Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 76 van 1490

...  64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89  ...
[13] Zo zijn ook alle soorten van de zogenaamde aardappels vooral voor kinderen en zogende vrouwen evenals voor zwangere vrouwen erg slecht, en de koffie is nog slechter! Maar wat blind is ziet niets en het geniet heel gulzig van beiden vanwege de aangename smaak; maar de kinderen worden daardoor lichamelijk ongelukkig, en tenslotte hermafrodiet. Dat stoort de blinde echter niet; hij eet toch ook veel zwaardere vergiften, -waarom zou hij deze twee lichtere gifsoorten dan niet eten?!
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar nu eindig Ik deze noodzakelijke verklaring, en dus weer terug naar de hoofdzaak!'
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Bij het zien van deze ontzettende rijkdom slaat FAUSTUS zijn handen boven zijn hoofd tesamen en zegt: "O Heer! Als zoon van een van de rijkste patriciërs van heel Rome heb ik toch ook wel gelegenheid gehad om grote aardse schatten te zien, maar zoiets heeft mijn oog nog niet gezien! Dit overtreft alle farao's en ook Croesus, die, volgens de fabel, van rijkdom niet meer wist wat hij doen moest en in alle ernst een paleis van goud gebouwd zou hebben, als zijn overwinnaar hem het overtollige goud niet afgenomen had.
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] O Heer, aan Wie alle dingen bekend zijn, vertelt U mij, arme zondaar, nu eens hoe deze twaalf satansknechten zulke schatten hebben kunnen vergaren! Dat kan nooit op een eerlijke manier te verwezenlijken zijn, en zeker niet in een kort tijdsbestek! -Hoe was het dan mogelijk?"
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Je zult er hopelijk niet verder aan twijfelen dat het spitsboeven van de allerergste soort zijn; op welke manier ze in zekere zin nog erger dan spitsboeven zijn, dat behoeft niemand meer te weten. Volgens de Romeinse wetten hebben ze allang de tienvoudige dood verdiend, alleen al voor de misdaad van het beroven van de keizerlijke belastingkaravaan; en de beroving, waarvan wij hier als resultaat deze onmeetbare schat zien, is even erg, al betreft het nu juist niet zo rechtstreeks de keizerlijke belastinggelden.
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Daarom ben Ik niet voor een straf waar de dood op volgt, omdat deze voor de gedode van geen enkel belang is en ook voor welke gerechtigheid dan ook geen bescherming biedt of nut heeft. Want heb je er één gedood, -dan hebben duizenden je daarvoor wraak gezworen! Maar Ik ben vanwege de noodzakelijke goddelijke orde er helemaal vóór, om een misdadiger de strengste kastijding te laten ondergaan en daarmee door te gaan totdat een algehele verbetering is ingetreden! Een juiste kastijding, die geheel rechtvaardig op het juiste moment wordt aangewend, is beter dan geld en het zuiverste goud; want door de kastijding wordt de ziel meer en meer los gegeseld van haar materie en richt zich uiteindelijk op haar geest. En als de kastijding dit tot stand heeft gebracht, heeft ze een ziel voor de ondergang en zo de gehele mens voor de eeuwige dood gered.
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daarom moet iedere rechter volgens Gods orde zelfs de grootste misdadiger niet met de lichamelijke dood, die nergens goed voor is, straffen, maar altijd kastijden volgens de zwaarte van de misdaad. Als hij dat doet is hij een op de hemel gerichte mensenrechter, doet hij dat echter niet, -een op de hel gerichte rechter, waarvoor hij in der eeuwigheid nooit loon van God zal ontvangen. Hij zal zijn loon ontvangen van dat rijk waarop zijn rechtspraak gericht was! -Nu weet je genoeg, en laat nu de schatten zorgvuldig opbergen! Morgen komen die uit Chorazin ook aan, en dan zal meteen de verdeling en de verzending van dit duivelsvuil plaats vinden. -Nu gaan we echter naar de eetzaal, want de avondmaaltijd wacht al op ons! Heus, deze hele geschiedenis geeft Mij al té veeloverlast, en Mijn tijd roept Mij dringend naar Nazareth!"
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] FAUSTUS zegt: "Heer, ik zie zeer goed in, dat deze afschuwelijke geschiedenis U buitengewoon tegen moet staan, maar wat is er aan te doen als iets zich zo ontwikkelt? Voor het overige verzoek ik U, mijn Heer en grootste en beste Vriend, om hier niet eerder weg te gaan dan ik; want in de eerste plaats ben ik zonder U tot niets in staat, en ten tweede zou ik zonder U, ondanks mijn liefste vrouw, doodgaan van verveling! Daarom vraag ik U om deze plaats niet eerder te willen verlaten, dan wanneer ik met deze zeer lastige geschiedenis klaar ben! Ik hoop met Uw hulp morgen tegen de middag alles in orde te hebben!"
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Wij betreden nu de eetzaal, waar een overvloedig avondmaal op ons wacht. Maar nauwelijks zijn we met de maaltijd begonnen, of twee knechten brengen Judas Iskariot de zaal binnen, en melden aan de opperrechter dat deze leerling, of wat hij dan ook zijn mocht, een paar pond goud wilde stelen, waarbij zij hem betrapt hebben. Zij hebben hem het goud afgenomen en hem hierheen gebracht om verantwoording af te leggen.
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] JUDAS staat er ontzettend beschaamd bij en zegt: "Ik dacht er in de verste verte niet aan om het goud te stelen, maar ik wilde alleen maar bij een paar staafjes onderzoeken of ze echt zo zwaar zijn als er verteld wordt. Deze dwazen grepen me echter meteen en sleepten me als een gemene dief naar binnen! - Daarom verzoek ik u, Faustus, om intrekking van deze beschuldiging!"
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Met deze vermaning gaat Judas rood van schaamte de eetzaal uit naar zijn slaapvertrek en gaat liggen, en denkt ongeveer twee uur lang erover na hoe hij datgene, wat Ik hem heb voorspeld, zou kunnen ontlopen. Maar hij vindt in zijn hart geen oplossing omdat door het denken zijn gouddorst opnieuw oplaait, en zo slaapt hij in. - Wij gaan ook slapen omdat de twee voorgaande nachten zeer vermoeiend waren. De ochtend liet echter niet lang op zich wachten.
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] FAUSTUS zegt: "Ik dank U eeuwig voor deze raad! Maar nu moesten we, omdat deze zaak zo goed mogelijk gereed is gekomen, toch eens iets prettigers gaan doen!"
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Want als iemand ter bevestiging van de gehoorde waarheld een teken begeert en zegt: "Uw verhaal overtuigt mij weliswaar niet van de waarheld, maar als een bij de uitleg passend teken als bewijs daarvan wordt geleverd, wil ik die leer als volle waarheid aannemen!" Wel, dan kan de vrager, als hij vervolgens een teken krijgt, er niet meer omheen om de waarheid van de leer aan te nemen, of hij deze nu helemaal erkent of met, want het teken staat daar als een onloochenbaar bewijs voor hem.
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Allen die macht gegeven werd om in geval van nood tekenen te doen, moeten deze raad van Mij getrouw opvolgen, als ze werkelijk het goede tot stand willen brengen.
Hoofdstuk 3: Het juiste gebruik van wonder en geneeskracht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Kisjonah laat nu alles te voorschijn halen, Baram, die nog steeds geen afscheid van ons kon nemen, laat door zijn mensen zijn overgebleven wijn en broodvoorraden halen. Jaïruth en Jonaël, die Mij ook niet wilden verlaten vragen Mij eveneens of ze op deze tocht mee mogen.
Hoofdstuk 4: De druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89  ...