Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 759 van 1112

...  747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772  ...
[16] De reden daarvoor is het volgende: omdat zij helemaal geen eigen leven hebben, en wel omdat zij het al van jongs af hebben leren verkwisten, daar ze door hun dwaze ouders alleen maar door in het vooruitzicht gestelde genoegens tot geringe werkzaamheden zijn aangespoord, waardoor zij dan ook nooit de waarde van het werk, maar alleen de waarde van de verstrooiing in zich hebben opgenomen, met totaal verlies van alle zelfstandigheid en vrijheid en zodoende ook al hun eigen leven!
Hoofdstuk 124: Woorden van de Heer over het wezen van de getrouwen en de ontrouwen. De onverbeterlijkheid van hen die verslaafd zijn aan verstrooiing. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Lamech bedacht zich korte tijd en sprak toen volgens een ingeving van de Heer tot Methusalah:
Hoofdstuk 125: Het tweegesprek tussen Lamech en Methusalah. Wie iets in de wereld meer lief heeft dan God, is Hem niet waard! - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Deze woorden stelden Methusalah weer gerust, maar desondanks bleef hij van nu af aan zeer gesloten en hield zich in zijn hart voortdurend bezig met de Heer en sprak met Zijn heilige geest in hem.
Hoofdstuk 125: Het tweegesprek tussen Lamech en Methusalah. Wie iets in de wereld meer lief heeft dan God, is Hem niet waard! - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zij namen daar vrouwen en vestigden zich, zij bouwden nieuwe grote steden en versterkten die met zware ringmuren en begonnen al spoedig in dit weliswaar grote land de baas te spelen. Dat was in het bijzonder het geval met hun zonen, die zij hadden verwekt bij de dochters van de wereld in de laagte, want die waren krachtig en vervuld van een machtige wereldse geest, of duidelijker gezegd: zij waren de gezegenden van de slang, die hen met alle wereldse macht, kracht en gezag uitrustte.
Hoofdstuk 126: De morele en geestelijke achteruitgang onder de kinderen van de hoogte. Koning Lamechs laatste verordeningen en dood. Thubalkaïn als opvolger van Lamech. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Voor hij stierf, riep hij zijn kinderen bij zich, daar hij de leeftijd van zeshonderddertig jaar had bereikt, wat in de laagte ongekend was, en sprak tegen hen:
Hoofdstuk 126: De morele en geestelijke achteruitgang onder de kinderen van de hoogte. Koning Lamechs laatste verordeningen en dood. Thubalkaïn als opvolger van Lamech. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Zolang Hored en de tempelwachter Terhad, alsmede Mum en Cural nog aan de zijde van Thubalkaïn leefden, hield de staat Hanoch met zijn tien vorstendommen zich tamelijk goed staande, ofschoon men tegen de volkeren uit de bergen, die zich buiten de tien steden vestigden en steeds machtiger werden, een soort krijgsmacht begon op te zetten.
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar toen ook Thubalkaïn stierf en geen mannelijke erfgenamen naliet, maar slechts twee zwakke dochters (want de eertijds met Naëhme verwekte kinderen van het mannelijk geslacht waren, zoals bekend, geheel achterlijk en dus helemaal niet in staat het volk te leiden) wist men niet wie nu de leiding van het volk op zich moest nemen.
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Daarop zond Lamech een bode naar Muthaël in de streek van de morgen en liet hem bij zich roepen.
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Hierop vielen de boden voor de nieuwe koning neer en bewezen hem de eerste eer en stonden toen op, God lovend, en begaven zich met de nieuwe koning naar de stad Hanoch, waar hij door talloze volksmenigten onder groot gejuich werd ontvangen en de grote en heerlijke residentieburcht werd binnengeleid.
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] En beiden moesten zich minstens eenmaal per dag 's morgens of 's avonds voor het venster aan de schreeuwers tonen, want anders ontstond er een getier waar pas een eind aankwam als beiden zich vertoonden.
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Maar toen die onbetamelijkheid een jaar lang voortduurde en er maar geen eind aan kwam, wendde Uraniël zich tot de Heer en vroeg wat hij moest doen om daar een eind aan te maken.
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Dit huwelijk deed de mannenwereld in hun verafgoding wel een toontje lager zingen doordat zij nu inzagen dat er voor hen niets meer te verwachten viel; maar daarvoor wierpen zij zich in de armen van twee andere, nog grotere kwaden doordat ten eerste iedere ook maar enigszins op vrouwen beluste man twee vrouwen nam, een aan de rechter- en een aan de linkerhand. En de koning kon dat niet verhinderen omdat het mansvolk aan de koning verklaarde dat het alleen omwille van zijn eer geschiedde en zelfs moest gebeuren, waar de koning, wiens geest reeds zeer zwak geworden was, helemaal niets tegenin wist te brengen.
Hoofdstuk 129: Het begin van bigamie in Hanoch. De oprichting van een schoonheidsinstituut voor vrouwen. Mensenhandel en standsverschil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Wie nu uit dit instituut twee vrouwen wilde hebben, moest aan de leiders van deze instelling een flink bedrag voor de opvoedingskosten betalen. Verder moest hij weer twee jonge, mooie meisjes aanleveren en zich verplichten voor hen een bescheiden opvoedings- en schoonheidsbijdrage te betalen. En ten derde moest hij zich tenslotte verplichten, de zo verworven vrouwen nooit te laten werken omdat dat hun verworven schoonheid gemakkelijk zou kunnen schaden.
Hoofdstuk 129: Het begin van bigamie in Hanoch. De oprichting van een schoonheidsinstituut voor vrouwen. Mensenhandel en standsverschil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Laat daarom iedereen zich zo veel mogelijk van het vlees der vrouwen onthouden, als hij het eeuwige leven wil oogsten; laat de vrouw niemand verleiden als zij niet verdoemd, maar zalig wil worden!
Hoofdstuk 129: Het begin van bigamie in Hanoch. De oprichting van een schoonheidsinstituut voor vrouwen. Mensenhandel en standsverschil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En wanneer het huidige krachteloze mensengeslacht nog door dergelijke middelen in de val van Satan kan worden gelokt, dan kan men zich gemakkelijk voorstellen dat in die tijd een volk met nog krachtiger zenuwen en rijke fantasie des te gemakkelijker door zulke middelen kon worden betoverd.
Hoofdstuk 130: Nadere bijzonderheden over het schoonheidsinstituut voor vrouwen. Begin van de vrouwenhandel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772  ...