Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 767 van 1112

...  755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780  ...
[8] Wie echter slechts uit een zekere gewoonte deze tempel zal betreden om zijn dwaze geweten te sussen, die doet er beter aan buiten te blijven. Want wie zich niet aan deze tempel stoot en zijn materie niet te pletter laat slaan, die zal daarbinnen geen leven van de geest en diens wijsheid vinden, maar wel het gericht van zijn geest in de materie en hierdoor de dood.
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Thuis in de oude burcht van Lamech aangekomen, wees hij de tien ministers dadelijk hun woningen toe en begaf zich toen weer met de tien naar de nieuwe, grote, gouden residentie van de voormalige duizend raadsheren om daar de nog overgebleven negenennegentig raadsheren hun ontslag te geven als zij zich niet aan de goddelijke wet wilden onderwerpen.
Hoofdstuk 170: De ontmoeting van koning Ohlad met de negenennegentig raadsheren van Hanoch. De eigenwijze woorden van een raadsheer en het krachtige antwoord van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar Ohlad, die door de negenennegentig als verloren werd beschouwd, kwam met het tiental juist de grote raadzaal binnen toen de nog overgebleven negenennegentig om hun schijnkoning waren verzameld en zich beraadden of zij de raad van duizend weer volledig zouden maken of niet. Of moesten zij het bij honderd laten en alleen in plaats van Ohlad een man uit de burgerstand kiezen? Of moesten zij het slechts bij hun tegenwoordige aantal laten?
Hoofdstuk 170: De ontmoeting van koning Ohlad met de negenennegentig raadsheren van Hanoch. De eigenwijze woorden van een raadsheer en het krachtige antwoord van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren sprak, in plaats van zich op het ontvangen van de wetten voor te bereiden:
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Een vrij schepsel onderwerpen aan wetten is toch zeker je reinste tegenstrijdigheid, de grootste wanorde, in zakken geperste wind! Hoe kan zo'n tegenstrijdigheid zich ooit in God bevinden die de hoogste vrijheid Zelf is en voor eeuwig moet zijn?!
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zie, daar zijn bepaalde wetten voor nodig, want anders zou het voor de beschaafde mens temidden van de onbeschaafden zijn alsof hij zich onder de wilde bewoners van een dicht woud bevond!
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar wanneer een beschaafd menselijk gezelschap, dat door zijn hoge ontwikkeling heel goed zal weten wat het dient te doen, zich ergens op een nog vrije plek van de aarde vestigt, waarvoor en waarom zou zich dat laten binden door wetten van de kant van een mens, met wie zij eeuwig niets meer te maken zullen hebben!
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Toen Ohlad dat had vernomen, wond hij zich op en zei: 'Amen, zeg ik, en jullie zullen dit gebouw niet eerder verlaten dan dat jullie je starre wil en je grote hoogmoed onder mijn scepter hebben gebogen!
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ohlad die woorden van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren had gehoord, wendde hij zich tot zijn ministers en vroeg hen wat er met deze hardnekkige tegenstander moest gebeuren. Moest men hem misschien met zijn medestanders zonder de leer van de goddelijke plicht laten vertrekken, of moest men hem er met geweld van vuur toe dwingen om naar de bijzonder welgemeende leer van de plicht te luisteren?
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daarop wendde de woordvoerder van de tien zich weer tot Ohlad en zei tegen hem: 'Nu, broeder, kun je de negenennegentig de wil van de Heer gaan meedelen; zij zullen naar je luisteren!
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar spreek met geen woord over de sancties, want de geopenbaarde goddelijke wil, die uit de eeuwige orde van God voortvloeit, bekrachtigt zich vanzelf. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar die wetten van boven vanuit de eeuwige goddelijke orde vrezen deze helden niet, want zij weten niet dat die wetten al van eeuwigheid af aan de straf in zich dragen zoals ieder mens een straffende geest in zijn geweten in zich draagt.
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Of meen je de gehele God gezien te hebben als Hij door een uitstromende geest, dus slechts door een allerkleinste krachtstraal uit Hem, Zich zichtbaar aan jou heeft getoond?!
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Hopelijk zul je die onzin inzien, die zich echter toch nog laat aanhoren!
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Want zij lijken op de poppen die, wanneer zij zich in hun eigen weefsel hebben ingesponnen, zichzelf van iedere hogere lichtstroom hebben afgesneden!
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780  ...