Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 762 van 1166

...  750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775  ...
[31] Ik bedoel niet dat de Almachtige mij mijn grote schuld daarom minder aan zou moeten rekenen dan zij in werkelijk­heid is; alleen zou ik graag willen dat er rekening mee wordt gehouden, omdat de wereld werkelijk wereld is, waarmee zelfs met de beste wil niets is te beginnen.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[35] Je zult nu hopelijk inzien dat hier, waar niets geldt dan alleen de zuivere waarheid, verenigd met de eeuwige liefde, met al je verontschuldigingen niets bereikt wordt, behalve met het 'Mea quam maxima culpa!’* (* Mijn zeer grote schuld) .Dat is alleen juist; al het ande­re heeft geen waarde voor de Heer. Je zult wel moeten toege­ven dat God de wereld tot in haar fijnste vezels sinds alle eeu­wigheid beter kent dan jij haar ooit zult kennen. Daarom zou het ook de grootste onzin zijn als jij tot je verontschuldiging de Heer zou willen beschrijven hoe de wereld is; ofschoon je zegt dit niet ter verontschuldiging aan te voeren, maar alleen opdat de Heer consideratie met je zal hebben, zonder ook maar enigszins te bedenken dat jijzelf een van degenen was die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het slechter maken van de wereld!
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[32] Mijn geliefde redder, wees daarom niet boos op mij, want ik spreek nu zoals ik het tot nu toe heb begrepen en ingezien. Je zult het zeker beter weten, want ik heb uit jouw woorden begrepen dat je vol ware goddelijk wijsheid bent en mij de juiste aanwijzingen zult geven wat ik moet doen om tenmin­ste aan de hel te ontkomen.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[30] Ik heb het gevoel dat dit nu het enige is, waarop ik inner­lijk voor mijn leven aanspraak durf te maken. Er is op de vol­slagen bedorven wereld ook niets meer te veranderen, want de algemene gang van zaken is daar nu door en door slecht, zodat het daar bijna onmogelijk wordt om goed te zijn en tegen de stroom in te zwemmen. ( ...)
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[11] onze man is niet weinig verbaasd over deze wonderlijke geschiedenis en zegt tegen zichzelf: 'Wat zullen we nu hebben? Waar ben ik? Leef ik nog, of ben ik gestorven? Want ik was erg ziek en het kan best zijn dat ik mij al onder de overledenen bevind! Ja, ja, om Gods wil, het zal wel zo zijn! O, heilige Maria, heilige Jozef en heilige Anna, mijn drie grootste toe­verlaten, kom en help mij naar het rijk van de hemelen!' Hij wacht een tijdje, zorgelijk om zich heen spiedend van welke kant de drie zullen komen, maar zij komen niet.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Zelf riep hij meermalen uit: '0 Heer ontferm U over mij! Heilige Maria, lieve Moeder, help mij, erbarm U over mijn aartsbisschoppelijk ambt, dat ik draag tot eer van U en van Uw Zoon; o verlaat Uw getrouwe dienaar niet, mijn enige helpster in de nood, enige toeverlaat van alle lijdenden.'
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[20] Daarop zegt de man: 'Ik dank je hartelijk voor deze leiding! Geef mij maar mijn staatsie-uniform terug, bedriegers; ik zal mezelf wel een weg banen! Kijk eens naar die lompen! Van iemand als ik, uit een geslacht van minstens twintig adellijke voorouders, willen ze zomaar een zwijnenhoeder maken! O, als ik nog op aarde was, zou ik jullie daarvoor zo laten boeten, dat het jullie nog lang zou heugen! Deze vagebonden geven zich ook nog uit voor boodschappers van God! Nee, wacht, dit optreden als boodschappers van God zal jullie nog duur te staan komen!'
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[16] De minister antwoordt: 'Goed dan, neem mij mee en maak mij gereed, en schaaf zorgvuldig al het wereldse van mijn ziel, dan zal wel blijken hoeveel jullie uitspraken waard zijn'.
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[25] Heb je ooit in je hart gezegd: 'Laat de kleinen tot mij komen'? -O, nee, slechts de groten hadden voor jou waarde. Of heb je ooit een arm kind in Mijn naam opgenomen, gekleed, gevoed en gelaafd? Hoeveel naakten heb je wel gekleed, hoeveel hongerigen verzadigd, hoeveel gevangenen bevrijd? -Wel, Mij is daar niets van bekend; maar wel heb je duizenden in hun geest tot gevangenen gemaakt en niet zel­den door te vervloeken en te verdoemen diepe wonden gesla­gen in de ziel van vele armen, terwijl je de groten en de rijken de ene dispensatie na de andere gunde, natuurlijk tegen be­taling. Een enkele keer ook voor niets bij erg grote heren om hen te imponeren met een soort wereldse vriendschap. Denk je nu werkelijk dat dergelijke werken door God met welgeval­len gezien worden en je daarom direct na je sterven in de hemel opgenomen had moeten worden?
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Daarop wordt onze man heel angstig. Hij begint wanhopig te worden en zegt: 'O, om godswil, Heer sta mij bij! (Dit is echter slechts een uitdrukking uit gewoonte van hem.) Wat is dat nu? Driemaal heb ik geroepen en -tevergeefs! Ben ik dan verdoemd? Nee, dat kan niet, want ik zie geen vuur en ook geen -'God sta ons bij' (het woord duivel durft hij niet uit te spreken). O, o,o, dit is echt verschrikkelijk! Helemaal alleen! O God, wanneer er nu zo'n 'God sta ons bij' zou komen en ik geen driemaal gezegend wijwater heb en ook geen kruisbeeld, wat kan ik dan doen? En voor een bisschop zal die 'God sta ons bij' wel een bijzondere hartstocht hebben. 0, o,o, (bevend van angst), dit is wel een heel wanhopige geschiedenis. Ik geloof dat bij mij het geween en knarsen der tanden al begint. Ik zal mijn bisschopsgewaad uittrekken, dan zal 'God sta ons bij' mij niet herkennen! Maar daardoor heeft hij misschien nog meer macht over mensen zoals ik. O wee, o wee, wat is de dood toch verschrikkelijk.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[14] De minister zegt: 'Werkelijk, jullie woorden zijn wijs en garanderen mij, dat alles is zoals jullie mij nu hebben meege­deeld. Ook is het nu helemaal duidelijk dat ik lichamelijk gestorven ben. Maar dat een zekere joodse Leraar de enige God en Heer zou zijn, dat begrijp ik niet! Wat zijn dan de 'Vader' en de 'Heilige Geest'? Zie, dat klopt niet met de eigen leer van Jezus, die toch de eerste was die overal de ene goddelijke drie­eenheid leerde! Vergeef mij dus dat ik jullie niet zo snel kan volgen als jullie wensen -tenzij jullie mij daar snel van over­tuigen!'
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Maar op de wereld dacht ik: de dood van het lichaam is het einde van ieder bestaan. Dat was mijn heimelijke, vaste geloof, en alle wijsheid van de wereld had mij geen ander geloof kun­nen geven! Dit beschouwde ik als de enige waarheid, en zie, ook dat is een leugen; want ik leef verder, hoewel ik wat mijn lichaam betreft gestorven ben.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[9] Maar ik merk dat er voortdurend aan mijn pontificale toga geplukt wordt. Wat zou dat toch zijn? Is er dan misschien toch een onzichtbare geest in mijn buurt, of doet de een of andere wind dat soms? Het is werkelijk heel eigenaardig in deze oneindige woestijn, want je kunt lopen waar je wilt, je blijft toch eeuwig helemaal alleen. Je kunt roepen, schreeuwen, schelden, opspelen en vloeken -of bidden tot wie je maar wilt, er gebeurt helemaal niets en je blijft voor en na helemaal alleen! Het zal al wel enkele jaren geleden zijn dat ik op aarde gestorven ben, en wel op een heel pijnlijke, uiterst onaange­name manier en nu ben ik even onaangenaam alleen, met niets anders dan die kale woestijn onder mijn voeten! Ruimte heb ik hier wel, dat is weer een waarheid, maar waar ik ben, wat er in de toekomst van mij zal worden -zal ik eeuwig ver­der leven of toch eenmaal volledig vergaan -, dat is een onop­losbaar raadsel.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[17] Als ik nu maar te weten kon komen waar ik eigenlijk ben?! Als dit nog lang moet duren, zou deze toestand wel eens erg vervelend kunnen worden! Ik heb wel eens iets over een God gehoord -ik zal me toch eens ernstig tot hem wenden. Ik heb me natuurlijk zojuist wel wat bars tegenover hem gedragen; maar hij zal me dat, als hij ergens is, toch niet zo zwaar aanre­kenen. -Hé daar, mijn god, mijn heer! Als je ergens bent, help mij dan uit deze wonderlijk fatale toestand!'
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[16] Het is hier koud noch warm, noch volledig donker, hoewel het licht mij bepaald niet verblindt! Wat ik niet kan begrijpen is, dat ik in deze solotoestand nog zo blij en opgeruimd ben, dat ik daardoor nog de clown uit zou kunnen hangen –en toch, zoals uit dit voorbeeld blijkt, ben ik in het lichaam van mijn moeder beslist niet eenzamer geweest dan hier! Echt, als ik hier nu zo'n je weet wel, zo'n ja dat bedoel ik, als ik hier nu zo'n 'vrouwmens' bij mij zou hebben, werkelijk, dan zou ik zelfs kunnen vergeten dat ik -maar dank je de koekoek, de veldheer met zijn vijf dozijn grote voorouders! Werkelijk, voor zo'n 'vrouwmens' van de laagste stand zou ik nu wel alles over hebben!
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775  ...