Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 761 van 1037

...  749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774  ...
[2] 'Stuur nu metselaars en timmerlieden naar de plaats van de reeds geheel gebluste brand en laat onderzoeken of er misschien nog kostbaarheden te vinden zijn! Die moeten ook worden bijeengebracht in jouw voormalige grote eetzaal en in al je voormalige woonvertrekken!
Hoofdstuk 295: Het verzamelen van de gesmolten schatten op de plaats van de brand. Het bevel om het paleis weer op te bouwen. De waarschuwende mysterieuze roep van boven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Fungar-Hellan volgde de raad van Mahal op en zond op dezelfde dag nog duizend metselaars en evenveel timmerlieden naar de plaats van de brand; en zij raapten tien dagen lang en vonden nog meer dan twintigduizend centenaar gesmolten goud en zilver en daarnaast ook een ongelooflijke hoeveelheid alleredelste stenen - zoals diamanten, robijnen en smaragden, hetgeen zij natuurlijk allemaal naar de grote koningsburcht brachten.
Hoofdstuk 295: Het verzamelen van de gesmolten schatten op de plaats van de brand. Het bevel om het paleis weer op te bouwen. De waarschuwende mysterieuze roep van boven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] En Fungar-Hellan stuurde de arbeiders er weer heen om het puin van de brandplaats weg te halen; en zie, ze vonden in de loop van nog eens tien dagen een bijna nog grotere hoeveelheid van het edele metaal in gesmolten toestand en zij brachten het naar de koningsburcht, waarover Fungar-Hellan zich nog meer verbaasde.
Hoofdstuk 295: Het verzamelen van de gesmolten schatten op de plaats van de brand. Het bevel om het paleis weer op te bouwen. De waarschuwende mysterieuze roep van boven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Fungar-Hellan liep direct naar Mahal en vroeg hem wat die merkwaardige roep toch te betekenen had.
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Als Hij mijn bestuur niet goed vindt, laat Hem dan komen en mij tonen hoe Hij het wil hebben, - dan zal ik dat vormgeven naar Zijn wens! Maar Hij zegt een eeuw lang niets en gedraagt Zich alsof Hij niet bestaat, of alsof Hij slaapt, of over alles en iedereen volledig tevreden is! Daardoor gaat in de lange loop der tijden wel veel van Zijn eens geopenbaarde wil en de vervulling daarvan teloor! Maar wiens schuld is dat anders dan van de Schepper Zelf omdat Hij niet te allen tijde hetzelfde is?!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Je zult wel zeggen dat de Heer meerdere malen boden naar ons toe heeft gestuurd! Maar ik zeg: zulke boden verschaffen een ware God werkelijk geen eer omdat zij uiteindelijk zwakker zijn dan wij, naar wie zij gezonden waren!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Laten wij bijvoorbeeld Waltar nemen! Vraag: hoe kan een wijze God zo'n profeet naar een volk als ons Hanochieten sturen, om ons te bekeren?! Heeft hij ons niet ver overtroffen in alle zwakheden, en toch had hij voor ons een door God gezonden profeet, een leraar in Gods kracht moeten zijn!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Indien het hele rijk zou zijn zoals Hanoch nog is, nu weliswaar in nog maar weinig mensen, dan zou God nog wel duizend jaar willen wachten op volledig beterschap; maar ga naar jullie vazallen en naar de twaalf andere steden; daar zul je gruwel op gruwel aantreffen waarover jullie nooit iets horen!
Hoofdstuk 298: Gods machtige oproep tot boetedoening in de troonzaal. De zegen van waar berouw. De gruwelen in de laagte. De goddelijke opdracht aan Fungar-Hellan om alle afgodentempels te vernietigen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen de krijgsoversten, die zelf getuige waren van deze wonderbaarlijke stem en de woorden in de grote troonzaal, des te sneller en ijveriger weggingen om het leger op orde te brengen, ging Gurat naar Fungar-Hellan en zei tegen hem:
Hoofdstuk 299: De mobilisatie van het leger. Gurat verzoekt Fungar om ambtenaren. Voorschrift met betrekking tot de twee kooi-bewoners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Je weet toch hoe wij in het begin om onze troon veilig te stellen genoodzaakt waren alle groten van de stad en ook van het rijk naar ons toe te trekken en hun een hoge rang aan het hof te geven!
Hoofdstuk 299: De mobilisatie van het leger. Gurat verzoekt Fungar om ambtenaren. Voorschrift met betrekking tot de twee kooi-bewoners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Gurat en ook Fungar-Hellan dat van Mahal vernomen hadden, begaven zij zich naar de andere zaal waar de beide kooibewoners zich onder een flinke bewaking bevonden.
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar waar leeft een gevangen zondaar die niet naar zijn vrijheid verlangt, of die hem al baatte of niet?! Dat is ook bij mij het geval! Ik besef nu ongetwijfeld de volle omvang van mijn misdaad tegenover jullie en tegenover God zoals misschien wel geen tweede zondaar die beseft; maar toch bespeur en voel ik ook de machtige drang naar vrijheid die deze kerker tot een ondraaglijke kwelling voor me maakt!
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Agla op deze wijze was bevrijd, ging Gurat naar Fungar-Hellan en vroeg hem of er met Drohuit hetzelfde moest gebeuren in het geval dat hij zijn leven zou verbeteren zoals Agla beterschap had getoond.
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zo herken ik hier al op het eerste ogenblik het gezang van deze vogel die noch een spreeuw, noch een merel en al helemaal geen goudleeuwerik is, maar duidelijk herkenbaar als een echte doods- en roofvogel de stem van kleine vogeltjes nabootst om hen dichter naar zijn klauwen te lokken! Nu zijn wij echter geen dwazen meer en zullen ons door hem niet in het een of andere struikgewas laten lokken!
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Nu had Agla nog haar koninklijke kleren aan en daarom ging zij naar Fungar-Hellan toe en zei: 'O, jij door mij zo zeer miskende, edele man! Zie, ik als een allergrootste zondares ten overstaan van God, van jou, van de koning, van mijn vader en van alle mensen, draag nog koninklijke kleren over mijn onwaardige lichaam! Ik verzoek je daarom ze van me af te nemen en mij het meest gewone harige kleed te geven dat past bij een zondares die boete doet, want deze prachtige kleren branden als een machtig vuur mijn ziel!'
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774  ...