Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 77 van 215

...  65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90  ...
[10] Maar als jullie in tijden van nood karig zijn tegenover jullie naasten, zal ook God karig zijn met Zijn zegen over jullie velden, wijngaarden en kudden, en jullie zullen je daardoor weinig schatten in de hemel vergaren. Onthouden jullie dat goed en handel daar zonder bedenkingen naar, dan zullen jullie voor tijdelijk en eeuwig zegen in overvloed hebben! ' .
Hoofdstuk 119: Over weldaden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Welnu, een paar dagen geleden waren er 's nachts aan de hemel werkelijk buitengewone dingen te zien. Men ging weliswaar naar de Farizeeën en stelde zich voor wat voor wonderen men daar allemaal wel niet zou horen, en men dacht er ook aan, dat de goede, oude Jehova nu toch eindelijk weer eens een teken van Zichzelf aan de joden had gegeven. Maar niets van dat alles! De Farizeeën vertelden het volk met een heel opgewekt gezicht dat het hele indrukwekkende verschijnsel, dat voor ons joden geen goede profetie inhield, een volksbedriegerij was, bewerkstelligd door de Romeinen met behulp van de Essenen, die goed thuis zijn in allerlei toverkunsten. En verder had het niets anders te betekenen dan dat de Romeinen, met wie in het bijzonder het hogere en rijke deel van de joden al lange tijd niet veel op heeft, door dergelijke middelen het meer lichtgelovige en bijgelovige volk wilden misleiden en tegen hun joodse oversten opzetten, om daardoor een algemene opstand van de joden tegen de enigszins zwak geworden overmacht van de heidenen te verhinderen. Met die verklaring ging men dan weer heel onverschillig en welgemoed zonder verdere ongerustheid naar huis en bekommerde zich in het geheel niet meer om het hele verschijnsel, hoe verschrikkelijk het er ook uitzag.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Nu nam de waard nogmaals het woord en zei: 'Ja, Herodes is onze grootste kwelling! Wij zouden met een nog grotere liefde de keizer aanhangen dan nu het geval is, wanneer hij ons, wat zeker gemakkelijk zou gaan, maar van deze kwelling zou willen bevrijden. We weten wel dat Herodes als leenvorst een groot tribuut aan Rome betaalt; maar daar tegenover stelt hij zich tienvoudig schadeloos door het afpersen van meer dan hoge belastingen en hij ontziet niemand. Wanneer zijn belastingafpersers komen zit er niets anders op dan gewillig te betalen wat en hoeveel zij verlangen. Er wordt geen uitstel verleend, maar wat men te horen krijgt is: betalen! Van degene die het geld niet heeft wordt alles afgenomen, vee en graan en, als dat allemaal niet genoeg is, ook vrouwen kinderen. Wanneer de aldus van alles beroofde man vervolgens de verlangde belasting niet voor een gestelde termijn kan betalen, dan worden zijn vee, graan, vrouwen kinderen op openbare markten verkocht. Ja, dat is toch werkelijk iets verschrikkelijks! Dan kan men bij de Romeinse rechtbanken zijn beklag doen zoveel men wil, men vindt daar geen bescherming; en dat is toch wel een ten hemel schreiend onrecht!
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Want een arme uit een ander land is honderd maal armer dan een arme in zijn eigen land, die nog gemakkelijk hulp vindt bij al degenen die zijn nood goed kennen; maar de arme uit een vreemd land lijkt op een onmondig kind dat zijn nood nog aan niemand kenbaar kan maken, behalve door te huilen. Wees daarom ook barmhartig tegenover vreemdelingen, dan zullen jullie ook in de hemel barmhartig opgenomen worden; want voor de hemel zijn jullie tot nu toe nog louter vreemdelingen, aan wie tijdens jullie aardse reis daarheen een ongeluk is overkomen! -Wat denk jij nu van deze woorden van Mij?'
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wij gingen eerst naar rechts de aangrenzende grote zaal binnen, die vol rijkdommen en oude gedenkwaardigheden was. In deze zaal bevond zich in de zuidelijke wand een grote marmeren plaat, waarop nog heel goed leesbaar de volgende psalm van David met onuitwisbare verf geschreven stond die, vertaald uit het Hebreeuws, zo luidde (psalm 8) : (Heer, onze Heer, hoe heerlijk is Uw naam in alle landen, waar men U dankt zoals in de hemel! Uit de mond van jonge kinderen en zuigelingen (de heidenen) hebt U Uzelf een macht bereid omwille van Uw vijanden (de Farizeeën en schriftgeleerden), om deze vijand te vernietigen, deze wraakgierige. Want ik (David of het betere joodse volk) zal de hemelen zien, het werk van Uw vingers , de maan en de sterren, die U hebt bereid (de 'hemel' betekend de leer, de 'vingers' het lichamelijke van de Heer, de 'maan' de liefde van de Heer voor de mensen en de 'sterren' de eindeloos vele waarheden die uit de liefde voortkomen) .
Hoofdstuk 121: De bezichtiging van het oude koningshuis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wat is de mens, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U Zich over hem ontfermt? (Onder 'mens' wordt hier het hele menselijke geslacht verstaan en onder 'kind' de zwakheid en blindheid ervan.) U zult hem een tijdlang van God verlaten doen zijn; maar daarna zult U hem kronen met eer en luister. (Zie de tijd van het Babylonische hoerendom! Onder 'hem' moet het christenvolk zonder het innerlijke goddelijke licht verstaan worden.) U zult hem tot heer stellen over het werk van Uw handen,. alles hebt U onder zijn voeten gelegd. (onder 'hem' moet men hier de Heer verstaan, vanuit het standpunt van de zuivere leer uit de hemelen, die tenslotte alles zal doorstralen en beheersen.) Schapen en ossen alle tezamen, alsook de wilde dieren,. de vogels onder de hemel en de vissen in de zee, en wat in de zee leeft .(Daaronder moeten verstaan worden alle mensen en geslachten der aarde. Hoog en laag, jong en oud, ontwikkeld en onontwikkeld, sterken en zwakken zullen zich in vreugde koesteren in het levend makende licht uit de hemelen.) Heer, hoe heerlijk is nu Uw naam in alle landen!'
Hoofdstuk 121: De bezichtiging van het oude koningshuis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En kijk, dat is dan ook volgens de eeuwige orde de wil van God ten aanzien van de ware en enig werkelijk nuttige levensvorming van de mensen op deze aarde, en alleen op die manier kan een ziel tot het ware, eeuwige leven komen en tenslotte zoals God haar eigen leven en haar eigen hemel scheppen!
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Wanneer God de mensen niet nodig gehad zou hebben voor een steeds grotere verzadiging van Zijn liefde, zou Hij ze ook nooit geschapen hebben; maar aangezien Hij ze geschapen heeft, bekommert Hij Zich ook om hen en om hun eeuwige behoud en laat daarmee zien dat Hem aan de mensen alles gelegen is. Daarom zou de mensen ook alles aan God gelegen moeten zijn! Heb jij, Mijn vriend, dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 129: De onsterfelijkheid van de menselijke ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Kijk, dat is dan ook de derde en hoogste graad van schouwen en leven van de ziel! In deze toestand ziet en hoort de ziel dan alles wat er ook maar in de gehele schepping is en bestaat. Ze ziet de hemel geopend en kan met de hele geestenwereld het meest lichte en levendigste contact hebben. Wat een dergelijke ziel dan ziet, hoort en voelt, kan nooit meer uit haar zeer heldere herinnering verdwijnen; want haar uiterst heldere sfeer van schouwen en voelen is alomvattend, eeuwig blijvend en alles doordringend.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Lazarus zei: 'Wat de Heer doet, is wel gedaan! Die gierigaard, die ik maar al te goed ken, heb ik zelf al verscheidene keren een flinke straf toegewenst voor zijn ten hemel schreiende onrechtvaardigheden, die hij meestal tegenover arme mensen begaan heeft, en nu is vanwege zijn schandelijke bezigheden ook eens een eind aan het geduld van de Heer gekomen -en daarom zij Hem alleen alle lof! In dat dorp zijn er natuurlijk ook nog wel een paar, die nog niet voor Gog en Magog op de knieën zijn gegaan -maar die zal de Heer ook zeker beschermen!'
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zei: 'Daar heb je gedeeltelijk wel gelijk in; maar Ik, die wel het beste weet hoe de hele mens van nature is en waarom hij ook zo moet zijn, om een mens en geen mensendier te zijn, zeg je dat de mens alleen wat zijn lichaam betreft een heel kunstig en wijs ingerichte machine is, waarvan de gezondheid, instandhouding en gebruiksmogelijkheid niet afhankelijk is van de vrije wil van de mens, maar alleen van Hem, die die machinerie geschapen en gebouwd heeft. Wanneer er dan iets aan de machine mankeert, kan de Meester ervan door Zijn almachtige wil ook gemakkelijk helpen, zonder daardoor ook maar in het minst schade toe te brengen aan de vrijheid van kennis, geloof en wil van de mens. Maar als Ik het ook zo zou doen met de ziel en geest van iemand, dan zou de eigen levenskracht van de ziel, die bestaat uit haar vrije liefde, uit het net zo vrije denken, vorsen en kennen, uit het geloof en uit het vrije willen, zo goed als gebroken en vernietigd zijn en daarmee dan ook iedere individuele zelfstandigheid. Wat zou een ziel en uiteindelijk Ikzelf, daar dan aan hebben?
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu kwam één van de leerlingen van Johannes naar Rafaël toe en zei: 'Luister, wonderbaarlijke jongeman, ik heb nu nog als enige verzoek aanjou, dat jij je watje eigenlijke wezen betreft wat nader aan ons bekend zou willen maken dan je tot nu toe gedaan hebt! Want dat jij een zeer mysterieus wezen bent, daarover is er in mij geen enkele twijfel meer; want wat jij nu allemaal al in korte tijd verricht hebt, kan een natuurlijk mens niet verrichten, en jouw wijsheid reikt ook oneindig veel verder dan alle tot nu toe aanwezige menselijke kennis. Daarom zou ik toch nader willen weten wie jij eigenlijk bent! Een geheel natuurlijk mens ben je absoluut niet, maar je kunt de geest van Elia of ook van een andere grote profeet zijn; want er staat geschreven dat in de tijd, dat de Messias tot de mensen zal komen, ook Elia aan Zijn zijde zal rondgaan als een trouwe getuige voor de blinde mensen. En ook staat er geschreven: 'In die tijd zullen jullie Gods engelen zien opstijgen en afdalen tussen hemel en aarde, en zij zullen Hem dienen die gekomen is in de naam des Heren, en ook de mensen, die van goede wil zijn.'
Hoofdstuk 138: Over het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Jullie nemen nu ook uit liefde voor Mij de jongeren die Ik aan jullie heb toevertrouwd en nog enkele armen van hier met je mee, die jullie nog heel wat aardse onkosten, moeite en zorgen zullen bereiden; kijk, dat neem Ik ook aan alsof jullie dat aan Mij zouden doen en Ik zal jullie daarvoor ook het loon in de hemel bereiden en in deze wereld zullen jullie geen schade lijden!
Hoofdstuk 149: De Heer maakt Zijn aardse toekomst bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar God beschermt daarbij toch altijd de tere ontwikkeling van een geschapen ding en in de tijd van de oogst is er dan toch vrijwel steeds zoveel van alles, dat de mensen, in het bijzonder zij die God liefhebben en zich aan Hem toevertrouwen, in alle opzichten genoeg hebben en God ook voor alles danken. Ja, er kunnen ook tijden en jaren zijn, die mager zijn en de mensen vaak het meest noodzakelijke niet geven; maar zulke tijden laat de Heer alleen dan komen, wanneer de mensen uit louter werelds belang begonnen zijn Hem helemaal te vergeten. Maar voor de mensen die ook in de dagen van beproevingen en kwellingen nog aan God de Heer vasthouden, zal ook in zulke tijden gezorgd worden en zij zullen zeker weinig nood leiden, wat Ik je volstrekt kan verzekeren.
Hoofdstuk 152: Over de goddelijke orde op de geestelijke levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Van de voortdurende beweging van de wereldzee is, zoals reeds getoond, al het geschapen natuurlijke leven afhankelijk; hoe meer de zee door hevige stormen en stromingen tot grotere activiteit komt, des te meer levensactiviteit wekt zij op bij alle schepselen van de vaste aarde en brengt bijgevolg ook een beter gedijen daarvan teweeg.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90  ...