Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 76 van 728

...  64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89  ...
[7] Dit zeggende gaan allen nu naar het huis waar Ik ben. Ze kloppen op de deur van onze grote eetkamer, maar niemand zegt: 'Kom binnen!' Ze kloppen echter nogmaals en IK zeg tegen Ebahl: "Laat ze vanwege hun opdringerige geloof maar binnen!" -En Ebahl deed de deur voor hen open en ze kwamen in de kamer, voor zover er plaats voor hen was, en begonnen Mij daar luid te prijzen, en hun dank te betuigen.
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Dat zijn nu echte hoerenhelden! Ze bedrijven alle soorten ontucht, en een echtbreuk is bij hen al een heel gewone zaak geworden. De vrouwen zijn bij hen van iedereen, en een maagd verkrachten is bij hen alleen maar een verzetje! Onder hen zijn echter ook knapenschenners en die, welke met maagden hun lusten op een onnatuurlijke sodomitische wijze botvieren, omdat zij zich zo willen vrijwaren van kwade besmettingen, maar waardoor ze andere nog ergere ziekten oplopen. Daarom heb Ik deze mensen zo hard ontvangen en ook weer weggestuurd, want alleen een hard woord kan hen nog enigszins verbeteren. "
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Maar IK beval hen te zwijgen en zei tegen hen: "Lof uit de mond en dank van de lippen hebben geen waarde bij God, en dus ook niet bij Mij! Wie tot Mij wil komen, moet in zijn hart tot Mij komen, dan zal Ik hem aanzien. Maar inhoudsloos geblèr met de mond, zonder dat het hart er iets bij denkt, en nog minder voelt, is voor Mij hetzelfde als wat een bedorven kreng is voor de neusgaten. Wat jullie zochten, heb je gekregen. Iets anders kennen jullie niet en jullie nietszeggende lof bevalt Mij niet! Ga daarom naar huis en bezorg dit huis geen overlast! Hoed je echter voor de ontucht, hoererij, voor slecht eten en zwelgen, -anders overkomen je binnen de kortste tijd nog ergere ziekten dan waar je tot nu toe aan leed en die je plaagden!"
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: " Ja,ja, je hebt gelijk, - maar alleen in die gemeente die Ik je heb aangewezen. Als je echter overal het door jou voorgestelde toepast, dan zul je meer beschadigen dan helpen! De medicijn moet zich steeds aan de ziekte aanpassen en niet omgekeerd. Maar, zoals gezegd, bij de ge.noemde gemeente zal jouw medicijn tenminste het goede doel hebben, deze mensen het toegeven aan hun geilheid te vergallen. Maar de tuchtroede moet niet met toornige, maar met liefdevolle hand gebruikt worden!"
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] In geval van nood kun je met jouw gemeenten ook wel zo handelen, maar probeer het eerst met echte liefde en goede lessen. Want als de mensen tot het inzicht komen dat men hen alleen voor hun bestwil harde wetten geeft en het onverbiddelijk recht daarbij uitoefent, zullen zij daar geen aanstoot aan nemen. Als de harde wetten echter alleen maar voortkomen uit een tirannieke willekeur van de machthebber, verbeteren ze niemand, en maken op het laatst zelfs de engelen der gemeente tot duivels, die er alleen maar op uit zullen zijn om te bedenken hoe zij zich kunnen wreken op degene die hen steeds eindeloos en zonder enige aanwijsbare reden voor futiliteiten kwelt. - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De hoofdman gaat meteen met de engel mee, die echter voor het huis van Ebahl weer zijn oorspronkelijke Genezarese kleding aan heeft, en de hoofdman vraagt hem, waar hij nu zo snel die soldatenkleding heeft gelaten.
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De ENGEL glimlachte en zei: "Kijk, wij hebben het makkelijker dan jullie, want wij dragen onze rijk voorziene kledingkast in onze wil. Wat wij aan willen doen, hebben wij tot in de puntjes aan. Als je mij echter in mijn lichtende kleed zou willen zien, dan zou je verblind worden en je vlees zou oplossen, want vergeleken met het licht van mijn kleed is het licht van de zon zo donker als de nacht. "
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Als de gescheiden persoonlijke polen zich echter uiterlijk raken, neemt hun kracht af en lijken ze op een wijnzak die steeds rimpeliger wordt naarmate men hem meer van zijn geestrijke inhoud heeft beroofd. Als je je echter een wijnzak voor zou kunnen stellen, die zelf steeds dat zou kunnen. produceren wat men eruit haalt, dan zou je op zijn oppervlak nooit die vouwen en rimpels ontdekken die zijn uiterlijk er zo oud doen uitzien. - Begrijp je dat goed?"
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Waarom zou dan een periode van een jaar beter zijn dan van een dag? Wie bijvoorbeeld eens per jaar de geboortedag van zijn vader viert, moest eigenlijk ook iedere dag het geboorteuur vieren, wat beslist beter zou zijn dan de jaarlijkse geboortedag!
Hoofdstuk 157: Aalmoezen en herdenkingsfeesten. Aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De BAAS van de schippersknechten zegt tegen zijn metgezellen: "Zij ziet er werkelijk wel erg pienter uit! Maar haar figuur is ook beslist engelachtig mooi, en dat is nu juist geen teken van wijsheid! Want tot op heden heb ik altijd nog gemerkt dat de mooiste meisjes ook altijd de domste waren, wat heel natuurlijk is. De mooiste kinderen worden te veel verwend en te ingebeeld gemaakt en Ieren daarom weinig of niets. Van een minder mooi kind maakt men echter gewoonlijk niet zo veel ophef. Iedere keer dat het ondeugend is wordt het al gauw bestraft, het kind wordt daardoor deemoedig en bescheiden, het gehoorzaamt, duldt en leert daarbij heel wat. Maar laten wij eens zien wat dit waarlijk hemels mooie meisje ons over onze psalm kan vertellen. "
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Omdat wij echter weten wat Hij is, moeten wij Hem met een zuiver en wijs hart eren en prijzen en niet op de manier van de huichelachtige Farizeeën, die met hun lippen een valse Jehova naderen, maar daarbij hun hart voor deze echte en levende Jehova afsluiten en zich van hem verwijderen.
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Hij is echter niet alleen ónze God en koning, maar ook die van de heidenen van de gehele aardbodem. Want Hij alleen zit boven alle mensen en boven de hele eindeloze schepping op de eeuwige zetel van Zijn onbegrensde macht en heerlijkheid. Voor Hém moeten alle vorsten der aarde zich verzamelen, zoals hun volken voor hen, want Hij is de enige God van Abraham, Isaäk en Jacob. Hij alleen heeft Zichzelf verhoogd boven alles, ook boven alle emblemen der machtigen van onze uitgestrekte aarde!
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Dat Hij ons opzocht, is zelfs voor de engelen een onbegrijpelijke genade! Maar toen Hij kwam, kwam hij niet onaangekondigd, want alle profeten hebben daarover geprofeteerd. Veel van de profetieën konden de mensen echter door de steeds groeiende hardheid van hun harten niet begrijpen. Nu is Hij echter Zelf gekomen, waarover de profeten geprofeteerd hebben, en Hij Zelf openbaart zich aan alle mensen die van goede wil zijn.
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Ja, ja, dat is wel echt menselijk gedacht: maar er zit geen spoortje goddelijks in. Met de straf zul je de mens die je kwaad deed wel afschrikken, zodat hij het niet zo gemakkelijk meer proberen zal je kwaad te doen, -maar hij zal daardoor toch nooit je vriend worden. Heb je hem echter voor iets slechts dat hij tegen jou begaan heeft., te rechter tijd, toen hij in nood zat, een weldaad bewezen, dan zal hij de zonde die hij aan jou beging, inzien, deze diep berouwen en vanaf dat uur je beste vriend worden!
Hoofdstuk 159: Het hemelrijk moet bevochten worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Neem echter allemaal een voorbeeld aan Mij, want Ik ben met Mijn gehele hart zachtmoedig en heb met iedereen alle geduld! Schijnt de zon niet net eender over goeden en kwaden, over rechtvaardigen en onrechtvaardigen en valt de vruchtbare regen niet net zo goed op het veld van de zondaar als op het veld van de rechtvaardige? Wees daarom in alles volmaakt, zoals de Vader in de hemel volmaakt is, en je zult in overvloed genade en zegen uit de hemel ontvangen! -Begrijpen jullie dat wel?"
Hoofdstuk 159: Het hemelrijk moet bevochten worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89  ...