Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 77 van 1112

...  65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90  ...
[9] Ahab vertelt: 'Heer en Meester! U heeft de dochter van onze overste Jaïrus opgewekt uit de dood - dat is bekend in de gehele streek -, en ook de..dochter van een overste uit het Romeinse leger. Wie zou er dan aan twijfelen of zo'n afschuwelijke tiran niet eeuwig dankbaar zou zijn voor zo'n wonderdaad, en de wonderdoener een plaats rechts naast zich op de troon zou geven, net zoals eens de farao met Jozef deed nadat deze hem zijn droom had uitgelegd!
Hoofdstuk 189: Duivelse aanval. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Bij U vergeleken ben ik weliswaar maar een heel eenvoudig mens; maar deze slechte booswichten wind ik allemaal heel makkelijk om iedere vinger! En ik vind het zeker geen zonde om de satan zo hard als dat maar mogelijk is ergens tegen op te laten lopen. Want dat dwingt hem om zich weer voor een tijdje heel bescheiden van het kwade gevechtsterrein terug te trekken; en zo wint de wijze en slimme mens weer tijd om zijn geest met edeler zaken bezig te houden, in plaats van steeds maar door met de satan ruzie te maken.'
Hoofdstuk 189: Duivelse aanval. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dan zeggen Baram en Kisjonah tegelijk: 'Hooggeëerde moeder, die God de eindeloze genade heeft waardig bevonden, om door haar de allerhoogste zoon van alle hemelen in deze slechte wereld te laten geboren worden, maakt u zich daar maar geen zorgen over! Kijk, in de eerste plaats zijn wij staatkundig gezien geen Joden meer, maar naar buiten toe zijn wij Grieken, hoewel wij in onze harten echte Mozaïsche Joden zijn! Beiden zijn wij - de Heer zij alle lof - rijk; kom daarom met al uw verwanten bij ons wonen, en u zult niets te kort komen!'
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Aan de zee zal Ik eerst het volk nog door middel van beelden veel over het Rijk der hemelen onthullen, opdat niemand zich te eniger tijd verontschuldigen kan door te zeggen: 'Hoe zou ik dat hebben moeten geloven en doen, terwijl ik er nooit iets over hoorde?!' Als de oude booswichten komen, dan moet het volk hen niet tegenhouden opdat ze zich eens nog minder zullen kunnen verontschuldigen.
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ook de oude Farizeeën mankeren niet, hoewel ze zich verkleed hebben, opdat het volk ze niet zal herkennen. Wanneer we aan de zee komen, dringt het volk onder het voortdurende roepen van 'Heil aan de zoon van David!' zo dicht naar de oever, dat Ik met Mijn verwanten geen plaats meer heb om te staan, en al Mijn talrijke leerlingen nog minder .
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen wij allen in het schip waren, en de trap opgetrokken was, zei Ik tegen het volk dat het zich rustig moest gedragen en zich aan de oever een plaats moest zoeken. En het volk werd rustig, en stil zocht het zich een plaats aan de oever; alleen de oude Farizeeën zetten zich niet neer, maar stonden niet ver van de oever in de nabijheid van hun schip; want ze waren van plan om Mij steeds in het oog te houden en waren daarom ook helemaal klaar, om ons ook op zee te achtervolgen.
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Want het hart van dit volk is eigenzinnig en hun oren horen slecht en hun ogen dutten, om te voorkomen dat ze op een keer met de ogen zouden zien, met de oren zouden horen, met het hart zouden begrijpen en zich zouden bekeren en Ik hen dan echt kon helpen!' (Matth.13:15)
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het zaad dat op de rotsgrond viel, betekent het volgende: Een mens hoort het woord en aanvaardt het met veel vreugde. (Matth.13:20) Maar omdat zo iemand net als een steen te weinig levensvocht, waarvoor een moedig hart alleen borg staat, en ook te weinig grond, ofwel vaste wil, in en boven zich heeft en daarom ook net als een steen afhankelijk is van het weer om vochtig of droog te zijn, en dus met het weer meedraait, ergert hij zich erg en wordt kwaad als hij allerlei ellende en vervolging ter wille van Mijn woord moet ondergaan (Matth. 13:21) en lijkt daarom juist op een door de zon verhitte steen, waarop Mijn woord natuurlijk geen wortels kan krijgen en tenslotte helemaal verdorren moet.
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] En kijk, daar aan de oever staan veel van zulke stenen, die nu ter wille van Mij erg kwaad zijn op de slechte Farizeeën. Ze zien nu echter tijdens Mijn aan hen gerichte woorden, dat zich boven hun hoofden allerlei ellende en vervolging samenpakt. Door te veel ergernis enerzijds en te veel vrees anderzijds doden ze nu Mijn woord in hun hart, want ondanks alle tekens die zij hebben gezien, en ondanks al Mijn uitdrukkelijke verzekeringen geloven zij toch niet dat Ik voldoende machtig ben om ze te beschermen tegen al het kwade. Op deze manier lijken ze op de steen waarop het zaad viel.
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Het zaad, dat tussen de dorens viel, betekent: Dat een mens het woord hoort en ook aanvaardt, maar daarbij bezig is met allerlei wereldse zaken en de daarbij behorende zorgen, of met bedrieglijke winsten of de nog bedrieglijker rijkdom. Zulke ijdele zorgen hopen zich van dag tot dag op, tieren net als alle onkruid welig in het hart voort en verstikken maar al te makkelijk en te snel Mijn gezaaide woord. (Matth. 13:22)
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Als je weet dat men alleen bij diegene raad vraagt, die enige wijsheid heeft, en zich gauw afwendt van iemand die al snel Iaat blijken dat hij slechts een praatjesmaker is, dan is de vraag: -doet men onrecht, als men het geloof in de praatjesmaker opgeeft en het overdraagt op de echte wijze, die toch al van alle kanten vertrouwen in overvloed geniet?
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Alweer zagen alle leerlingen inclusief de pientere twaalf apostelen, elkaar heel verbaasd aan en zeiden tegen elkaar: 'Wie kan dat in zich opnemen en begrijpen? Of houdt hij het volk vanwege de Farizeeën voor de mal? Het is echt niet te begrijpen waarom Hij nu opeens met zulke duistere beelden aankomt!'
Hoofdstuk 192: Onkruid tussen de tarwe, mosterdzaad en zuurdeeg. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De Farizeeën echter niet, zij klommen, toen ze zagen dat Kisjonah zijn schip begon vlot te trekken, ook meteen in hun klaarliggende schip en kozen vóór ons zee. Maar Ik wilde heimelijk, dat een krachtige wind hen zou voortdrijven. En zie, meteen dreef een krachtige wind hun schip hard voor zich uit en schuimende golven sloegen zo nu en dan over het dek.
Hoofdstuk 192: Onkruid tussen de tarwe, mosterdzaad en zuurdeeg. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Kisjonah begrijpt Mij, zwijgt, slaat zich dan driemaal op de borst en zegt na een poosje: 'Ik ben wel niet waard, dat U bij mij intrekt, maar wees mij arme zondaar toch genadig en barmhartig en blijf een paar dagen als troost bij mij!'
Hoofdstuk 194: Het geestelijk huis van de mens. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Kisjonah was geweldig verbaasd over zo'n uitspraak en kon zich beslist niet voorstellen wat dat betekende en hij merkte van pure verbazing nauwelijks, dat de jongeman bij de laatste woorden de kamer verliet om zijn opdracht uit te voeren.
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90  ...