16678 resultaten - Pagina 764 van 1112
... 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 ...
[6] Na dit geheime besluit richtte zich vervolgens een van de tien boden tot de raadsheren en sprak:Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Hierop verliet het tiental weer de zaal en de burcht, en zij begaven zich vandaar weer naar de herbergier die hen eerder kost en inwoning had aangeboden.
Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[22] Maar de raadsheren krabden zich stevig achter de oren, want zij werden nu van alle kanten vastgezet en zagen geen oplossing. Want volgden zij de woorden van de tien op, dan lieten zij zich kennen voor het volk; en handelden zij volgens hun eigen bevinding, dan hadden zij de dreiging van de tien tegen zich.
Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Maar nu heeft deze, jullie oude, ware God, Zich over jullie ontfermd in de nood, waaraan alleen wij schuldig zijn, en heeft naar ons, jullie valse heren, zeer machtige strafboden gezonden en liet ons door hen met het geweld van het vuur bestraffen en dwong ons zo de oude tempels van de ware God weer voor jullie te openen en nu al ons bedrog aan jullie weer goed te maken!'
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] De aarde is groot! Wij trekken weg met onze vrouwen en kinderen en met onze schatten voorzover we die nodig hebben, - daarmee hebben wij met ons verstand duidelijk over deze tien wijzen gezegevierd -, zoeken ergens op de aarde een plekje en leven daar verder geheel ongehinderd door dergelijke boden en laten daarbij Gods water over Gods akker lopen!
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Nu namen degenen die wilden vluchten afscheid en gingen naar hun huizen, namen hun vrouwen, kinderen en schatten, belaadden de kamelen en begaven zich nog dezelfde dag op weg.
Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En er was veel volk in de straten bijeen gekomen en men verbaasde zich over deze karavaan van hun anders zo gestrenge heren. Niemand wist wat dat te betekenen had en iedereen vroeg zich angstig af waar dat op uit zou lopen.
Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] De verschrikkingen van dat land dwongen hen zich weer tot God te keren, en zo werd dit land spoedig rijk en machtig.
Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zo sprak de Heer tegen de tien, en dezen begaven zich ijlings naar de honderd raadsheren die er nog over waren.
Hoofdstuk 155: De woorden van de Heer tot de tien boden en hun ultimatum aan de honderd achtergebleven raadsheren. De raadsheren in het nauw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Hierop gingen de raadsheren zich drie dagen lang beraden; en het vervolg zal duidelijk maken tot welk besluit zij uiteindelijk zijn gekomen.
Hoofdstuk 155: De woorden van de Heer tot de tien boden en hun ultimatum aan de honderd achtergebleven raadsheren. De raadsheren in het nauw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Doen wij vrijwillig het juiste, dan kunnen wij er zeker van zijn dat ons allen geen haar wordt gekrenkt, want de oude God, die eeuwig getrouw en vol van liefde en begrip is ten aanzien van degenen die zich berouwvol en weer volledig in Zijn heilige orde begeven, zal ook over ons geen gloeiende stenen laten regenen wanneer wij weer met een berouwvol en getrouw hart terugkeren in Zijn heilige orde, die Hij van eeuwigheid her heeft vastgesteld!
Hoofdstuk 156: De goede woorden en de offervaardigheid van een van de honderd raadsheren. De opening van de tempels. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Overal werd gezegd dat iedereen die zich enigszins kon vrijmaken bij de opening van de beide tempels moest verschijnen om daar door de nieuwe tien wonderlijk machtige boden van God onderwezen en gezegend te worden.
Hoofdstuk 157: De goede resultaten van de dappere raadsheer als boeteprediker onder het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Deze raadsheer werd - ondanks dat hij overal voor het volk alle schandelijkheden bekende die hij (ze grotendeels op zich nemend) had laten plegen - met groot gejuich opgenomen en nagenoeg in alle straten op handen rondgedragen, wat men nog nooit had meegemaakt, en van steniging was al helemaal geen sprake, want hij goot immers overal waar hij maar kwam olie en kostelijke balsem in de gewonde harten van de inwoners van de grote stad.
Hoofdstuk 157: De goede resultaten van de dappere raadsheer als boeteprediker onder het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En hoe meer onze raadsheer de schuld op zich nam en de anderen verontschuldigde, met des te groter liefde werd hij opgenomen en door het volk op handen gedragen.
Hoofdstuk 157: De goede resultaten van de dappere raadsheer als boeteprediker onder het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] De ene raadsheer, Ohlad genaamd, stond eveneens reeds lang slagvaardig voor de gouden poort van de voorhof, maar de tien boden lieten op zich wachten en wilden maar niet tevoorschijn komen.
Hoofdstuk 158: De opening van de tempelpoort door Ohlad, de goede raadsheer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)