5587 resultaten - Pagina 77 van 373
... 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 ...
[5] In het centrum van het hart bevindt zich weliswaar ook een zeer groot zenuwcomplex, maar dat is niet de plaats waar het centrale leven is gevestigd. Het is enkel een werkplaats waar de voedingsstof voor het leven, die uit het bloed en uit de lucht komt, opgenomen en bewaard wordt. Van daaruit neemt de centrale levenszenuw deze voedingsstof pas op en bevrucht of zegent deze eerst als een voor het leven geschikte substantie, dat wil zeggen voor het tijdelijke, natuurlijke meeleven van de ziel, want zonder deze zenuw zou de ziel helemaal niet in verbinding kunnen treden met het organisme van het lichaam.Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Deze levenszenuw waarover wij nu spreken, bevindt zich ergens aan de linkerkant van het hart en is een uiterst onaanzienlijke, buitengewoon kleine cel, te vergelijken met een héél kleine ganglioncel onder de bal van de kleine teen aan de linker voet en een overeenkomstige onder de kleine teen van de rechtervoet. Deze gevoelscellen, waar alleen maar de opperhuid overheen ligt, zijn de centrale gevoelszenuwgeleiders van de voeten, -en wie heeft daar oog voor, en wie weet, dat ze dat zijn?!
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar als Mijn geest over jullie zal komen, wanneer Ik weer naar het huis van Mijn vader zal zijn teruggekeerd, dan zal deze jullie vanzelf in alle waarheid binnenleiden, en dan zullen jullie niet meer hoeven te vragen :'Heer, waarom is dit zo, en dat zo?' De blinddoek zal van jullie ogen afgenomen worden en dan zul je in het helderste licht zien, waarvan je nu amper een vaag vermoeden hebt. Wees daarom voorlopig tevreden met hetgeen julle nu vernomen hebben! Dit is slechts een zaadje dat in jullie hart gelegd is, waarvan jullie de rijpe vruchten pas zullen oogsten, als de zon van Mijn geest in jullie zelf zal opkomen.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] O Heer, Uw liefde is mijn grootste troost en daarin voel ik me thuis; maar de grootsheid van Uw macht en wijsheid verslindt me zoals de immense bek van een walvis een nietig klein wormpje, dat er was en er meteen daarna niet meer is! In Uw grootheid bent U, o Heer, een verschrikkelijke vuurzee; maar in Uw liefde bent U honingzeem! Daarom houd ik het bij Uw liefde; en de grootheid van Uw macht en wijsheid bestaat, voor mij althans, zo goed als helemaal niet, want ik kan die niet vatten en zal dat ook nooit en te nimmer kunnen; maar de liefde kan ik vatten en ze verkwikt heel gelukkig mijn hart en maakt me mijn leven aangenaam.
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wil je Mij echter als dat herkennen, wat Ik ben zoals Ik hier voor je sta, dan moet Ik Mij aan jou als zodanig kenbaar maken door woorden, spreken en daden. En als je Mij daardoor waarachtig hebt leren kennen, en door Mijn macht en Mijn wijsheid hebt leren inzien dat Ik kennelijk meer ben dan een puur goed en verstandig mens, dan pas zal je hart deemoedig voor Mij in het stof zinken en in deze terechte deemoed pas echt volop in liefde tot Mij ontbranden; en daarin zul je dan pas trouwen waar de levende reden vinden om Mij, je God en Schepper, boven alles lief te hebben. En wat voor jou geldt, geldt ook voor ieder ander mens.
Hoofdstuk 117: Het kennen van Jezus als God als voorwaarde voor de ware liefde tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar denk daarom vooral niet dat de mensen zich niet graag aan een goede leider zouden toevertrouwen! Wat is voor een blinde meer welkom dan een ziende gids, en des te meer als de gids met een goed en echt waar geweten tegen de blinde kan zeggen: 'Vriend, nu ben je weliswaar nog blind, maar als je mij trouwen gelovig volgt, zul je in korte tijd zelf kunnen zien! ' En als de blinde dan vol vertrouwen met de ziende gids meegaat en na korte tijd zijn ogen een niet onbeduidende schemering beginnen waar te nemen, -wat zal zijn hart dan gaan zwellen van vreugde!
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De grote veldheer antwoordde daarop: 'Bij hem wordt de tijd nooit gunstiger, en alle waarschuwingen zijn bij hem steeds aan dovemansoren gericht geweest en totaal afgeketst op zijn hart. Er blijft niets anders over dan hem gewapenderhand te laten zien, dat hij niet de enige is die alle goederen van de aarde voor zich kan opeisen. Hij heeft in zijn land wel veel vestingen en burchten gebouwd en ze tot de tanden bewapend; maar dat maakt ons mets uit! WIJ dringen op een plaats het land binnen waar geen vestingen en burchten staan en brengen moeiteloos zijn volkeren op onze kant, want ze. zijn hoogst ontevreden over hem; dan geven wij hun voorlichting en wijze wetten en dan. .zal hij wel zien wat hij aan al zijn vestingen en burchten heeft. En als hij ons aanvalt, terwijl wij van top tot teen zwaar bewapend zijn en goed met zwaard, lans, pijl en werpspies weten om te gaan, dan hakken we hem tot de laatste krijger in de pan, want we hebben immers een grote overmacht, we zijn erg moedig en zoals iedereen weet uiterst bekwaam in het hanteren van de wapens! ,
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Mijn lieve vriend, ofschoon je zorg voortkomt uitje redelijke, bekommerde hart, moet Ik je toch zeggen dat jouw zorg een beetje voorbarig is! Dat deze leer bij alle volkeren in latere tijden niet zo zuiver zal blijven als deze nu uit Mijn mond tot jullie is gekomen, dat kan bij voorbaat wel als vaststaand aangenomen worden.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Is het met al deze dingen dus alleen maar zo en nooit anders kan zijn, hoe onbeduidend lijkt dan jullie bezorgdheid over het zuiver houden van een tot jullie gericht woord! De mens heeft hier slechts heel weinig van nodig, maar een heel klein mosterdzaadje; als hij dit in de levensaarde van zijn hart legt en het dan ijverig en daadwerkelijk verzorgt, zal er een boom uit groeien en onder de takken van deze boom zullen ook de vogels van de hemelen hun woning vinden.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Jullie hebben nu zelf sinds verscheiden dagen, die Ik steeds onderwijzend en handelend in jullie midden heb doorgebracht, toch heel wat vernomen en gezien, en jullie ziel is daardoor zeer wakker gemaakt, en in jullie hart is liefde, geloof en volledig vertrouwen gekomen; maar als je het alleen hierbij zou laten, dan zouden jullie er werkelijk nog weinig aan hebben voor je ziel, en jullie kennis en weten zou niet meer worden dan wat het nu is.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En daarom zeg Ik tegen jullie: Ga zorgvuldig bij jezelf na, of er niet nog sterke, wereldse, baatzuchtige gedachten jullie hart besluipen, of jullie hart, en daarom ook jullie ziel, niet af en toe bevangen is door hoogmoed, door een zekere te overdreven zuinigheid -een jongste zus van gierigheid -, eerzucht, neiging tot oordelen, graag gelijk willen hebben, neiging tot lichamelijke wellust, en door meer van dergelijke zaken! Zolang dit nog bij de een of de ander het geval is, zal hij de belofte, dat wil zeggen het volledig in vervulling gaan ervan, aan zichzelf nog niet meemaken.
Hoofdstuk 125: De noodzaak om zichzelf te onderzoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als jullie met iemand, die je heeft beledigd, zonder de minste kwaadheid in je hart zo kunt spreken, dan hebben jullie een volkomen gerechtvaardigd, edel en goddelijk eergevoel in je hart. En als je vanwege zoiets nog een klein beetje van een soort boosheid in jezelf bemerkt, en bitter en onvriendelijk op zo iemand reageert, dan is dat nog het gevolg van geringe, in jullie ziel verborgen hoogmoed, en alleen al hierdoor kan de vereniging van je ziel met Mijn lichtgeest in jezelf nog lang worden verhinderd.
Hoofdstuk 125: De noodzaak om zichzelf te onderzoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als iedereen dit uit ware, edele naastenliefde voor het leven doet, dan zullen er in een samenleving spoedig nog maar heel weinig mensen zijn die men 'armen' zou kunnen noemen. Behalve mensen die lam zijn, gebrekkig, blind, doof en melaats, zullen er weinigen meer zijn die de gemeenschap tot last zijn; maar deze moeten dan wel met een vreugdevol hart voorkomend verzorgd worden.
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar wat ze doen, behoren ze altijd met grote vreugde te doen, opdat het hart van de leraar niet bedroefd wordt vanwege de hardheid van de harten van de leden van de gemeenschap, en hij met vreugdevol hart ziet, hoe Mijn woord uit zijn mond meteen de edelste vruchten van het ware, innerlijke leven begint te dragen.
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] MATHAËL zegt, diep getroffen door de waarheid van Mijn woorden: 'Heer, een korte pauze slechts, en dan wil ik U ook door middel van woorden danken voor deze te belangrijke opheldering en terechtwijzing van al mijn bezwaren! Ja, deze lofprijzing moet luid uitgesproken worden! Maar nu is mijn hart nog te ontroerd en te berouwvol, daarom een weinig rust voor mijn ziel, o Heer, Gij, eeuwig hoogst Wijze!'
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)