15542 resultaten - Pagina 760 van 1037
... 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 ...
[16] Toen sprak Mahal: 'Stuur dan nu goed bewapende soldaten naar hen toe; ze moeten de genodigden vastbinden en hiernaartoe slepen!'Hoofdstuk 289: De onthulling van de koks. Mahal geeft de koks raad. De genodigde gasten worden met geweld naar het feestmaal gesleept. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Agla Fungar-Hellan in het oog kreeg, ging zij vastberaden naar hem toe en vroeg hem op strakke toon: 'Fungar-Hellan! Wat wil je met me doen dat je me als de laagste slavin hierheen hebt laten slepen? Is het hier bij jullie dan gebruik een koningin te knevelen en voor het gerecht te leiden?!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Deze woorden bevielen Agla en ook Drohuit in het geheel niet; zij zei daarom: 'Fungar-Hellan! Als je ook maar een vonkje achting voor me had, dan zou je me niet naar de maaltijd hebben laten slepen, daar ik je nu moet zeggen dat ik onwel ben en niets zal kunnen eten, - zelfs al zou je mij de beste spijzen van de wereld voorzetten!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar ga nu op z'n minst de zaal binnen en rust tijdens de maaltijd uit op een heel fijn rustbed, waarna ik je wel in een draagstoel naar huis zal laten brengen!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Nu, mijn vrienden en broeders, het eten is opgediend; laten wij ons dus naar de grote eetzaal begeven opdat jullie beide beschermelingen, die zich nu in de kooien bevinden, niet zonder gezelschap zijn! Ga echter maar goedschiks anders zal jullie ook geweld worden aangedaan!'
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En Mahal zei: 'Neem hen gevangen - echter niet in je kerkers, maar in je hart -, en vergeef hen, dan zal ook jou worden vergeven! Maar laat de in de kerkers gevangen onderpriesters naar boven brengen en aan de tafels plaatsnemen opdat zij van het voedsel eten en dan sterven in hun slechtheid! Laat Agla en Drohuit gedurende de maaltijd in de eetaal, opdat zij zien hoe de misdaad zichzelf straft!'
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Zo'n duizend onderpriesters werden naar de eetzaal gestuurd en moesten aan tafel gaan zitten; want verzet hielp niet meer! Alleen al het plaats nemen kostte de meesten reeds het leven onder de vreselijkste en pijnlijkste krampen; slechts weinigen werden door de onder dwang genomen spijzen gedood.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] De twee getuigen van deze maaltijd in de kooien raakten echter bewusteloos door het afschuwelijke tafereel en werden daarom naar buiten gebracht, waar zij met behulp van azijn weer bijkwamen.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Na deze woorden van Mahal beval Fungar-Hellan al zijn bedienden en de vele bedienden van alle weer op vrije voeten gestelde opperpriesters - zowel van het mannelijk als van het vrouwelijk geslacht, welke er samen meer dan tienduizend waren -, voorzichtig de burcht drie uur lang leeg te ruimen en dan de schatten naar de grote koningsburcht te dragen, en na drie uur deze priesterburcht in alle duizend hoeken en gaten in brand te steken.
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Bijzonder grote branden moesten in de grote eetzaal bij de lijken worden aangestoken. En alles wat zich in de woning van de opper-priestergeneraal bevond, of het nu goud was of zilver, mocht niet worden gered. Daarop gebood hij enkele dragers de beide kooien naar de burcht van de koning te brengen.
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Alles werd meteen zorgvuldig uitgevoerd. In de drie beschikbare uren werden vele duizenden centenaars goud en zilver en vele andere kostbaarheden uit de burcht gehaald en naar de grote koninklijke burcht overgebracht.
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Nadat de drie uur waren verstreken, zag men reeds duizenden brandstichters met brandende fakkels en pektoortsen naar de burcht van de priesters rennen, en het duurde nog geen half uur of de hele enorme burcht, die een omtrek van twee uur gaans had en meer dan dertigduizend vertrekken telde, stond in lichterlaaie en de woedende vuurzee veroorzaakte in bijna heel Hanoch een ontsteltenis zoals er sinds de tijden van de tien vuurprofeten uit de hoogte niet was geweest. 9. Wat verder, - in het vervolg!
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De bewoners van Hanoch braken zich het hoofd over wat dit wel te betekenen had. Sommigen meenden dat Fungar-Hellan zo door zijn vijanden te gronde gericht werd. Anderen zeiden echter dat Fungar-Hellan zijn vijanden in het paleis had weten te lokken en toen zij daar binnen waren de burcht aangestoken zou hebben en had laten afsluiten, opdat zijn vijanden totaal vernietigd zouden worden; want dat was echt iets voor de sluwe opperpriestergeneraal. En weer anderen meenden daar zij nog enige weet hadden van de tien vuurprofeten, en dat er nu vast weer zo'n vuurprofeet van de hoogte naar beneden was gekomen om nu weer zijn verderfelijke vuurwonderen te verrichten, teneinde het van de oude God afgeweken priesterdom te bekeren.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Ten gevolge van zulke meningen waren er dan ook een heleboel nieuwsgierige onderzoekers naar de werkelijke oorzaak van dit verschrikkelijke feit; maar de ondervraagde wachters moesten zwijgen, en zo kreeg niemand die verder niet in de zaak was ingewijd, iets te horen.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Telkens als Agla de generaal vroeg om haar vrij te laten, kreeg zij hetzelfde antwoord en heimelijk ergerde zij zich daar geweldig aan; maar zij verborg haar ergernis om Fungar-Hellan om de tuin te leiden. Maar Fungar-Hellan was nu zeer voorzichtig en luisterde altijd naar wat Mahal hem aanraadde.
Hoofdstuk 294: De plagende woorden van Fungar-Hellan tot Agla, die zich in de kooi bevindt en om vrijlating smeekt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)