Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 764 van 1166

...  752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777  ...
[23] Maar voor zo'n schijnleven, dat -wiskundig juist -ook wel eeuwig moet voortduren, omdat de uitgaande lichtstraal nooit op een eindige grens kan stuiten en daarom nooit volledig kan ophouden, ben ik mij nu te helder van mijzelf bewust, ja dui­zendmaal helderder dan ooit in mijn hele aardse leven. Alleen, zoals gezegd, ik hoor en zie niets behalve alleen mijzelf. -Aha, aha, stil nu! Ik heb de indruk dat ik een zacht gemompel hoor, een gefluister! En ook wil als het ware een zachte, heel zoete slaap zich van mij meester maken. En toch is het geen slaap ­nee, nee, maar het is, alsof ik uit een slaap wakker moet wor­den. -Maar nu stil, stil; ik hoor stemmen uit de verte, beken­de stemmen, heel bekende stemmen! Stil, ze komen naderbij!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[21] O, arme, goede mens Jezus, die aan de wereld wel de meest wijze moraal hebt gegeven, begeleid door verschillende schijn­wonderen! Jij hebt je ook te veel op je vermeende God-Vader verlaten, die jou vanwege zijn evidente zwakheid juist toen in de steek liet, toen het het meest nodig was om je zo krachtig mogelijk te ondersteunen met een almacht waarmee jij je vij­anden als kaf had kunnen verstrooien! Toen jij aan de schandpaal hing, was het natuurlijk te Iaat om uit te roepen: 'Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlatén!?' Want kijk, jouw God had jou allang verlaten, omdat zijn kracht noch voor jouw noch voor mijn behoud toereikend is! Hij heeft weliswaar gedaan wat hij kon en zou ook graag meer hebben gedaan, maar kijk, daarbij geldt altijd het 'ultra posse nemo tenetur!' ­
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[12] O vrienden! Geef mij iets te drinken, want ik heb ver­schrikkelijke dorst! Spreek woorden van troost om mijn grote angst te temperen! Geef mij de beste wijn -en veel, opdat ik mij nog eenmaal verkwik en bedrink en gemakkelijker de ver­schrikkelijke dood afwacht!
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] O vrienden! Het is een zware, verschrikkelijke gedachte om van het 'zijn' tot het 'niet zijn' te gaan voor wie -zoals ik nu ­op de rand van het graf staat! Mijn innerlijk roept mij toe: 'Je sterft, je sterft nu! Nog slechts enkele minuten, dan is de zwar­te nacht van de eeuwige vernietiging over je hele wezen gedaald!' 0 vrienden, deze roep is verschrikkelijk voor wie op de rand van het graf staat, en met het ene oog nog naar de ver­trouwde mooie sterren kijkt en met het andere de eeuwige, dode nacht ziet, waar geen enkel idee uit het vergane stof oprijst, geen bewustzijn, geen herinnering!
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[8] Dat is mijn wil voor deze mooie sterrenwereld, die ik voor­taan nooit meer zal zien en berekenen!
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Wat mijn vermogen betreft weten jullie wel, mijn vrienden, dat een geleerde op deze wereld zelden meer bezit dan hij voor zijn dagelijkse geestelijke en fysieke uitgaven nodig heeft, en zo is het dan nu ook bij mij, zoals het altijd was. Ik heb nooit enig geldelijk vermogen gehad en kan dus ook niets nalaten­Maar maak spoedig na mijn heengaan mijn nagelaten effecten te gelde en bekostig daarmee alles wat ik jullie meteen aan het begin heb opgedragen.
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Stel mijn drie nog levende kinderen, die allemaal goed ver­zorgd zijn, op de hoogte wanneer ik er niet meer ben. Mijn oudste zoon, mijn oogappel, die mijn vak heeft gekozen, moet al mijn boeken en geschriften erven en zo spoedig mogelijk mijn nog niet gepubliceerde manuscripten in druk laten ver­schijnen.
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[17] Deze vermaning had bij onze astronoom echter heel weinig effect, want hij viel daarop alleen maar des te heftiger uit en zei op opgewonden toon: 'Weg, weg met jullie hulp! Weg met dit ellendige, vervloekte leven! Als de mens niet eeuwig leven kan, is het leven de grootste en meest schandalige bedriegerij en zijn alleen de dood en het niet-zijn de waarheid! Een wijze moet zich schamen voor zo'n afschuwelijk leven, dat slechts van vandaag tot morgen duurt! Ik wil dus ook niet meer leven! Ik heb nu duizend keer meer een hekel aan dit miserabele leven dan aan de ellendigste dood; geef mij dus vergif, geef mij een sterk vergif, zodat ik zo snel mogelijk van dit afschuwelij­ke leven af ben! Vervloekt zij zo'n leven, zo'n muggenleven, en eeuwige schande zij de oerkracht of godheid of wat voor een miserabele geest het misschien ook is, die de verheven mens geen leven kon of wilde geven dat zich ook qua duur met dat van de sterren zou kunnen meten! Weg daarom met dit leven, weg met deze bedriegerij van een godheid! Als die de mens geen beter leven kan geven, dan wordt zij ervoor bedankt en mag ze het zelf houden! Het ga jullie goed, mijn beste vrien­den, ik sterf, ik wil sterven, ja, ik moet sterven; want nu zou ik als verheven mensengeest nooit meer de schande van zo'n fopleven kunnen verdragen!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Deze luidde aldus: 'In de naam van de ondoorgrondelijke godheid! Omdat men niet kan weten hoe lang het onpeilbare noodlot een mens dit ellendige leven nog zal laten behouden en men ook niet weet wat men daarvoor in de plaats zal krijgen, is het mijn wil dat jullie, mijn beste vrienden, eerst mijn lijk -als ik zou moe­ten sterven -door balseming voor ontbinding bewaren en het in een goed afgesloten koperen kist in een crypte leggen, waar al verschillende van mijn meest geachte collega's rusten en in zekere zin op mij wachten. Zet echter mijn inwendige orga­nen, die het eerst tot ontbinding overgaan, op spiritus in een speciale organen-urn en plaats die in mijn museum op een plek die iedereen direct in het oog springt, opdat ik tenminste in de herinnering van de mensen voortleef, als er al niet aan een ander voortleven na de dood van het lichaam te denken valt­
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[18] Dan zegt engel C: 'Goed, jouw vrijheid ontslaat mij in de naam van de Heer Jezus van mijn zorg voor jou. Ontvang dus nu je eigen licht; het zij zo!'
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Engel A komt naderbij en zegt: 'Broeder, waarom ben je blind?' En de pas ontwaakte zegt: 'Ik ben blind. Maak mij ziende, als jullie kunnen, opdat ik te weten kom wat er met mij gebeurd is, want al mijn pijnen zijn nu opeens verdwe­nen!'
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Nu zegt A tegen B: 'Broeder, ik denk dat het voor hem nu wel volbracht is. Aan deze doornhaag zullen hier op aarde wel geen druiven meer tevoorschijn komen. Zie hoe de ziel zich kromt en kronkelt en geen uitweg vindt, en hoe verkommerd de arme geest in haar eruit ziet! Grijp dus met je hand in de al starre ingewanden en bevrijd deze jammerlijke, ellendige ziel uit haar nacht, dan zal ik in naam van de Heer mijn adem op haar blazen en haar wekken voor deze wereld. En jij, broeder C, leid haar dan langs de wegen van de Heer naar haar plaats van bestemming, overeenkomstig de vrijheid van haar liefde. Het geschiede!'
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Hoe moet het dan als Ik niet meer temidden van jullie zal wandelen en je licht behoefte aan hogere krachten en machten? Wie zal er dan in Mijn naam onder jullie werkzaam zijn?
Hoofdstuk 1: De liefde en de zegen van de heilige Vader als teken van Zijn geestelijke aanwezigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En Abedam riep met luide, ontroerde stem: 'Waarlijk, waarlijk, zeg Ik, als je Mijn liefde hebt, dan heb je alles, - ja meer dan alle hemelen der hemelen ooit kunnen vatten!
Hoofdstuk 1: De liefde en de zegen van de heilige Vader als teken van Zijn geestelijke aanwezigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Waarlijk, al wie getrouw in Mijn liefde verblijft, van hem zal de dood vlieden en wijken als sneeuw voor de hete stralen van de zomerse middagzon!
Hoofdstuk 1: De liefde en de zegen van de heilige Vader als teken van Zijn geestelijke aanwezigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777  ...