Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 764 van 1037

...  752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777  ...
[10] Vanuit die streek kan men ook via een zeer moeilijk begaanbare weg naar de vlakte komen, maar men heeft daarbij met duizend levensgevaarlijke dingen te kampen! En die weg zijn ook wij vandaag gegaan opdat onze boete volkomen zou zijn!
Hoofdstuk 312: Fungar-Hellan voor de grot in de rots. De inlichtingen van Mahal en de vrijgelatenen over de grot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Als jullie alles nauwkeurig hebben onderzocht, kom dan terug en doe mij verslag, en ik zal me dan zelf van alles overtuigen en jullie vervolgens rijkelijk belonen en deze strenge boetelingen naar beste maatstaf recht doen wedervaren! Ga nu en voer mijn bevel uit!'
Hoofdstuk 313: Het onderzoek naar de geheimzinnige grot en de ontdekking van de geheime opening boven in de wand van de grot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Toen Fungar-Hellan dat van Mahal had vernomen, gaf hijzelf opdracht aan de mijnengravers en die brachten meteen tweehonderd zakken met de krachtigste springkorrels die zij hadden naar het zwarte vertrek en legden toen de lonten uit. Toen allen zich op grote afstand hadden teruggetrokken, staken ze die aan, en vluchtten toen natuurlijk ook tot op een behoorlijke afstand. Waarom? Dat zal toch duidelijk zijn, ook zonder uitleg!
Hoofdstuk 314: De ontmaskerde boetelingen. De raad van Mahal aan de vertoornde Fungar-Hellan. Het opblazen van de grot. De bekentenis van de boetelingen en hun begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Hierop trad een van hen naar voren en zei: 'Heer, heer, wij deden dat uit al te grote angst voor u! Want wij hadden reeds sinds lang een sterk vermoeden dat u spoedig zoiets zou doen, en daarom wilden wij een reservepenning voor onszelf wegleggen voor de dagen dat ons ambt zou ophouden en wij geen inkomen meer zouden hebben.
Hoofdstuk 314: De ontmaskerde boetelingen. De raad van Mahal aan de vertoornde Fungar-Hellan. Het opblazen van de grot. De bekentenis van de boetelingen en hun begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Na de verwoesting van deze tempel trok het leger naar de tempel van de watergod. - Over de verovering van deze tempel hierna meer!
Hoofdstuk 315: Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Met die instructie gingen de vlotvaarders naar het tamelijk verafgelegen eiland en belegerden het met hun vlotten zo volkomen dat er geen mens meer op of af kon gaan.
Hoofdstuk 316: De mars van het leger naar de watertempel. De moeilijkheden bij het innemen van de watertempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Toen na verloop van een dag en een nacht het hele leger weer was samengetrokken en marsvaardig gemaakt, liet Fungar-Hellan het opbreken naar de zonnetempel, waarvan de verovering en de verwoesting niets gedenk-waardigs bood omdat de priesters zich meteen overgaven en zelfs eigenhandig aan de verwoesting van deze tempel meewerkten; alleen vroegen zij om de grote holle spiegel voor andere, wetenschappelijke doeleinden die zij gedurende de tien jaar van het bestaan hadden leren kennen bij de verrichtingen tijdens de offerdienst; Fungar-Hellan stond dat ook graag toe, omdat hij zelf een grote vriend van allerlei kunsten en wetenschappen was.
Hoofdstuk 315: Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Na een verblijf van drie dagen, dat het leger gebruikte om uit te rusten en de generaal om munten te slaan van het buitgemaakte goud en zilver, brak het leger weer op en ging op bevel van de generaal naar de tempel van de vuurgod. Bij de verovering en verwoesting daarvan ging het er echter wel wat hardnekkiger aan toe omdat het aantal priesters zeer was toegenomen en ze zich naar alle kanten hadden verspreid; want in de buurt van iedere vuurspuwende berg was een bij-tempel opgericht waar dan bij feesten het kunstvuurwerk in ruil voor rijke offers werd geproduceerd.
Hoofdstuk 315: Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Na de verwoesting van deze tempels en na het beëindigen van het slaan van de gouden en zilveren munten, wat hier meer dan twee miljoen pond bedroeg en waar tweeduizend kamelen voor nodig waren om het weg te brengen, brak het leger op naar de tempel van de god van de winden. Deze god echter maakte het Fungar flink moeilijk voor hij onderworpen kon worden. Want ten eerste hadden de priesters het water van het meer door geweldige sluizen in zijn vier afwateringen steeds hoog gehouden. Was er nu van de ene of andere kant iets vijandelijks genaderd, dan werden de sluizen geopend, en een geweldige watermassa stortte zich woedend over de vijanden uit op iedere mogelijke toegang tot deze tempel. En ten tweede waren deze priesters er ook volledig van op de hoogte hoe ze met elektriciteit van alles konden manipuleren en waarmee hun omgeving ontoegankelijk werd gemaakt.
Hoofdstuk 315: Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] De belegering duurde nog geen dag of de priesters ervoeren al wat er aan de hand was. Zij zonden daarom een afvaardiging naar de belegeraars en lieten vragen of zij meteen de wil van de grote Fungar-Hellan konden uitvoeren, want anders kon de god van de wateren gemakkelijk vertoornd worden.
Hoofdstuk 316: De mars van het leger naar de watertempel. De moeilijkheden bij het innemen van de watertempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Toen de belegeraars dat van de afgezanten gehoord hadden, waren zij zeer verheugd en dadelijk voeren tienduizend man naar het eiland en begaven zich aan land. Maar toen zij op de plaats van de tempel aankwamen vonden zij geen spoor meer van een tempel, maar wel overal lieflijke landhuizen waarin heel gewone landlieden woonden.
Hoofdstuk 316: De mars van het leger naar de watertempel. De moeilijkheden bij het innemen van de watertempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zie, hun was al melding gemaakt van het feit dat de tempel van de god der smeden verwoest was! Daarvan hebben zij meteen gebruik gemaakt, zij braken alles af wat aan de afgod was gewijd, maakten van het afgoden-eiland een echt mooi, bewoonbaar land, bouwden huizen en verdeelden vervolgens onder elkaar de grond, het goud en zilver en de schoonheidsgodinnen die onlangs hier naartoe waren gevlucht naar aanleiding van een zekere gebeurtenis. En ze leven hier in deze omstandigheden in werelds opzicht nu al meer dan een jaar heel gelukkig.
Hoofdstuk 317: Mahals inlichtingen over de verdwenen tempels en de list van de priesters. De oproep aan de priesters om voor de generaal te verschijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar in geestelijk opzicht zijn zij helemaal dood, want zij weten niet één woord meer van een ware, eeuwige God! Daarom moet je hier niet kijken naar een materieel bestaande afgoderij, maar eerder naar de verwoesting van de totale geestelijke duisternis die nu op dit waarlijk rijke en mooie eiland heerst!
Hoofdstuk 317: Mahals inlichtingen over de verdwenen tempels en de list van de priesters. De oproep aan de priesters om voor de generaal te verschijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Oneindige, allerhoogste, boven alles almachtige god der goden, vorst der vorsten, heer der heren! O gij, voor wie alle grondvesten der aarde beven en alle wateren bevend naar het geluid van zijn stem luisteren, die de grondslag van hemel en aarde hebt gelegd en de grote stad voor miljoenen volkeren naar uw welgevallen hebt gebouwd, - o, laat ons afschuwelijke wormen allergenadigst weten wat u van ons verlangt!'
Hoofdstuk 318: Onderricht door de mooie Agla aan de waterpriesters op wens van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Er brak een algemeen gelach uit in de grote tent van de generaal over deze uiterst domme openingswoorden, en de generaal keerde zich naar Agla en verzocht haar, zich nu volgens de raad van haar vader tot deze uitgesproken narren te wenden om hen door enkele juiste woorden van hun dwaasheid te overtuigen en hun dan een goede les te geven.
Hoofdstuk 318: Onderricht door de mooie Agla aan de waterpriesters op wens van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777  ...