigenlijke leven in de mens opstaat en een volkomen heer is in zijn huis, - terwijl als hij zo gevormd is als, naar het nu blijkt, in jullie, hij niet meer is dan een nietszeggende knecht van de materie, van het gericht en dus ook van de dood?!
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na een tijdje stond een van de critici dan toch op en richtte zich met de volgende woorden tot de Spreker: 'Luister, lieve vriend en broeder! Dat je kennelijk wijzer bent dan wij allen aan deze tafel, dat heb ik, en zeker wij allen, nu uit je woorden opgemaakt. En daarom ben ik er bij voorbaat al van overtuigd dat je de volgende belangrijke vraag voor ons allen zult oplossen; daarom vraag ik je mij te willen aanhoren!'
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar aangezien hij ook spoedig merkte dat deze Spreker zich niet zo gemakkelijk zou laten afschepen, begon hij langzamerhand in zijn hart een heel andere toon aan te slaan.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Jij denkt dat de mens zich zonder woorden voor zijn medemensen niet begrijpelijk zou kunnen uitdrukken en daarom is volgens jou het woord van de mond de voltooiing van het stille gedachtewoord in het hart, omdat de mens zich daardoor pas als mens manifesteert ten opzichte van alle andere schepselen van de aarde; en daarom zou men God de Heer altijd alleen maar met de voltooide woorden, maar niet met de innerlijke, slechts de geest bevredigende gedachten of gevoelswoorden moeten aanbidden en danken en loven en prijzen.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zie, dat is nu juist de totaal verkeerde weg! Juist doordat de mens een dienaar van de zintuigen en de wereld is geworden en zich naar buiten heeft gekeerd, is hij ook in de uiterlijke taal van de mond terechtgekomen en kan nu zijn broeder niet anders begrijpen dan door het woord van de mond, dat op zichzelf niets anders is dan alleen het aller buitenste van de schors van een boom.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] En Lamech uit de laagte begon zich geweldig achter de oren te krabben, en zou graag weer een opmerking hebben gemaakt, maar de Spreker was nog niet klaar; daarom wachtte hij dan ook geduldig op de afloop van deze zaak.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar wanneer je God belijdt in je hart, dat wil zeggen door je levende liefde tot Hem, en je bidt op die wijze in de geest en in de waarheid tot Hem, dan zul je je huidige onvrije geloofsgericht, waaruit nooit heil voor je zal voortkomen, van je afschudden, en je zult daarvoor in de plaats overgaan tot een levend geloof, dat wil zeggen in een levend aanschouwen van je geest in je, waarin zich immers tenslotte al je levenskracht moet verenigen wanneer je eeuwig leven wilt.
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Want het staat toch vast en is volgens de orde volkomen zeker, dat de geest van de mens het meest innerlijke is, zoals ook de levende kiemvonk zich in het meest inwendige van iedere vrucht bevindt.
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761  ...