Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 751 van 1166

...  739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764  ...
[5] Ten tijde van Mijn kruisiging stonden de vrienden van Mij, die Mij trouw gebleven waren, om Mij heen, evenals een grote menigte volk die vervuld was van leedvermaak en onder hoongelach riep: "Vroeger heeft hij anderen geholpen, nu kan hij zichzelf niet helpen!" Dit sterkte de vijanden in hun geloof, dat Ik niet God zou zijn, maar eerder een door God verlaten grote misdadiger.
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[6] Ik sprak echter, terwijl Mijn aardse vlees in de greep was van de angst, vanaf het kruis tot de omstanders zeven woorden in de Oud-Hebreeuwse taal, waarvan tot op de huidige dag nog geen juiste uitleg bestaat. Daarom heb Ik in Mijn genade er behoefte aan gevoeld om deze nogmaals, en wel met de juiste uitleg van hun betekenis, voor de toekomstige (d.w.z. de tegenwoordige) tijden te herhalen en zodoende hun zin aan die mensen, die van goede wil zijn, te openbaren.
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[7] Toen Ik na een langdurig lijden en veel pijnen, die Ik door de goddeloosheid van de beulsknechten moest verdragen, zo ver gekomen was dat de hogepriesters zagen dat Ik zou kunnen sterven vóórdat zij hun wrok en boosheid op Mij gekoeld hadden, probeerden dezen zo snel mogelijk van het hoogste Romeinse gerechtshof het doodvonnis te verkrijgen om toch het genoegen te smaken Mij zo pijnlijk mogelijk te zien sterven. Toen vervolgens het bericht van Mijn doodvonnis, dat inhield dat Ik gekruisigd moest worden, binnenkwam, juichten Mijn vijanden met luider stem en zij probeerden hun werk onmiddellijk ten uitvoer te brengen.
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[8] Toen eindelijk Mijn terechtstelling plaats vond, kwamen Mijn vrienden, die zich heimelijk onder het volk verborgen hadden gehouden, naar het kruis om Mij te troosten en te sterken. De boze menigte wilde dezen echter wegjagen, en slechts door bemiddeling van Pilatus was het voor Mijn moeder, evenals voor Johannes, Mijn lievelingsleerling, en voor nog enkele vrouwen mogelijk om tot aan de voet van het kruis te komen en zo bij Mijn lichamelijke dood tegenwoordig te zijn.
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[1] Toen de brutale menigte Mij van Mijn kleren had beroofd en Mij, aldus ontkleed, met handen en voeten aan het hout vastbond en deze ten overvloede ook nog met stompe spijkers doorstak, toen geschiedde het dat Ik in Mijn gemartelde vlees een zucht slaakte en sprak: "Heer, vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen!" - Dat was het eerste betekenisvolle woord, dat Ik met het oog op de toenmalige en de toekomstige mensheid en haar zonden in Mijn smart gesproken heb.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[2] Toen Ik vervolgens aan het kruis werd opgericht, zag Mijn lichaam, dat met bloed en stof was bedekt, er zo deerniswekkend uit, dat zelfs de aanwezige vijanden in hun hart werden ontroerd. Ik zag echter dat het slechts een voorbijgaande opwelling was en hun erbarmen niet Mij gold, maar alleen hun gevoel voor schoonheid. Daarom sprak Ik: "Mij dorst!" - De beulsknechten begrepen alleen niet wat Ik met deze woorden bedoelde, namelijk dat Ik dorstte naar het heil van zovele zielen, die Ik in hun waan te gronde zag gaan. En dus gaven ze Mij, om Mij nog meer te kwellen, gal vermengd met azijn te drinken, wat Ik echter versmaadde.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[3] Onmiddellijk daarop begon de hele natuur te beven en de elementen traden uit hun ordening. De zon, als het voorbeeld van het eeuwige licht, verloor haar glans, ten teken dat de mensen in hun geestelijke blindheid niet zagen dat de Godheid zich terugtrok onder het sterfelijk omhulsel van Mijn lichaam en het lichaam overgaf aan de materiële dood. Daarom sprak Ik de woorden: "Mijn God, Mijn God, waarom heb Je Mij verlaten?"
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[4] Het was niet een andere God buiten Mij, tot wie Ik riep, maar de Godheid in Mij, Gods Geest en oerkracht in haar volle omvang. Alleen Mijn lichamelijk omhulsel was immers, evenals bij de mensenkinderen het geval is, genomen uit aardse materie. En deze moest ook in Mij (aan de pijn en de dood) onderworpen zijn. Daarom vroeg de materie in haar verlatenheid om hulp - als voorbeeld van het feit dat ieder mens op aarde alleen bij God hulp moet zoeken.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[5] De tijd naderde dat Ik, toen Ik Mij steeds zwakker begon te voelen, de ziel aan Mijn hemelse Vader toevertrouwde. - Toen zag Ik Mijn moeder Maria, die zo lief en trouw voor Mij was, samen met Mijn leerling Johannes (die tevens in het geheim Mijn schrijver geweest was) ten dode bedroefd onder het kruis staan en Ik sprak tot hen beiden de betekenisvolle woorden: "Maria, zie jouw Zoon!" - en tot Johannes: "Zie jouw moeder!" Met deze woorden gaf ik te kennen, dat Ik in zekere zin Mijn geestelijk testament maakte en daarbij de kinderen van de wereld aan de Geest van God heb toevertrouwd en Maria heb aangesteld tot moeder van de zwakke en zieke zielen in het vlees.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[6] Toen het volgens de joodse tijdrekening drie uur geworden was, was de tijd van Mijn lichamelijke dood nabij gekomen, en in doodsnood sidderde Ik in Mijn gebeente. Het volgende ogenblik zag Ik naast Mij de tegelijk met Mij aan het kruis vastgebonden misdadiger Dismas, die zijn ogen verlangend op Mij richtte, vol genade aan en Ik beloofde hem dat hij heden nog bij Mij in het paradijs zou zijn.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[7] Na Mijn hemelvaart heeft dit woord tot op de huidige dag aanleiding gegeven tot veel interpretaties. De enig juiste is echter deze, dat elke mensenziel na haar lichamelijke dood al naargelang (de mate van) haar volmaaktheid in een lagere of hogere graad van het licht terecht komt, en dat zelfs zielen, die al aan deze zijde boete hebben gedaan voor al het aardse, eerst alleen het paradijs of de lagere graad van zaligheid kunnen bereiken. Want geen enkele ziel kan, vóórdat zij geheel en al gelouterd en gereinigd is, tot de hoogste zaligheid de liefdehemel binnengaan. - Zo had ook Dismas door de liefde en het vertrouwen op Mij de eerste graad bereikt en was het mogelijk hem het paradijs te beloven.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[9] Toen de ziel zich gedrongen voelde om het lichaam te verlaten, werd Ik steeds zwakker. En het omringende volk had leedvermaak om Mij en bespotte Mij. Maar Ik moest de beker tot op de bodem leegdrinken en voorzag ook, dat de tierende menigte onbewogen zou blijven onder Mijn pijn en doodsstrijd. En zo sprak Ik, toen het laatste ogenblik van Mijn aardse leven was aangebroken, het laatste woord op aarde: "Het is volbracht!"
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[1] [1] Na dit laatste woord van Mij ging Ik heen, of, beter gezegd, Mijn ziel trad uit de materie en verenigde zich met Mijn Oergeest, die de eeuwige Geest van God was.
Hoofdstuk 4: Het heengaan en de kruisafneming - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[5] [5] Ze hadden Mijn lichaam van de opperstadhouder gekocht om het in een graf te kunnen leggen. En zo werd Ik door de weinige vrienden, die Mij nog trouw gebleven waren, onder spot en hoon van het jodenvolk van het kruis afgenomen. En Mijn ten dode bedroefde moeder Maria zonk tot Mij neer op de grond en nam, toen zij haar kind verminkt, bloedend en dood voor zich zag, Mijn hoofd op haar schoot onder diep weeklagen en ontelbare tranen.
Hoofdstuk 4: Het heengaan en de kruisafneming - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[8] Ik was al in doodsstrijd, toen Ik de woorden sprak: "Vader, in Jouw handen beveel Ik Mijn Geest!" - Dit is eveneens een moeilijk te verklaren woord voor veel mensen. Want waarom zou Ik, God Zelf, Mijn Geest in de handen van een God buiten Mij bevelen? Dan zouden immers twee goden aan het daglicht treden! Dat is echter niet het geval, en niemand moet zich op een dwaalspoor laten brengen door deze uitspraak. Laat iedereen het veeleer zo opvatten, dat alleen de buitenste omhulling (d.i. de ziel) van Mijn innerlijke goddelijke Geest deze woorden sprak, en deze woorden dus in precies dezelfde zin moeten worden opgevat als toen Ik tijdens Mijn leven op aarde van Mijzelf zei: "Ik, de Mensenzoon, zeg u dit of dat". Op precies dezelfde wijze sprak aan het kruis de levenskracht van de ziel van Mijn aardse lichaam de woorden: "Vader, in Jouw handen beveel Ik Mijn Geest!"
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
...  739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764  ...