Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 770 van 1112

...  758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783  ...
[13] Zo heb ik nu al heel veel gezonde druppels levend water in jullie laten vallen, maar jullie oude voorliefde brandt nog, en ik beschouw hem nog niet als geblust en er zal beslist nog een enorme wolkbreuk over jullie moeten worden uitgestort, voordat jullie volledig zullen uitdoven in je grote dwaasheid! - Ik meen dat dit toch ook duidelijk genoeg is gezegd?!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar ik ben er bij voorbaat stellig van overtuigd dat jij, beste broeder, niet voor iets hebt gesproken, want ik vernam en zag immers hoe aan het einde ieder ten zeerste in zichzelf keerde, met name toen je het prachtige beeld van het druppeltje gif in tien liter zuiver, gezond water en ook het omgekeerde aanvoerde!
Hoofdstuk 185: Ohlad looft Danel voor zijn goede woorden en draagt hem op de Heer daarvoor te danken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Laat ze nu je woorden maar flink in zichzelf beschouwen en verwerken, en ik ben er volledig zeker van dat zij zich ernaar zullen richten en voegen wanneer de geest van het woord eerst geheel in hun hele wezen zal overgaan!
Hoofdstuk 185: Ohlad looft Danel voor zijn goede woorden en draagt hem op de Heer daarvoor te danken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Terwijl ze de Heer zo machtig loofden en prezen, begaven zij zich uit de voorhof naar buiten, waar hun vrouwen en kinderen op hen wachtten, en maakten ook hen bekend met de wil van de Heer.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar toen de vrouwen en de kinderen hoorden dat hun mannen en vaders in de voor hun begrippen eindeloos grote en wijde wereld moesten reizen en hun vrouwen en kinderen geruime tijd of misschien ook voor altijd moesten verlaten, begonnen de vrouwen en de kinderen ontzettend te weeklagen. Sommigen weenden, anderen jammerden, sommigen trokken zich de haren uit hun hoofd en verguisden deze verordeningen van God krachtig.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Deze gebiedende woorden verspreidden zich als zichtbare vlammen met een stem als van de donder over de vrouwen en de reeds enigszins volwassen kinderen en brachten hen allen tot zwijgen.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Daarop begaven allen zich naar huis, en reeds de volgende dag vertrokken onze negenennegentig onder veel zegeningen; alleen Midehal bleef thuis - vanwege zijn lange oren.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Na deze triomftocht, waarvan de indrukwekkende, rijke pracht al het tot op heden denkbare ver overtrof, begaf Ohlad zich met de tien ministers en met de andere negenennegentig naar de tempel en bracht de Heer eerst in zijn hart een werkelijk levend dankoffer.
Hoofdstuk 188: Het driejarige zendingswerk van de negenennegentig boden. De grote triomfboog uit dank. De terechtwijzing van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar mettertijd begon zich een ander kwaad te ontwikkelen; er ontstond allengs een soort heidendom, dat wil zeggen, er ontstond een soort strijd over de vraag in welke van de drie nu bestaande tempels God het meest genadig en het meest liefderijk was.
Hoofdstuk 189: De nieuwe tempel over de triomfboog. De voorstad van herbergen. Het beginnende heidendom. Het verschil van inzichten uit eigenbelang. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Dat in het bijzonder juist dat deel van de bewoners van Hanoch zich tegen deze godsdienstwijsheid verzette, dat zijn woonhuizen en sierlijke kapellen voor de gasten rond de tempel van Lamech had is natuurlijk duidelijk; maar alleen was dat niet vanwege de werkelijke echtheid van de tempel, maar vanwege de schamele verdiensten en men betuigde daarom de enige echtheid van de tempel die Lamech in opdracht van God op wonderbaarlijke wijze in zeven dagen had gebouwd.
Hoofdstuk 189: De nieuwe tempel over de triomfboog. De voorstad van herbergen. Het beginnende heidendom. Het verschil van inzichten uit eigenbelang. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Zo redeneerden in hun eigen belang ook de herbergiers die zich rondom de berg hadden gevestigd waarop de tempel van de wijsheid stond en zij zeiden: 'Wat voor nut heeft al jullie vroomheid bij het veelvuldig bezoek van de nieuwe tempel als je desondanks dom blijft?! Daarboven staat de echte door God Zelf meermaals bezochte tempel waar Hij wijsheid verstrekt! Ga daarheen! Waarlijk, daar zul je wijsheid verkrijgen!'
Hoofdstuk 189: De nieuwe tempel over de triomfboog. De voorstad van herbergen. Het beginnende heidendom. Het verschil van inzichten uit eigenbelang. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] En zo greep de afgoderij ook steeds meer om zich heen, want de mensen aanbaden nu de gedenkplaten van Jehova en niet meer Mij in hun hart.
Hoofdstuk 190: Het handhaven van de orde in Hanoch tot de dood van Ohlad en de tien ministers. Ohlads zoon Dronel als koning en zijn morren tegen de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Zond Ik hem een ziekte, dan liet hij zich op zijn legerstee de tempel in dragen en ging daar zolang vreselijk tegen Mij tekeer tot Ik de ziekte weer van hem weg moest nemen. Soms beloofde hij Mij te volgen, maar soms ook dreigde hij Mij zelfs.
Hoofdstuk 190: Het handhaven van de orde in Hanoch tot de dood van Ohlad en de tien ministers. Ohlads zoon Dronel als koning en zijn morren tegen de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Heer, vijftig jaar lang heb ik mij moeizaam met de grote weerbarstigheid van de mensen geplaagd! Altijd zag U weliswaar mijn grote nood - en toch wilde U mij niet helpen; en als ik U vroeg om degelijke hulp in de vorm van de wondernacht, dan trok U zich terug, gaf mij doorgaans in het geheel geen antwoord - of een dreigend, of zelfs een bestraffend antwoord!
Hoofdstuk 191: Dronels zoon Kinkar neemt de regering over. De woorden tot de Heer bij Dronels afreden. Het antwoord van de Heer. De valse eed van Kinkar. De gevaren van het naturalisme. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Hanoch, je ligt diep; over jou zal de eerste vloed van Mijn toorn zich uitstorten! Amen.'
Hoofdstuk 191: Dronels zoon Kinkar neemt de regering over. De woorden tot de Heer bij Dronels afreden. Het antwoord van de Heer. De valse eed van Kinkar. De gevaren van het naturalisme. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  758 - 759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783  ...