15542 resultaten - Pagina 757 van 1037
... 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 ...
[4] En de herder zei: 'Waar komen jullie vandaan dat je naar de mooie dochters van mijn heer vraagt? Mijn heer had drie dochters en twee zonen; maar één zoon moest hij naar de laagte sturen om boete te prediken ter vergeving van de zonden voor God en over het naderende gericht, als de laagte zich niet zou bekeren. En zo ging deze zoon en hij is tot nu toe niet meer teruggekomen.Hoofdstuk 272: De karavaan van Agla ontmoet de herders van Mahal, de vader van Agla. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En de leider van de karavaan zei: 'Luister naar mij, eerlijke herders van jullie heer! Agla zelf heeft ons hierheen gezonden om haar beide zusters naar haar toe te brengen! Agla is nu een grote koningin in de laagte en heerst met onbeperkte macht over de halve aardbol, en wijzelf zijn haar dienaren. Waltar, haar broer, is echter gestorven. Hoe, - dat weten wij niet; maar wij hebben zijn hoofd gezien, gebalsemd in een kristallen urn die opgesteld staat in de tempel van de grote godin Naëhme!'
Hoofdstuk 272: De karavaan van Agla ontmoet de herders van Mahal, de vader van Agla. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Wanneer hij naar waarheid van je verneemt dat zijn Agla koningin in de laagte is, waar een grote stad moet zijn waar wij weliswaar geen voorstelling van hebben, dan zal hij waarschijnlijk zelf met jullie meegaan en zijn dochter bezoeken, om wie hij zoveel geweend heeft toen zij verloren ging!'
Hoofdstuk 272: De karavaan van Agla ontmoet de herders van Mahal, de vader van Agla. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar een stem als een machtige donder kwam door de lucht en sprak tot de herders: 'Drijf de vette kudde naar huis en breng haar in de stal van Mijn knecht Noach! Want zijn broer Mahal zal deze kudde voortaan niet meer nodig hebben; want heden heeft hij besloten met zijn dochters naar de laagte, die vervloekt is, te gaan om daar zijn geluk te zoeken.
Hoofdstuk 273: Het loflied van de herders op de volgende morgen. Het woord van boven aan de herders. De ontmoeting van de karavaan met Mahal en de zijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar toen zij weer van de grond waren opgestaan, ging de leider van de karavaan naar een van de herders en vroeg hem wat dat voor een donder was geweest, en of de herders de donder hadden begrepen daar zij die met zichtbare opmerkzaamheid hadden beluisterd.
Hoofdstuk 273: Het loflied van de herders op de volgende morgen. Het woord van boven aan de herders. De ontmoeting van de karavaan met Mahal en de zijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En de herder zei: 'Deze donder was geen gewone donder, want een gewone donder komt niet uit de heldere lucht! Deze donder was de tot ons gerichte stem van God en deze heeft ons opgedragen het een en ander te doen, en liet ons weten dat Mahal die tot nu toe onze heer was, dat in het vervolg niet meer zal zijn; want hij zal met zijn dochters naar de vervloekte laagte trekken om daar een nieuw geluk te zoeken! Als jullie hier wachten dan zul je hem en zijn dochters zeker spoedig kunnen ontvangen!'
Hoofdstuk 273: Het loflied van de herders op de volgende morgen. Het woord van boven aan de herders. De ontmoeting van de karavaan met Mahal en de zijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Na deze woorden begonnen de herders de kudde bijeen te roepen om daarmee op weg te gaan naar Noach, en zij verlieten dus de karavaan; en deze wachtte tot bijna aan de avond, en Mahal kwam niet te voorschijn!
Hoofdstuk 273: Het loflied van de herders op de volgende morgen. Het woord van boven aan de herders. De ontmoeting van de karavaan met Mahal en de zijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En toen Mahal zulke gunstige dingen van de karavaan vernam, nam hij dadelijk afscheid van zijn begeleiding en trok heel opgewekt met een blij gemoed met de juichende karavaan naar de laagte.
Hoofdstuk 273: Het loflied van de herders op de volgende morgen. Het woord van boven aan de herders. De ontmoeting van de karavaan met Mahal en de zijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Mahal voegde zich naar deze verklaring en trok met de karavaan verder.
Hoofdstuk 274: De aankomst van Mahal en de karavaan bij de liefdestempel. De grote ontvangst in het paleis van de koning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En Agla zei: 'Dat veroorzaakt alleen de oude God, die de enige God is en eeuwig geen ander heeft dan Zichzelf - Maar nu niet verder, want de maaltijd is aangekomen! Morgen zul je echter pas je Agla van haar ware zijde leren kennen! En laat ons nu dan naar de eetzaal gaan!'
Hoofdstuk 275: Mahals onverwoestbare vijfhonderd jaar oude kleding uit de bergen. De halsstarrigheid van Mahal wegens het wisselen van kleding. Agla's list. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Alleen Mahal vroeg Agla enige malen naar Waltar, maar kreeg steeds een ontwijkend antwoord en wist daarom niet waar hij aan toe was.
Hoofdstuk 276: Mahal en de zijnen aan de koninklijke tafel. Mahal vraagt naar Waltar. Agla's uitvluchten. Het inmetselen van Waltars hoofd. Mahal in koninklijke kleding. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Agla zond in het geheim enkele dienaren naar de tuin met de opdracht om het hoofd van Waltar te verbergen, en wel door dat in een nis van de tuinmuur in te metselen op een plek in de tuin die het meest afgelegen was, en dat onder het zegel van de grootste geheimhouding op straffe des doods.
Hoofdstuk 276: Mahal en de zijnen aan de koninklijke tafel. Mahal vraagt naar Waltar. Agla's uitvluchten. Het inmetselen van Waltars hoofd. Mahal in koninklijke kleding. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Men loofde hem daarvoor en trok hem toen onder duizend vleierijen naar de hoofdzaal, waar al een goed ontbijt klaarstond.
Hoofdstuk 276: Mahal en de zijnen aan de koninklijke tafel. Mahal vraagt naar Waltar. Agla's uitvluchten. Het inmetselen van Waltars hoofd. Mahal in koninklijke kleding. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Toen Agla deze woorden, die haar zeer aangenaam waren, van haar hoofdman had vernomen, zei zij tegen hem: 'Ja, Drohuit, in mijn hart zul je een duizendvoudige vergoeding vinden! Maar ga nu naar Fungar-Hellan en sta hem toe wat hij wenst, - dan zal alles goed gaan!'
Hoofdstuk 277: Fungar-Hellans verlangen naar de beide zusters van Agla. De ruilhandel van Fungar-Hellan met Drohuit. Drohuit als koning; Agla als vrouw van Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En Drohuit stond op, ging naar de generaal en zei: 'Vriend, je verlangt weliswaar een hoge prijs van mij, een prijs waarvoor ik anders de hele wereld zou geven; maar om jou te tonen dat ook jij mij meer waard bent dan een hele wereld, zal ik voor jou als mijn grootste, innigste en machtigste vriend dit offer brengen! En daarom sta ik je uit het diepst van mijn hart de vrouw af die ik gekozen heb, en zegen je daarmee en daardoor met al mijn reeds zeker gewaande toekomstig geluk!'
Hoofdstuk 277: Fungar-Hellans verlangen naar de beide zusters van Agla. De ruilhandel van Fungar-Hellan met Drohuit. Drohuit als koning; Agla als vrouw van Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)