17481 resultaten - Pagina 765 van 1166
... 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 ...
[2] Daar de stamvaderen dat wel wisten, was dat ook het enige waar ze allen met zoveel ijver en grote toewijding naar streefden. Ja, het dingen naar Mijn liefde en de daarmee verbonden genade was hun enige zong, en het werkelijke streven ernaar de enige scholing en zelfgestelde taak in hun aardse leven. Dat was de reden waarom ook reeds hun kinderen op de leeftijd van zes tot tien jaar wijzen en onvergelijkbaar veel verstandiger wanen dan tegenwoordig in deze, nota bene, allerduisterste en werkelijk allerafschuwelijkste tijd allen tijden, de allergrootste geleerden, die nu niet veel méér weten dan de toenmalige kinderen aan de moederborst wisten.Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Waarlijk, waanlijk, zeg Ik, een vrouwspersoon uit deze tijd is slechter dan zo'n honderdduizend van de ergste duivels uit de onderste hel! Die vluchten immens voor Mijn naam, maan zulk een vrouwspersoon lacht slechts om Mij en Mijn naam en buigt zich niet in het minst voor Mij en nog veel minder voor Mijn naam, waarvoor zich toch alle hemelen, alle werelden en alle hellen vol eerbied moeten buigen!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Waarlijk, waarlijk, Ik zeg jullie - zoals Ik het velen in deze tijd reeds gezegd heb, openlijk met duidelijk verstaanbare woorden of heimelijk door een gevoel in het hart, - het zou voor de vrouwen van deze tijd onuitsprekelijk veel beten zijn, als ze allemaal door tien miljoen duivels bezeten zou zijn! Daan zouden zij tenminste nog van te bevrijden zijn; want voor al die tien miljoen duivels zou de kracht van Mijn naam voldoende zijn om ze allen uit te drijven.
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Ook al roep je Mijn naam tien jaar lang tegen zo'n hedendaagse pronkzuchtige figuur, zij zal van haar grenzeloze schaamteloosheid en opschik-, hoog-moeds-, behaag-, vang- en lokzucht ook niet één greintje loslaten.
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Meen je dat dergelijke schepselen later in de hel komen, in de onderste? Dan vergis je je! Hoe slecht en boosaardig en uitermate verschrikkelijk het er daar ook uit mag zien en het daar werkelijk ook is, toch zou dat oord nog veel te goed zijn voor dergelijke wezens; want alle satans en duivelen aldaar vluchten toch voor Mijn naam en moeten zich zelfs voor iedere daarheen gezonden strafengel op de grond wenpen. Zouden die wereldse figuren dat ook doen?
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Wanneer zij hun afschuwelijke leven op aarde spoedig ellendig genoeg zullen moeten beëindigen en hun leven niet geheel en al zullen beteren en Mij de vruchten van de ware innerlijke boete brengen, waarlijk, waarlijk, waarlijk, dan zal dit gebroed ooit de gehele oneindige volheid van Mijn toorn eeuwig, eeuwig, eeuwig op de allergevoeligste wijze ondergaan!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] O jij, Mijn reine Ghemela, zie, welk een eindeloos verschil en heerst tussen jou en de vrouwen en meisjes van deze tijd! Wat een afgrond, - die twee oneindigheden scheidt.
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Jij, o Ghemela, rust aan Mijn hart; maan zij hebben door Mij te verachten, zich zover van Mij verwijderd dat Mijn eindeloos ven reikende hand hen toch nimmer kan bereiken. Zie, zij zijn in een tweede oneindigheid van Mij afgeweken, ja, in de oneindigheid van Mijn allerbittenste toom!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] 'Waarlijk, Ik zeg jullie, die van nu af aan Mijn uitverkoren kinderen zijn, - Ik zal jullie nooit verlaten!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Zolang jullie je harten naar Mij gekeend zullen hebben, zal Ik met Mijn liefde zegenend bij jullie allen zijn en bij ieder in het bijzonden naar de mate van zijn liefde tot Mij en van daaruit tot zijn broeder; en die met een vlammend hart zullen Mij zelfs niet zelden te zien krijgen, in het bijzonder wanneer zij hun harten rein gehouden hebben vanaf de aanvang van hun bestaan en zich niet zo licht hebben laten overrompelen door de wereld!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Wanneer je echter in je hart van de belofte af zult wijken, dan zullen jullie naargelang dat afwijken ook je kracht geleidelijk aan verliezen, en jullie zullen dan steeds meer van Mij vervreemd raken en Mijn oren zullen zich voor jullie mond sluiten!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Mijn geliefde Ghemela, kijk naar deze man, zijn naam is Lamech; net als jij is hij vol intens vlammende liefde tot Mij. Zie, deze man wil Ik jou geven; want Ik weet dat hij jou niet zal aanraken voordat Ik hem naar jou toe zal leiden.
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Hij is in alles geheel gelijk aan jou; net als jij heeft ook hij de heetste liefdes-tranen aan Mijn borst geweend!
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] 'O, mijn boven alles beminde Jehova, zie, ik kan niets uitbrengen; want ik ben heel erg bang voor hem!
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Als ik U gehoorzamen moet, bevrijd U, mijn enige meest geliefde Jehova, mijn hart dan van deze grote angst!
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)