Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 76 van 91

...  64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89  ...
[4] Ik zeg: 'Luister, allen die door de materie gevangen zijn, rusten onder deze grafmonumenten, die het gericht over alle materie voor hen heeft geplaatst als eeuwige herinnering aan Mijn oergoddelijke wijsheid, macht en sterkte.
Hoofdstuk 2: Gevangenen van de materie. Hoe moeten zij verlost worden? Voorstel van de franciscaan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] En op de negende trede leest hij verder: 'De pure liefde voor de vrouw is eigenliefde, want wie zich door de liefde voor de vrouw zo ver laat meeslepen, dat hem daarnaast de naastenliefde en de daaruit voortkomende liefde tot God tot last wordt, bemint zichzelf in de persoon van de vrouw. Laat je daarom niet buitensporig meeslepen door het bekoorlijke uiterlijk van een vrouw, anders ga je ten onder in de zwakheid van de vrouw, terwijl toch de vrouw zich aan jouw kracht moet optrekken tot één wezen met jou en in jou! Zoals jij echter van een bepaalde eigenschap van jouw eigen wezen houdt, hou zo ook van de vrouw, opdat zij één mag worden met jou! Maar heb God lief boven alles, opdat je in zo'n machtige liefde voor eeuwig opnieuw geboren mag worden tot een waarachtige vrije burger van Gods zuiverste hemel en jouw vrouw als één wezen met jou!'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Hier en daar nog veel erger, maar hier en daar ook wat beter. Want zij allen hebben op aarde niet te klagen gehad over het feit dat zij over het geestelijke leven geen licht zouden hebben ontvangen. Omdat zij het licht niet in hun hart, maar slechts in hun hoofd opnamen en daarbij in hun hart de oude bokken zijn gebleven, vol onreine gedachten en ook nog vol hoogmoed en verborgen toorn, moeten zij in dit museum eerst weer helemaal opnieuw worden omgevormd. Helpen alle zachtzinnige ingrepen niet, dan moet helaas tot hardere worden overgegaan, anders zouden zij nooit gered kunnen worden. We laten deze nu maar rusten en gaan naar een ander graf!'
Hoofdstuk 4: Grafgeheimen en geneesmethoden aan gene zijde. De grote verzamelplaats van goddelijke genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Wanneer je oren hebt om te horen, luister dan: satan is oorspronkelijk geschapen als een geestmens. Toen hij echter door een wet zijn volledige vrijheid had moeten erkennen en aanvaarden, werd hij onwillig en viel door het verachten van de wet en dientengevolge ook door het verachten van God. Daar hij echter evenals Adam een stamvader van de toekomstige mensen voor de eeuwigheid had moeten worden, droeg hij ook, als een zaadkorrel, aeonen toekomstige mensen in zich en scheurde deze zodoende van Mij, zijn Schepper, los. Het gevolg daarvan was de materiële schepping van alle werelden, hetgeen een noodzakelijk gericht is. Hij kan zelf nog wel lang blijven wat hij is, maar de talloze kiemen van mensen worden hem langs de weliswaar harde weg door de materie ontnomen. Deze kiemen komen voort uit zijn gehele wezen; nu eens uit zijn haren of uit zijn hoofd, dan weer uit zijn hals, zijn tong, zijn tanden, zijn borst, uit zijn ingewanden, uit zijn huid, zijn handen en voeten. En kijk, al naargelang de betreffende mensheid uit het ene of het andere deel van de gevallen satan afkomstig is, moet zij ook in overeenstemming daarmee behandeld en geleid worden om het niveau van ware voleinding te bereiken.
Hoofdstuk 3: Belangrijke wenken voor het leven. Satan, stamvader van de materie en van alle mensenzielen. Gods verlossingsplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Heb je op aarde nooit gezien hoe allerlei soorten metaal en glas worden gemaakt? Als je ooit in een smeltoven hebt gezien hoe erts begint te gloeien en dan sissend en bruisend in een bekken loopt, wat zou jij dan voelen als je aan de mogelijkheid zou denken dat zo’n materie misschien een of ander primitief gevoel zou kunnen hebben? Wat een pijn moet zij dan ondergaan, als door het geweld van het vuur haar oorspronkelijke vorm totaal vernietigd wordt en zij gedwongen wordt om in een nieuwe over te gaan! Wanneer je het afgekoelde, sterke, blanke en nuttige metaal bekijkt, word je dan daarbij ook zo weemoedig? Kijk, dan beleef je vreugde en prijs je het verstand van de mensen, die door de macht van het vuur zo'n nuttig metaal en zo'n prachtig glinsterend glaswerk vervaardigen.
Hoofdstuk 3: Belangrijke wenken voor het leven. Satan, stamvader van de materie en van alle mensenzielen. Gods verlossingsplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Kijk, dat verklaart je het gevoel van je eigen leven, waaraan rust en beweging in even grote delen zijn meegegeven. Je kunt uiteraard gaan en staan, zitten of liggen. Wanneer je lang hebt rondgelopen en daardoor wat moe bent geworden, waar verlangt jouw leven dan naar?' - (Antwoord: 'Naar rust.') - 'Goed', zeg Ik, 'en je zoekt dan ook rust en neemt rust. Wanneer je echter helemaal uitgerust bent en levendige beweging om je heen ziet, zoals een kudde levendige lammetjes, vogeltjes die van tak tot tak wippen, een snelstromende beek en dergelijke meer, zeg Me eens, waar begint jouw leven, dat door de rust opnieuw gesterkt is, dan weer naar te verlangen?' - (Antwoord: '0, naar beweging, naar veel beweging!')
Hoofdstuk 2: Gevangenen van de materie. Hoe moeten zij verlost worden? Voorstel van de franciscaan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Daarop zeg Ik: 'Ja, zo is het! Kijk Robert, de eerste deur in de zuidelijke wand staat al open. Het nog veel sterker stralende licht dat door deze deur valt, toont aan dat we hier te maken krijgen met een voor jou nog nauwelijks te bevatten grotere zon dan die we het laatst hebben gezien. Daar zullen we ons dan ook bij het sluitstuk van de door Mijn wil en Mijn wijsheid geschapen en geordende materie bevinden.'
Hoofdstuk 149: Eerste deur inde zuidelijke wand. Overweldigend licht van een hoofd- en oermiddenzon. Haar reusachtige proporties. De daar levende wezens als zonnebalwerpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Ik zou het wel willen, maar jij hebt nog te veel ontzag voor materiële grootten en je zou bij de minste uitleg toch wat al te koortsig reageren. En het zou Mij leed doen, jou hier in Mijn rijk ziek te maken. Vraag je daarom af of je het allerkolossaalste uit het rijk der materie verdragen kunt; of je het aandurft. Dan wil Ik jullie dit beeld dadelijk wat meer ontsluieren.'
Hoofdstuk 151: Uitzicht vanuit de tweede deuropening in de zuidelijke wand. Het totaalbeeld van de materiële schepping. De grote Scheppingsmens als de verloren zoon. Diens wezen en bestemming. Gods eindeloze scheppingsvermogen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik heb u al enige tijd geleden in de zgn. 'Twaalf Uren'* (* 'Die Zwölf Stunden' is een reeds eerder door Lorber ontvangen geschrift.) getoond hoe de zaken staan. Als Ik u nu weer opnieuw zo'n onthulling zou doen, dan zou u grote vooruitgang in de wereldpolitiek en in de wreedheid ontdekken, en Ik zeg u: er is niet veel meer voor nodig om u weer opnieuw geheel in de tijd van Noach te bevinden, waar men tenslotte zelfs glazen huizen moest bouwen, opdat de mannen van de zeer geraffineerde politiek altijd zonder veel moeite konden gadeslaan wat de onderdanen deden.
Hoofdstuk 13: 'Want zoals de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn' .(Matth. 24: 37 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[25] Ik geloof dat dit ook weer duidelijk zal zijn; maar nochtans daarom de volgende keer opnieuw weer een centraalzon!
Hoofdstuk 14: 'Als zij dan tot u zeggen: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen. Zie, (Hij is) in de binnenkamers, gelooft het niet!' (Matth. 24 : 26) 'Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen'. (Matth.24:28) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Ik zeg: 'Kijk, ieder complex van zonnen- en wereldenuniversa, die zich in grote wijde banen om een oermiddenzon beweegt, wordt op enorme afstand van al die zonnen universa omgeven door een solide huls, waar geen materieel wezen doorheen kan dringen. Deze huls bestaat uit een diamantachtige, doorzichtige materie en is van binnen spiegelglad. Al het licht nu, dat van de talloos vele zonnen uitgaat en door geen aarde of zon wordt opgevangen, wordt dan door deze huls opgevangen en weer teruggekaatst. Daar zo'n huls echter mettertijd op haar binnenste spiegelvlak toch matter wordt, waardoor zij haar functie niet volledig zou kunnen verrichten, worden er vanaf deze oermiddenzon steeds zulke lichtbollen met de nodige kracht weggeslingerd, zodat ze te zijner tijd bij de genoemde hulsoppervlakte aankomen. Daar worden ze dan voor het reinigen van die huls gebruikt. De daar aanwezige schoonmakers zijn echter weer speciaal daarvoor bestemde grote en machtige geesten, die in groten getale voorhanden zijn. Want weet, alles wat er gebeurt in de hele oneindigheid, gebeurt door Mijn geesten en grote engelen. Mijn kinderen zijn echter het grootst en het machtigst van allemaal.'
Hoofdstuk 150: Verdere werkzaamheden van de vuurreuzen op de hoofd- en oermiddenzon. Geboorte van een grote al-middenzon. De omhullende schil van de grote verzameling van werelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Juist in deze globe, en daarin alleen op het stipje aarde, is nu het hele leven van deze grootste oergeschapen geest gekluisterd. Wil hij zich daar verdeemoedigen en tot Mij terugkeren, dan zal zijn oerleven weer worden vrijgegeven en deze grote mens zal dan zijn alsof er een totaal vrij leven door heen waait. Maar wil deze oergeest van Mijn schepping in zijn hoogmoedige koppigheid volharden, dan kan deze ordening, zoals ze nu is, ook voor eeuwig blijven bestaan. Of tenminste zo lang, totdat de hele materie zich in een nieuw, eindeloos verveelvoudigd zielen- en geestenleven zal hebben opgelost.
Hoofdstuk 151: Uitzicht vanuit de tweede deuropening in de zuidelijke wand. Het totaalbeeld van de materiële schepping. De grote Scheppingsmens als de verloren zoon. Diens wezen en bestemming. Gods eindeloze scheppingsvermogen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Alles wat jullie nu gezien hebben is groot voor alle hier in Mijn eeuwige rijk nog jonge bewoners, die nog te weinig in de eigen vertrekken van hun leven hebben kunnen schouwen. Maar raken zij eenmaal met hun innerlijke leven, dat is Mijn liefde in hen, meer vertrouwd, dan zal hun alles wat tot de gerichte materie hoort, heel klein lijken. Want de kleinste vonk van Mijn liefde overtreft al deze materie in een niet te berekenen verhouding, zowel wat betreft de werkelijke grootte als de hoedanigheid. - Een klein voorbeeld zal jullie deze zaak duidelijk maken.
Hoofdstuk 152: Verhouding tussen materiële en geestelijke grootheid. Gelijkenis van de kunstmatige reuzenkorrel en het natuurlijke tarwekorreltje. Door de derde deur in de zuidelijke wand straalt het licht van een nieuwe schepping van eeuwige liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Maar de wijsheid was niets zonder de innige vereniging met haar liefde: hoe echter kon zij zich opnieuw met haar liefde verenigen? Zij moest in de mens Jezus de door haar gestelde verzoeningsvoorwaarden zelf op zich nemen: ze moest zich zo diep mogelijk verdeemoedigen en alleen daardoor werd ze weer volkomen één met haar liefde, die de 'Vader' is.
Hoofdstuk 17: 'Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan?' (Luk.24:26) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[17] Ik vraag echter opnieuw: Voor welk mens, die de waarde van het leven kent, is zulk een troost voldoende? Kan het de levende onverschillig zij n of hij bestaat of niet bestaat? Trouwens, hoe kan eigenlijk een mens die bestaat, het niet bestaan prijzen, terwijl hij toch onmogelijk kan weten hoe het gesteld is met een toestand van niet-zijn?!
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
...  64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89  ...