Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 763 van 1166

...  751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776  ...
[4] Kijk nu eens naar de zieke, hoe dapper hij zich houdt! Maar deze dapperheid is maar schijn, want inwendig zou onze held wel kunnen vergaan van angst en vertwijfeling, en daarbij ver­vloekt hij de zeer pijnlijke ziekte zoals een huzaar zijn paard als het hem niet wil gehoorzamen. -Het is toch een wonder­lijke toestand: daar bidden monniken, weliswaar met een godsvrucht die ver te zoeken is, en waar heimelijk ook nog een helemaal tegenovergestelde wens mee verbonden is Propter certum quoniam* (* vanwege een bepaalde zaak), maar het blijft toch vreemd dat hij, voor wie tenminste nog 'voor het oog' gebeden wordt, vloekt dat het een schande is!
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[12] Daarna verlaat de tweede engel de as, die steeds sterker beweegt; maar de eerste engel blijft. Dit bewegen is niets anders dan het zich opnieuw rangschikken van de geheel ver­woeste, verstrooide en volslagen ontredderde zielendeeltjes, wat nu rechtstreeks door Mijn kracht gebeurt. Nu zal ook direct blijken, hoeveel en wat er van de ziel van dit meisje nog over is gebleven!
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[8] Ik heb dus ook gebiecht en gecommuniceerd volgens het oude voorschrift, hoewel ik mijzelf daar heel gemakkelijk van had kunnen vrijstellen, aangezien ik de macht had om de biecht samen met de strenge communie voor iedereen voor eeuwig op te heffen, wat ik echter uit politieke overwegingen toch niet kon en wilde doen. -Als er een hel bestond, zou er ook reden genoeg zijn om mij daarin te bevinden; want voor God is ieder mens een moordenaar! Op zijn minst zou ik me in het vagevuur moeten bevinden; want dat moet iedereen toch minstens drie dagen lang ondergaan! Maar ik onderga niets, noch het een noch het ander. En daarom zijn God, Christus, Maria, hemel, vagevuur en hel niets dan leugen en bedrog! De mens leeft alleen door de krachten van de natuur en denkt en voelt alleen op grond van de concentratie van de verschillende natuurkrachten in hem, die daar waarschijnlijk tot een eeuwig onverwoestbaar geheel met elkaar verbonden en verweven zijn. Het zal nu dus mijn taak zijn, die krachten nader te onderzoeken en dan, als ik ze precies heb leren ken­nen, door middel daarvan een hemel te vestigen.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Ben ik soms een slaapwandelaar? Droom ik misschien, of zou ik soms echt gestorven zijn? Ach, dit is toch een vervloekt domme toestand! Weliswaar ben ik nu heel gezond en voel geen pijn, en ik herinner mij iedere kleinigheid van mijn leven. Ik was toch heel erg ziek; ik heb die domme artsen de waarheid gezegd en die twee huichelaars naar de duivel gejaagd en heb in mijn opwinding ook, natuurlijk door de al te hevige pijn, de Schepper een paar fikse grofheden voor de voeten gegooid -dat herinner ik mij allemaal heel goed! Ook weet ik, dat ik heel boos was en iedereen van woede had kun­nen verscheuren. Maar nu is alles verdwenen. Het zou wel in orde zijn, als ik maar wist waar ik nu eigenlijk ben en wat er met mij gebeurd is.
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Een aanstaand arts gaat naar het ziekbed toe; hij wil de pols voelen en vraagt de patiënt kalm te zijn. Maar de voorname patiënt richt zich op en zegt: 'Kom maar eens hier, slechte hond van een arts, dan kan ik mijn woede op jou koelen! Loop naar alle duivels! Wil je mij misschien weer met opium martelen? Zie eens hoe slim dit canaille is. Als ze niets meer weten, komen ze direct met opium, zodat je inslaapt en zij zodoende een paar uur lang terechte verwijten ontlopen die ze heel erg verdienen, terwijl ze braaf in hun vuistje lachen en al uitrekenen hoeveel ieder van hen na mijn dood zal kunnen vragen! Hahaha, niet waar? Ik doorzie jullie plannen! Weg dus met jullie, slechte honden, anders breng ik jullie met mijn laatste krachten nog om jullie afschuwelijke loederleven! –Hé wat zie ik daar in het zijvertrek dan voor twee zwartrokken? Wat doen die daar? Ik geloof zelfs dat ze voor mijn ziel bid­den! Wie heeft ze daarvoor geroepen? -Eruit met hen, anders sta ik op en schiet ik ze als honden neer!' ­
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[21] De schijnvrouw zegt: 'Goed dan, alles wat gebeurd is zij je volkomen vergeven. Maar zorg ervoor dat je in de toekomst geen gebruik meer maakt van je voorgewende zwakheid, anders zul je weinig zegen hebben van mijn zeer grote toe­geeflijkheid! Ik zal je dus nog een tijd verdragen en zien hoe het gaat! -Maar slapen zul je nooit meer, want kijk en luister: je bent niet meer op aarde, maar in de geestenwereld! En Ik, die jij voor jouw vaak bedrogen vrouw aanzag, ben niet je vrouw, maar -ziehier -Ik ben jouw Heer en jouw God! Blijf, als je dat wilt, zoals je bent; maar als je verder wilt komen, volg Mij dan uit deze oude schandkamer van jou!'
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[20] Bedenk, dat wij mensen allemaal zwak zijn in ons vlees, ook al is de geest nog zo gewillig, dan zul je mij al mijn zwakhe­den gemakkelijk vergeven! Bedenk, dat de Heer de echtbreek­ster niet heeft geoordeeld; dan zal ook een berouwvolle echt­breker bij Hem wel erbarmen vinden! Oordeel ook jij, lieve vrouw, mij niet; want ik beken het en heb berouw over mijn grote schuld tegenover jou en ook over het ellendige vergrijp tegenover onze getrouwde dochter! Moge de Heer Jezus het mij vergeven, zoals jij het mij vergeeft!'
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[17] Totaal verbluft zegt de man: 'Lini, lieve vrouw, hoe weet je zulke dingen over mij? Werkelijk, zoiets zou ik alleen in een zware roes gedaan kunnen hebben -en als ik het gedaan heb, dan reken ik erop dat jij met zo'n menselijke zwakheid van mij ook christelijk geduld zult hebben en daar verder geen gebruik van zult maken dat voor ons huis onterend is. Wees verstan­dig, lieve vrouw, wees verstandig en spreek er niet meer over; want weet je, ik heb je toch heel erg lief Wees maar weer goed, wees goed, mijn lieve vrouwtje; ik zal zoiets mijn hele leven nooit meer doen!'
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[11] Laten we nu naar onze man zelf luisteren en zien hoe hij zich in zijn nieuwe toestand gedraagt en welke indruk hij ervan heeft. Hoor wat hij nu in bed zegt: 'Lini, slaap je?' Lini (zijn vrouw) richt zich op en vraagt: 'Wat wil je, lieve Leopold, mankeert je iets?' (NB: vrouwen kinderen en verdere huisge­noten worden door speciaal daartoe geroepen geesten als het ware verborgen vertegenwoordigd). De man zegt: 'Nee, mij mankeert niets, ik ben godzijdank kerngezond. Ik kan alleen niet in slaap komen; ik heb zelfs niet de minste neiging daar­toe. Ga mijn slaappillen eens halen, ik zal er een paar inne­men, misschien lukt het dan wel'.
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[39] De astronoom zegt: 'Mijn geliefde Jezus, kijk, voor God ben ik nog lang niet rijp. Help mij dus, als U kunt, om in de sterren rijp te worden' .
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[36] De vriendelijke Man zegt: 'Kijk naar Mijn wondtekenen! Zie, Ik ben jouw zwakke Jezus en kom je tegemoet om met Mijn zwakheid jouw zwakheid te ondersteunen, want als Ik je met Mijn kracht tegemoet zou komen, zou je geen leven heb­ben! Want weet, elk beginnend leven is een tere plant, die zon­der lucht niet gedijt, maar een orkaan doodt het leven van de plant! Daarom ben Ik nu ook slechts een zuchtje wind dat jou tegemoet komt om je tot leven te wekken, en geen orkaan om je te vernietigen. Heb Mij lief, zoals Ik jou van eeuwigheid af liefheb, dan zul je het ware eeuwige leven hebben!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[18] Lini zegt: 'Dat geloof ik ook. Als men zijn hele leven al zo geleefd heeft en zijn trouwe vrouw minstens iedere veertien dagen een keer bedrogen heeft en zich al een paar keer een afschuwelijke ziekte op de hals heeft gehaald, dan wordt het misschien wel eens tijd om van dergelijke bezigheden af te zien, waarover in de Schrift geschreven staat: 'Hoereerders en echtbrekers zullen het hemelrijk niet binnengaan'. Zeg me, mijn in de godgeleerdheid goed onderlegde man, wat zou je nu doen als de Heer jou plotseling tot zich zou roepen? Hoe zou het er dan met jouw zaligheid voorstaan? Of heb je van de Heer misschien een schriftelijke garantie dat Hij je zolang zal laten leven, tot jij je leven fundamenteel zult beteren? ­Vanwege die Cilli zou ik nog niets willen zeggen; maar de onmiskenbare zinnelijke neiging die jij onze eigen oudste dochter hebt laten merken, nog voor ze trouwde, op een manier die jou een eeuwige schandvlek voor God en alle men­sen, als ze het zouden weten, op je godgeleerde voorhoofd heeft gedrukt -zeg eens, wat moet ik daar dan van zeggen? Of wat zal God daarvan zeggen?'
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[16] De vrouw zegt: 'Eigenaardig, mijn beste echtgenoot! Er wordt toch beweerd, dat de rijke, godvrezende Leopold na zulke feestmaaltijden gewoonlijk naar een zekere Cilli gaat en daar zozeer zijn mannetje staat, dat een jongeman daar een voorbeeld aan zou kunnen nemen. Maar als daarna thuis de trouwe, weliswaar al wat oudere Lini laat merken dat zij Leopolds vrouw is en soms om bepaalde redenen ook de slaap niet kan vatten, dan heeft Leopold altijd duizend theosofische, filosofische en God weet wat voor redenen nog meer om niet aan het redelijke en bovendien ook zeer sporadisch voorko­mende verlangen van zijn vrouw tegemoet te komen! Kijk, Leopold, jij vriend van de waarheid, wat vind je er diep in jezelf van dat je mij, jouw altijd zeer trouwe vrouw, zo smade­lijk en werkelijk schijnheilig beliegt? Hoe vaak heb je mij niet de schandelijkheid van echtbreuk in de felste kleuren geschil­derd! Maar wat zeg je nu van jezelf, als ik jou glashelder kan aantonen dat jijzelf een echtbreker bent?!'
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[30] Kijk, nu staat op datzelfde ogenblik de astronoom op en zijn lichaam valt als een opgeloste nevel terug! Maar de astro­noom roept: 'Broeder, nu je mij uit het graf hebt gehaald, haal mij dan ook uit mijn nacht!' En boodschapper C zegt: ~dus is het van eeuwigheid de wil van de Heer, dat al Zijn schepse­len en vooral Zijn kinderen licht hebben en met geopende ogen in het licht zullen wandelen. Open dus je onsterfelijke ogen en zie en aanschouw wat je behaagt. Het zij zo!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[28] Luister, hij spreekt nog en zegt: 'Kijk, nu hoor ik weer niets. Wat was dat dan zo even voor akoestisch bedrog? Hm, nu is alles weer muisstil. Ben ik er eigenlijk nog, of is het afgelopen met mij? O, afgelopen is het in geen geval, want ik voel mezelf immers, ik ben me heel helder van mezelf bewust, ik denk, ik herinner mij haarfijn alles wat ik ooit heb gedaan; alleen die nacht, die godvergeten nacht, die wil niet wijken! Ik zal voor de lol toch eens gaan roepen, en wel zo hard mogelijk. Misschien zal mij toevallig toch iemand horen. -Hallo! Is er iemand in mijn buurt, die mij uit deze nacht kan helpen? Help mij, als er toevallig iemand in mijn buurt is!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776  ...