Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 758 van 1166

...  746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771  ...
[5] Alles wat Ik doe of toelaat, b. v. dat Ik Mij als was Ik een zwakke mens -láát vervolgen, daarin heb Ik reeds voorzien en dat heb Ik zó geregeld vóórdat Ik de aarde heb gegrondvest en vóórdat Ik de zon, de maan en de sterren vanuit de hemel de aarde deed verlichten! Dáártoe ben Ik namelijk van de Vader uitgegaan -Die in Mij is, zoals Ik in Hem ben! De Vader is de Hoogste; Hij is namelijk Mijn Liefde, Mijn Wil! Maar de Geest, Die van Mij en van de Vader uitgaat, en Die werkzaam is van Eeuwigheid tot Eeuwigheid, is de Heiligste! En Ik, Die U dit nu onthul, IK BEN DAT ALLES!
Hoofdstuk 4: Antwoord van Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Denk dus niet dat Uw zoon als hij sterft echt dood zal zijn! O neen!, want als hij sterft zal hij uit de slaap-des-doods-van-deze-wereld ontwaken tot het werkelijke eeuwige Leven in Mijn Rijk, hetwelk een gééstelijk Rijk is, geen stoffelijk, lichamelijk rijk!
Hoofdstuk 4: Antwoord van Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] Als Heer van de Eeuwigheid, Die nu optreedt als Leraar van de mensen en als Bevrijder uit de eeuwige dood, zal Ik Uw zoon nog vóór mijn Hemelvaart het eeuwige leven schenken, omdat hij Mij, Dien hij niét heeft gezien en niét kent, van gans er harte heeft bemind, nog vóórdat Ik voor alle mensen zal gaan lijden! Dat betekent, beste Abgarus dat Ge Uw zoon weliswaar naar het lichaam zult gaan verliezen en voor déze wereld, maar dat Ge naar de géést hem duizendvoudig zult terugwinnen in Mijn eeuwig Rijk!
Hoofdstuk 4: Antwoord van Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[4] Geschreven in mijn stad Edessa, en overgebracht door dezelfde trouwe bode als van de vorige briefwisseling.
Hoofdstuk 3: Tweede Brief van Abgarus aan Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] O Jezus, goede Heiland, verwijst U mij nu toch alstublieft niét -ik ben immers ook zelf niet gezond -naar een tijdstip dat ligt ná Uw terugkeer naar de Hemel, zoals U mij alreeds eerder deed weten. Helpt U toch, helpt, helpt direct mijn zoon!
Hoofdstuk 3: Tweede Brief van Abgarus aan Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] O mijn Jezus, goede Heiland, ik moet U berichten dat mijn oudste zoon, die mijn troon zou moeten erven, en die zich tezamen met mij al zo bijzonder over Uw komst naar onze stad had verheugd, doodziek is geworden! Een kwade koorts, die hem elk ogenblik zou kunnen doden, heeft hem aangetast. Maar ik weet dat U, naar mij door mijn koerier is bezworen, dergelijke ziekten zonder medicijn en uitsluitend door Uw woord en wil op afstand kunt genezen! O Jezus, goede Heiland, Gij waarachtige Zoon van de Allerhoogste God, want dat zijt Ge ongetwijfeld, Laat mijn zoon, die zó veel van U houdt, dat hij zelfs bereid is om voor U te sterven, aldus door het machtige woord van Uw wil weer gezond worden!
Hoofdstuk 3: Tweede Brief van Abgarus aan Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Ik moge U derhalve aanraden geduld te betrachten in het geringe lijden dat U moet ondergaan. Zodra Ik in de hemelen zal zijn opgenomen, zal Ik U een van Mijn leerlingen zenden, die Uw ziekte zal genezen, en die U en allen die bij U zijn de ware (geestelijke) gezondheid zal brengen!
Hoofdstuk 2: Antwoord van Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[6] Brenger dezes is mijn trouwe dienaar Brachus.
Hoofdstuk 1: Eerste Brief van Abgarus aan Jezus, de Heiland - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[5] Ook heb ik gehoord dat de joden tegen U tekeer gaan en U kwaad willen doen. Ik nu heb hier een weliswaar kleine, maar goedgeordende stad, die voor ons beider behoefte genoeg op kan brengen. Komt U dus, hooggeachte Vriend Jezus, naar mij toe, en vestigt U hier bij mij in mijn stad; het is hier een stadstaat. Hier zal iedereen U op handen dragen en U van harte toegenegen zijn!... Met een allerinnigst verlangen wacht ik op U!
Hoofdstuk 1: Eerste Brief van Abgarus aan Jezus, de Heiland - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[18] In aansluiting op deze vermeldingen doet Eusebius dan de vertaling volgen van de twee eerste brieven(!); waarschijnlijk ten bewijze ervan dus dit excerpt, hetgeen tezamen met de verwijzing naar de voornoemde archieven kon volstaan. Het geheel wordt dan gecompleteerd door een bericht over de missie-activiteit van een zekere Thaddéus ( of Addeus ), die -als een van de twaalf apostelen -door Thomas of door Judas naar Edessa zou zijn gezonden om aldaar het evangelie te verkondigen. Deze Thaddéus zou koning Abgarus verder hebben onderricht in Jezus' leer; hij zou hem ook hebben genezen en vervolgens een groot gedeelte van de bevolking hebben bekeerd.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Het is waarschijnlijk,dat oorspronkelijk met dit woord uitsluitend die geheime boeken werden aangeduid, die alleen toegankelijk waren voor de ingewijden. Hoe dat ook zij, het is begrijpelijk dat de jonge Kerk van meet af aan die mystische en vreemde geschriften, die niet zelden door hun vaak speculatief karakter onverenigbaar bleken met de heilige leer van Christus, als zijnde onbetrouwbaar voor algemene lezing verboden heeft.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] Wat er later met de 'verdoemden' ná het 'terugbrengen van alle dingen' zal gebeuren, is niemand toegestaan te weten. Dat weet ook geen engel, zelfs de hoogste voor het licht geschapen geest niet. Alleen de Godheid van de Eeuwige Vader in Haar heiligheid voorziet de lotgevallen van alle schepselen door alle eeuwigheden der eeuwigheden -en iedereen die overeenkom­stig de heilige wil van God in deze uiterst geheimzinnige zaak verlicht wordt, ziet dat pas in komende tijden.
Hoofdstuk 15: Een vraag over de verre toekomst - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] Deze aanduiding 'apocriefen' echter bleef niet strikt beperkt tot die met name genoemde geschriften, waarvan de Kerk de inhoud al.s dwaalleer had veroordeeld, ze werd op den duur óók gebruikt voor aanduiding van al die teksten, waaraan de kwalificatie 'geïnspireerd' terecht of ten onrechte werd onthouden en die dus op grond daarvan niet werden opgenomen in de canon van de H. Schrift. Daartoe behoorden dus ook boeken, die wel de zuivere en juiste leer bevatten, en waarvan een particulier gebruik daarom door de kerkvaders werd toegelaten, terwijl het gebruik ervan voor openbare lezing in christelijke gemeenten verboden was. Daaruit moet de interesse worden verklaard die wij voor deze veelomvattende literatuur opbrengen, omdat daarin mede de begintijd van het christendom weerspiegeld wordt.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[8] (De Heer:) 'Het is precies zoals de rechtsgeleerden in de wereld zeggen: 'Wie ergens zelf voor kiest, geschiedt geen onrecht' -.De kloof betekent weer het nooit te overbruggen onderscheld tussen Mijn geheel vrije orde in de hemelen en de daar lijnrecht tegenover staande en weerstrevende wanorde in de hel. Deze tekst duidt dus enkel op de onverenigbaarheid van orde en wanorde; echter niet op een eeuwig gesloten poort voor wie zich in die wanorde bevindt. Amen.'
Hoofdstuk 14: 'Eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis' ­bestaan die? - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Zijn gevangenis en gevangenschap niet voor iedereen dui­delijk twee verschillende dingen? De gevangenis is en blijft weliswaar eeuwig, en het vuur van Mijn ijver mag nooit uit­doven; maar de gevangenen blijven slechts zolang in de gevan­genis tot ze zich bekeerd en hun leven gebeterd hebben!
Hoofdstuk 14: 'Eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis' ­bestaan die? - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771  ...