15542 resultaten - Pagina 759 van 1037
... 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 ...
[5] Hierop leidde Mahal Fungar-Hellan weer naar de tuin en in een van de vele lusthuisjes. Erboven was een inscriptie te zien die als volgt luidde: 'Hier is 's konings lust, hier is 's konings hoogste genot!' In het lusthuisje was een zeer sierlijke troon opgericht en wel voor de koning, en ernaast weer een rustbank, - natuurlijk voor de bedgenote.Hoofdstuk 284: Mahal en Fungar-Hellan in het lusthuisje van de tempeltuin. De bekleding van de troon met de vergiftigde naaldpunten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] En Mahal leidde de generaal naar de troon en zei: 'Zie je hier uit de bekleding van de troon duizend fijne naaldpunten gluren, waarvan elk een zekere dood brengt?!
Hoofdstuk 284: Mahal en Fungar-Hellan in het lusthuisje van de tempeltuin. De bekleding van de troon met de vergiftigde naaldpunten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En Mahal zei: 'Vriend, slechts een beetje geduld, en je zult gaan inzien wat hier gebeurt! Kijk nu scherp naar de verst gelegen hoek van deze ruimte, waarvoor men wel een uur nodig zou hebben om er rechtstreeks naar toe te lopen, en dadelijk zal zich een beweging van zeer veel mensen aandienen!'
Hoofdstuk 285: Een nieuwe ontdekking: het geheime leger van Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] En Fungar-Hellan keek scherp toe en bemerkte al gauw een heel groot leger dat naar het plein marcheerde.
Hoofdstuk 285: Een nieuwe ontdekking: het geheime leger van Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Nogmaals leidde Mahal Fungar-Hellan door verschillende afgelegen stegen en straten naar een oud gebouw van grote afmetingen. Toen hij daar aankwam bleef hij staan en vroeg aan Fungar-Hellan of hij wel wist wat er zich nu in dit gebouw afspeelde.
Hoofdstuk 286: De geheime samenzwering van de zeventigduizend notabelen in een van de vroegere schoonheidsinstituten voor vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Jij zou wel graag naar binnen willen gaan en jezelf van alles overtuigen, maar dat zou niet ongevaarlijk zijn!
Hoofdstuk 286: De geheime samenzwering van de zeventigduizend notabelen in een van de vroegere schoonheidsinstituten voor vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarom begeven wij ons naar dat vervallen gebouw tegenover deze grote burcht, en wij hoeven daar in een goede schuilplaats nauwelijks een half uur te wachten eer je de verzamelde burgers uit dit gebouw ziet komen en vele bekenden in hun midden!'
Hoofdstuk 286: De geheime samenzwering van de zeventigduizend notabelen in een van de vroegere schoonheidsinstituten voor vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Op deze woorden van Mahal begaf het gehele grote gezelschap zich naar de schuilplaatsen in de ruïne en wachtte daar op het naar buiten komen van de vergadering. Er verliep nauwelijks een half uur of de grote poort ging open en de uittocht duurde bijna anderhalf uur, en onder hen telde Fungar-Hellan menig welbekende, ja zelfs verschillende opperpriesters!
Hoofdstuk 286: De geheime samenzwering van de zeventigduizend notabelen in een van de vroegere schoonheidsinstituten voor vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En Fungar ging meteen mee naar waar Mahal hem naartoe bracht.
Hoofdstuk 286: De geheime samenzwering van de zeventigduizend notabelen in een van de vroegere schoonheidsinstituten voor vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Waar ging de mars dan nu heen? Waarheen moest Fungar-Hellan vóór de beloofde mededeling van een goede raad Mahal nog volgen? - Naar de woning, de burcht van de priesters zelf en dan ook naar de grote woning van de generaal!
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Mahal sprak: 'Laten we nu eerst naar de woning van de priesters gaan, en wel eerst naar die van de onderpriesters, dan zul je meteen zien wat dat hier moet!'
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Na deze woorden ging het hele gezelschap naar de grote gemeenschappelijke woning van de onderpriesters en ze troffen hen ijverig bezig aan.
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Daarop leidde Mahal hem naar zijn eigen woning en zei voor de deur die naar het eerste grote vertrek leidde:
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Daarom stapten het hoofd van de vegers en dat van de poetsers naar voren en beiden zeiden: 'Grote, almachtige heer en heer en heer! Wij willen u wel alles vertellen als u ons weet te beschermen tegen de woede van uw vijanden; kunt u dat echter niet, dan zijn wij hoe dan ook verloren! Want als wij u niet alles vertellen, dan zult u ons doden; maar vertellen wij u alles, dan zult u zien dat uw vijanden ons zullen wurgen omdat wij hen tegen hun gruwelijke verbod in aan u hebben verraden!'
Hoofdstuk 288: De bekentenis van de vegers en de poetsers. De vergiftigde bron, de vergiftigde spijzen en het vergiftigde huisraad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] De koningin streeft naar de alleenheerschappij, en Drohuit, een zeer wellustige man, naar het bezit van de meest bekoorlijke vrouw, die deze koningin nu eenmaal schijnt te zijn, waar wij evenwel niet voor kunnen instaan omdat wij haar nog nooit hebben gezien; en de onderpriesters hebben hun alles onder ede toegezegd als de koningin in staat zou zijn u te gronde te richten en hen dan als de oude ware opperpriesters te erkennen! Om die reden deden nu beide partijen alles wat maar tot uw ondergang zou kunnen leiden.
Hoofdstuk 288: De bekentenis van de vegers en de poetsers. De vergiftigde bron, de vergiftigde spijzen en het vergiftigde huisraad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)