Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 78 van 278

...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91  ...
[2] Daar hebben wij echter werkelijk geen wonderen voor nodig, maar alleen reële aardse voordelen; maar dan kan men ook alle kanten met ons op en ons voor alles gebruiken, temeer daar wij als mensen van de wereld maar al te goed en duidelijk door talloze ervaringen weten, wat men in de grond der zaak van iedere godsdienstige leer moet denken. Wonderen zijn een oud middel om de onervaren kinderen van de aarde te overdonderen. Waarom zouden ze in deze tijd, waarin nog buitengewoon veel mensen blind zijn, waardeloos zijn geworden, vooral wanneer ze op een geraffineerdere wijze dan in de oudheid verricht worden, en nog meer wanneer de hoogste machthebbers er deel aan hebben, en dat zeker niet zonder redenen, die natuurlijk zeer geheim worden gehouden?! Want een godsdienstige leer waar men zich echt aan vast houdt, is voor regeerders immers altijd meer waard dan tienduizend grote kerkers en twintigduizend legioenen dappere soldaten.
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Zo'n instituut lijkt op iemand die magiër is. Er hoeft maar een tweedejaloerse magiër te komen en enige verstandige mensen in de oren te fluisteren: 'Zo en zo oefent de bedrieglijke magiër zijn kunsten uit!' en hun dan ook praktisch te laten zien, dat zijn verdachtmaking reëel is, -en dan kan de verraden magiër er beter ook maar snel vandoor gaan voordat de zaak algemeen bekend wordt, anders kan het slecht met hem aflopen! Gelukkig degene, die een machtige beschermer heeft! Zonder zo iemand is het binnen enkele dagen met al zijn toverij afgelopen en kan hij in het gunstigste geval op een houtje gaan bijten. Hij zal zich natuurlijk ook zolang mogelijk verweren -maar zich nooit van zijn ondergang kunnen redden!
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dingen te geloven zoals ze hier gebeurd moeten zijn, zonder er zelf getuige van te zijn geweest, is voor het heldere verstand van een mens wel buitengewoon moeilijk, temeer daar dit zo uniek was en zoiets nog nooit eerder is gebeurd, zodat men daardoor alle betere ervaringen die men gehad heeft zonder meer overboord zou moeten gooien. Want tot nu toe is er door geen enkel mens op de gehele bekende aarde gedurende alle tijden iets dergelijks tot stand gebracht, en de bekende wonderen en toverkunsten kennen wij, en we weten ook, hoe ze gedaan worden. Overal waren er mensen die zich door hun scherpzinnigheid van vele honderdduizenden medemensen onderscheidden. Ze hadden dieper inzicht in de krachten van de grote natuur, maakten hier gebruik van en werden daarnaast dan ook nog als mensen van een hoger soort, als profeten of halfgoden vereerd en gewoonweg aanbeden. Zo 'n geniaal mens had dan ook spoedig en zeker een groot aantal weetgierige leerlingen om zich heen, die er hun uiterste best voor deden om in de voetstappen van hun geestrijke meester te treden. In zijn tijd waren dat alleen leerlingen, later noodzakelijkerwijs zelfleraren en opvolgers van de meester, die samen met hun leerlingen grote eer betoonden aan de oermeester, ook als hij al gestorven was; en dit gebeurde meer, naarmate de lessen en verrichtingen van de oermeester voor de mensen heilzamer bleken te zijn. In de loop der tijd werden de opvolgers van de meester priesters, die hun oermeester minstens tot een halfgod maakten.
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wij joden maakten van zulke oer en aartsmeesters profeten, en de Egyptenaren, Grieken en Romeinen hun halfgoden en dichtten de zeker eerwaardigste oermeesters mettertijd bovennatuurlijke wonderen toe, om hen gemakkelijker en handiger als wezens van een hogere soort aan de blinde mensenmenigte te kunnen voorstellen en offers te krijgen; dit duurde dan vaak vele eeuwen, tot er weer een nog groter genie aan de schoot van een pientere moeder ontglipte en het kwade doen en laten van de priesters zodanig voor de ogen van een lang bedrogen volk onthulde, dat dit zonder meer tot de vaste overtuiging moest komen, dat het geheel en al bedrogen was en dat hun priesters en zogenaamde dienaren van God gemene dagdieven en bedriegers waren, die de ware lessen van hun oermeester ofwel zelf nauwelijks in hun oorspronkelijke zuiverheid meer kenden, ofwel hetgeen ze er nog van kenden om politieke redenen aan de arme naar troost en kennis dorstende mensen onthouden hadden en hen dus in plaats van met goud en parels, met alle mogelijke vuiligheid voedden.
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Toen zei Ik tegen Marcus: 'Maak het grote nieuwe schip los! Ik en Mijn leerlingen zullen aan boord gaan. En jullie, Mijn leerlingen, sta op en volg Mij! Bemanning hebben we niet nodig; het schip zal ongedeerd op de juiste tijd vanzelf zonder stuurman in de haven terugkomen" .
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Bij het neerzetten van de mand zegt DE VISSER: 'Hier, onbekende vrienden, is het verlangde middagmaal! Tafels, banken, stoelen, schalen en andere zaken die voor een maaltijd bestemd zijn bezitten wij niet, en onze behoeften, die zeer klein zijn, kunnen ook zonder dat soort zaken heel goed worden bevredigd. Bovendien waren onze middelen ook altijd zo gering, dat we dergelijke toch al enigszins onnodige zaken ook nooit zouden hebben kunnen aanschaffen. Wij eten alleen als we erge honger hebben, en dan zijn een mand en onze handen voldoende; de rest gaat vanzelf! Ik wens jullie toe, dat dit eenvoudige middagmaal jullie goed zal bekomen"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar nu deze stad enkele dagen geleden aan de vlammen ten prooi is gevallen, is ook deze handel natuurlijk opgehouden, en wij allen hebben nu al vier dagen lang tot onze grote vreugde ondervonden, dat men ook zonder zout kan leven, omdat men toch door een of andere onzichtbare macht van de natuur gedoemd is te leven.
Hoofdstuk 175: De stoïcijnse wereldvisie van visser Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Na een poosje zei de FARIZEEËR eindelijk: 'Nee, hier zijn waarlijk geen natuurlijke dingen in het spel! Ik wil van hetgeen ik openlijk met Marcus in de haven besproken heb, niets zeggen -want het zou immers kunnen zijn dat er iemand is die zo'n scherp gehoor heeft, dat hij op afstand ons gesprek kon verstaan -; maar om nu ook te horen wat ik heimelijk bij mezelf heb gedacht, dat gaat de diepste menselijke kennis te boven! Dat is een wonder; waar echter een wonder van de hoogste soort mogelijk is, daar is ook de mogelijkheid voor al het andere aanwezig, en ik begin nu ook al serieus te geloven dat dit prachtige huis op wonderbaarlijke wijze is ontstaan! Meer kan ik nu niet zeggen. Als dit echter allemaal door de macht van de beroemde Nazarener is gebeurd en nog steeds gebeurt, dan moet hij zonder meer een hoger wezen zijn, een God in volle ernst, aan wie alle geesten van de lucht, de aarde, het water en het vuur onderdanig gehoorzamen en waar geen enkele menselijke macht zich tegen kan verzetten.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ONZE GASTHEER zei: 'Wat mij betreft is dat zonder meer goed! Alleen moet ik jullie van te voren zeggen, beste vrienden, dat ik wel een heel goede wil, maar geen middelen heb om jullie ook maar schamel te verzorgen; want het gaat me vooral sinds de brand van Caesarea erbarmelijk slecht! De dagelijkse kleine verkoop van onze vis is natuurlijk geheel opgehouden, en andere verdiensten hebben wij, arme bewoners van dit dorpje, niet. Wij zijn dus allemaal zonder uitzondering aan de bedelstaf geraakt en hebben behalve onze vissen helemaal geen levensmiddelen en we kunnen jullie daarom ook niets anders aanbieden dan vissen zoals wij die zelf hebben, klaarmaken en eten. De toebereiding ervan is heel eenvoudig bij ons. De vissen worden alleen maar gekookt en zonder zout en brood en andere kruiden gegeten. Want eerlijk gezegd: wij zijn door de brand van Caesarea, meer dan de inwoners zelf wier huizen verbrand zijn, zonder meer bedelaars geworden en we hebben niet eens geld genoeg om zout te kunnen kopen! Ach, het gaat ons nu erbarmelijk slecht; als jullie met mij en mijn gezin een paar dagen honger willen lijden, dan zijn jullie van harte welkom!
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] DE GASTHEER loopt snel met vrouwen reeds volwassen kinderen naar zijn hut, komt al gauw vol vreugde en dankbaarheid terug en zegt verheugd: 'Wie van jullie heeft dat heimelijk voor mij gedaan? Mijn voorraadkamer is toch zo voortreffelijk voorzien, dat wij allen daar een heel jaar van kunnen eten! Ja, nu kunnen jullie hier wel een heel jaar blijven zonder dat de grote voorraad uitgeput raakt! Waar hebben ik en mijn familieleden onze ogen dan gehad, dat niemand gemerkt heeft hoe jullie mijn provisiekamer met al dat voedsel hebben gevuld?! Ja, nu zullen we geen vis eten die alleen maar in ongezouten water is gekookt, want we hebben nu zout in overvloed! Maar nu aan het goede werk!'
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wel moeten er in Egypte ooit wijzen zijn geweest die uit de lijnen van de hand en het voorhoofd iemand konden zeggen wat hij gedaan had, en voorspellen, wat hij te verwachten had; ook waren er zekere tempelslapers, die in een soort extase tijdens de slaap iets vertelden over dingen die ergens bestonden, of voorspelden wat ergens zou gebeuren en zou bestaan. Met wat een mysterieuze beelden werd een dergelijke orakelinhoud aan b.et licht gebracht! Er waren weer andere wijzen voor nodig om zulke hoogst onbegrijpelijke orakelspreuken op meestal vreemde en zeer sluwe wijze aan de leken uit te leggen; en na vaak zeer bombastische en kostbare verklaringen wist degene die om uitleg vroeg precies dingen die hij helemaal niet hoefde te weten, .of die hij al sinds lange tijd wist. Maar bij jou kwam het er gewoon glashelder uit zonder enige tempelslaap, zonder mijn handen te bekijken en zonder mysterieus gepraat! Ja, zulke helderziendheid bevalt me! Maar nu rijst daar achteraan de vraag nog die luidt: Hoe, hoe is zoiets mogelijk? Zonder een alziende en alvoelende goddelijke kracht is dat absoluut ondenkbaar! Zou zoiets werkelijk alleen door een volledig geloof te bereiken zijn?"
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Als een geloof dus uitwerking wil hebben, moet het één zijn met het leven zelf en niet, zoals ogen, oren, neus en gehemelte, slechts een gevolg zijn van het leven als zodanig, zonder een dieper verband dan alleen het noodzakelijke uiterlijke gebruik. Als je geloof in de waarheid eenmaal één is geworden met je leven, heeft het reeds vanzelf iedere twijfel buitengesloten en het hoeft dan alleen maar te willen, en er zal gebeuren wat zo'n levensgeloof wil."
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Gods kracht is niet een op enigerlei wijze beperkte kracht, maar zij doordringt de hele eeuwige oneindigheid. En als zo in verbinding met die goddelijke kracht je levenskern in beweging wordt gebracht, dan wordt tegelijkertijd ook de goddelijke kracht in je bewogen, en als deze dan in jou iets wil, dan gebeurt zonder meer wat zij wil.
Hoofdstuk 178: De weg tot het ware geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] JOHANNES zegt: 'Neem alleen maar de waarheid aan; die zal haar werk ook zonder jouw handen doen! Als je midden in de nacht de duisternis bekijkt, kun je je ook vol angst afvragen hoe deze toch zal wijken voor de komende dag. Wie zal haar wegvagen? Ik zeg je: Maak je daarover geen zorgen! Laat eerst maar het zonlicht komen, dat zal het meteen winnen van de duisternis, al is deze nog zo dicht! En zoals God te werk gaat in de grote uiterlijk zichtbare natuur der werelden, zo werkt Hij ook door Zijn levensgenade zon in het hart van de mens. -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 178: De weg tot het ware geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen ze voor ons stonden riep DE DROMER meteen luid: 'Ja, ja, broeder Aziona, dat is precies hetzelfde schip en het zijn ook precies dezelfde mensen, alleen allemaal zonder de lichtglans!"
Hoofdstuk 179: De droom van Hiram - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91  ...