Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 763 van 1088

...  751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776  ...
[8] Maar de Heer merkte al gauw die verlegenheid van Lamech en zei tegen hem: 'Luister naar Mij, Mijn zoon Lamech, wat kan Ik eraan doen dat Ik sinds eeuwigheid God ben, levend vanuit Mijzelf, en jij een schepsel uit Mij? Is het wel mogelijk om deze verhouding te veranderen? Kan jij een eeuwige God en Ik jouw schepsel worden? Zie, dat zijn dingen die ook voor Mij onmogelijk zijn!
Hoofdstuk 68: Lamech verstomt door Gods Heiligheid. De grenzen van Gods almacht. De overbrugging van de kloof tussen God en mens door de genadeverhouding van Vader en kind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zie, dat is immers ook met ons het geval! Ik ben de Mens aller mensen, en jullie mensen zijn allen Mijn gedachten, dus Mijn leven, omdat de gedachten, de vrije gedachten, het eigenlijke leven in Mij zijn, zoals zij dat ook in jullie zijn, omdat jullie allen geheel en al naar Mijn beeld zijn geschapen!
Hoofdstuk 69: Het leven van het schepsel als deel van Gods leven. De mens als gefixeerde gedachte van God. Het mysterie van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Wat is er dan? Heeft je scherpzinnigheid je opeens in de steek gelaten, of durf je niet met je gevonden antwoord naar buiten te komen omdat je nog niet helemaal zeker bent van de juistheid daarvan?
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Om je ervan te overtuigen, zal Ik nu het belangrijke antwoord in je hart leggen en daarmee zal je duidelijk worden hoe de mens vanuit Mij ten overstaan van Mij en de gehele wereld in staat is om zo te spreken, alsof hij vanuit zichzelf spreekt!
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En al die andere vormen in volkomen menselijke gedaante verdringen zich rond deze vorm van mij die in hun midden is, en luisteren naar elkaar en spreken met haar overeenkomstig de hoedanigheid die ik hen door mijn wil heb ingeblazen!
Hoofdstuk 71: Lamechs geestelijk schouwen van scheppingsgedachten in zijn innerlijk en de overeenkomst daarvan met de oorsprong van de mensen in God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Lamech deze nieuwe uitnodiging om nog een vraag te stellen van de Heer had vernomen, ofschoon het in het oosten reeds beduidend begon te dagen, was hij zeer blij en bracht dan ook zonder enige aarzeling de volgende vraag naar voren:
Hoofdstuk 72: Het voelen van lichamelijke pijn. Pijn als weldoener en bewaker van het leven. Hoe men zonder pijn kan leven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] En Zuriël richtte de volgende woorden tot Lamech: 'Broeder Lamech in de Heer, onze almachtige Schepper en allerheiligste en liefdevolste Vader! Zie, ik heb je daarnet om het zo te zeggen - terwijl je jezelf in je geest bevond - overtuigend getoond dat de geest een uiterst sterk gevoel heeft voor geestelijke indrukken, die wat het fenomeen betreft helemaal lijken op de natuurlijke indrukken, maar niet wat de betekenis ervan betreft!
Hoofdstuk 74: Over het wezen van het leven. De oorzaak van het voelen van pijn en van geluk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En daarom wil ik je dan ook volgens de heilige wil van onze lieve en heilige Vader van de tong naar de geest verheffen en je daar zacht naar overbrengen, waar je dan zelf zult kunnen zien en begrijpen hoe het leven in de geest is! Luister daarom in je hart naar mij!
Hoofdstuk 75: Henochs woorden over het leven van de geest als noodzakelijke strijd van de polaire krachten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Hebben en weten wij dat nu werkelijk en grondig, dan hebben wij daar ook alleszins genoeg aan en kunnen ons leven daar zonder veel moeite zo naar inrichten dat wij nooit iets te maken zullen hebben met de onaangename gevoeligheid voor pijn.
Hoofdstuk 76: De drie kanten van iedere omstandigheid in het leven, die berusten op het natuurlijk-menselijke, het geestelijk-menselijke en het goddelijk-menselijke. De ondoorgrondelijkheid van de laatste geheimen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Henoch deze woorden had gesproken en de zon zeer dicht het moment van opgaan begon te naderen, stond Lamech op, ging naar de Heer toe, knielde neer en begon Hem in alle gloed van zijn liefde te aanbidden en Hem te danken voor al die onmetelijke genade, gaven en erbarming, en bad de Heer in alle liefdegloed van zijn hart dat Hij voortdurend bij hem mocht blijven en niet meer zou verdwijnen en onzichtbaar worden.
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De Heer ging ook staan en zei daarop tegen Lamech: 'Sta op, Mijn geliefde zoon Lamech! Ik kijk alleen naar je hart, en niet naar je knieën; is je hart in orde, dan is dat ook het geval met heel het overige lichaam. Je hart is nu volkomen in orde; dan zal je lichaam dat ook zijn!
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar aangezien dit alles nu gebeurd is voor jouw ogen en voor de ogen van het hier aanwezige volk, dat grotendeels de hele nacht met ons heeft gewaakt, en het volk echter nog niet weet wie Ik ben en vanwaar Ik ben, zeg Ik je nu: als de zonnestraal de toppen van de bergen rood begint te kleuren, ga dan naar de drempel van de open tempel en verkondig het volk onomwonden dat Ik hier verblijf.
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze belofte begon Lamech meteen aan het werk dat hem opgedragen was. Hij ging naar de drempel van de open tempel en richtte de volgende woorden tot het volk, dat reeds grotendeels wakker was:
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Luister allen naar mij, lieve broeders en zusters! Een eindeloze genade en barmhartigheid van boven uit Gods lichte hemelen is ons allen weer te beurt gevallen.
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Ja, mijn geliefde broeders en zusters! Met deze Man is iets eindeloos verhevens, allerwonderbaarlijks aan de hand, hetgeen voor jullie opgewonden gemoederen niet zonder schade met één woord kan worden uitgesproken! Daarom vraag ik jullie allen: luister rustig naar mij en verneem het grootste, het allerhoogste!
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776  ...