15542 resultaten - Pagina 768 van 1037
... 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 ...
[2] En Noach zei tegen Mahal: 'Broeder, je weet dat de mensen zich sinds de tijden van Lamech op aarde sterk begonnen te vermeerderen en later zeer mooie dochters verwekten; en je weet hoe de kinderen van God op de hoogte dat merkten en toen al spoedig begonnen de heilige hoogte te verlaten en naar de laagte op de aarde afdaalden, en hoe zij daar de dochters van de mensen namen die zij wilden en kinderen bij hen verwekten!Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Op Gods hoogte, die Hij voor Zijn kinderen zo verheven en dierbaar had gezegend, waren daardoor bijna geen mensen meer. Want de echtgenoten lieten zelfs hun vrouwen zitten en gingen weg om een vrouw te zoeken onder de dochters van de mensen in de laagte - al gauw volgden vele hier achtergebleven vrouwen hen naar de laagte en huwden daar ook zonen van de aarde -, zie, spoedig daama sprak de Heer tot mij:
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Ik, Noach, vond echter genade in Gods ogen en Hij rekende mij niet tot de mensen van de aarde die slecht zijn geworden! En zie, God keek op die tijd weer naar de aarde; maar die was voor Zijn ogen verdorven en vol misdaad!
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Desondanks stuurde God boden naar de verdorven mensen en wilde Zich over hen ontfermen. Maar de boden spraken tot dovemansoren en werden als heel gewone mensen beschouwd; men liet hen gaan en lette niet op hen.
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Daarop keek de Heer na zeer korte tijd weer naar de aarde en zei tegen mij: `Noach, luister! Al Mijn moeite en liefde is vergeefs! Voor Mij is het einde van al het vlees gekomen, want de aarde is vervuld van misdaden door de mensen! En zie nu, Ik zal hen allen met de aarde vernietigen!'
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] De toegangspoort moet je midden in de zijkant van de ark plaatsen! De ark zelf moet van onderen naar boven door drie vloeren in drie verdiepingen verdeeld zijn, zodat de hele kist er dan onderin een heeft, in het midden een en boven een, namelijk de derde vloer boven voor de mens en zijn benodigdheden.'
Hoofdstuk 334: Noachs verslag over Gods bouwplan voor de ark. Mahals droefheid dat hij van de ark wordt buitengesloten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] En ik, Noach, vroeg de Heer nader naar Zijn wil om te vernemen waartoe deze kist dan diende.
Hoofdstuk 334: Noachs verslag over Gods bouwplan voor de ark. Mahals droefheid dat hij van de ark wordt buitengesloten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Van de vogels naar hun soort, van het vee op aarde naar hun soort, en van allerlei kruipend gedierte op aarde naar hun soort moet van elk een paar met jou in de ark gaan, opdat zij in leven blijven!
Hoofdstuk 334: Noachs verslag over Gods bouwplan voor de ark. Mahals droefheid dat hij van de ark wordt buitengesloten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Mahal zich in zijn toorn tegen God alleen met zijn vier kinderen op de volle hoogte bevond, ging zijn zoon Kisarell naar hem toe en zei:
Hoofdstuk 336: Mahal met zijn kinderen op de volle hoogte. Kisarells emstige vraag aan zijn vader Mahal, hoe hij God van een zonde kan betichten. Mahals verwijten aan God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zeg me, zou het niet beter zijn als God wijze leraren, uitgerust met de een of andere wondermacht, onder de volkeren zou opwekken om het mensengeslacht steeds naar Hem toe te leiden, in plaats van zo vele miljoenen met een klap te doden?!
Hoofdstuk 336: Mahal met zijn kinderen op de volle hoogte. Kisarells emstige vraag aan zijn vader Mahal, hoe hij God van een zonde kan betichten. Mahals verwijten aan God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Al spoedig volgde Noach hen naar de volle hoogte en vond zijn broer en diens mooie kinderen, die elkaar geheel ontdaan aankeken; hij ging naar Mahal toe en zei tegen hem:
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Luister naar me, broer! Zie, je hebt God van een zonde tegenover jou beschuldigd omdat je dacht de meest gerechte man op de hele aarde te zijn, en wel omdat je geweten je weliswaar moet zeggen dat je nooit tegen God hebt gezondigd doordat je altijd Zijn gebod onverdeeld strikt in acht hebt genomen!
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Maar juist om de mensheid in Mijn almacht haar vrije wil niet te ontnemen, moet Ik het nu helaas toelaten dat de mensen zelf de sluizen van de aarde met geweld openen, waaruit machtige vloedstromen naar buiten zullen treden die alles zullen verdrinken wat ademt in dit grote woongebied van de aarde!
Hoofdstuk 338: Het gesprek van de Heer met Mahal. Mahals uitdagende vragen en het wijze antwoord van de Heer. Over het wezen van Gods berouw. De natuurlijke oorzaken van de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] O zeg Me, deed Ik er niet goed aan toen Ik de ene die Mij nog gehoorzaamde, Noach, deze ark liet bouwen om ten minste zijn leven te redden omdat reeds niemand anders meer naar Mij wil luisteren?!
Hoofdstuk 338: Het gesprek van de Heer met Mahal. Mahals uitdagende vragen en het wijze antwoord van de Heer. Over het wezen van Gods berouw. De natuurlijke oorzaken van de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar Ik zeg je: zet voor Mij uiteen wat er aan Mijn schepping niet juist is, en Ik zal het ogenblikkelijk veranderen; je moet Mij echter eerst grondig bewijzen dat er in Mijn schepping werkelijk iets slechts en bijgevolg iets verwerpelijks bestaat!- Spreek, en Ik wil er meteen naar handelen!'
Hoofdstuk 339: De uitnodiging van de Heer aan Mahal. Mahals dwaze tegenvragen en de wijze en zachtmoedige antwoorden van de Heer over dood en onsterfelijkheid. Mahals vraag naar de oorsprong van Satan en zijn fundamentele boosheid en het duidelijke antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)