Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 78 van 1112

...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91  ...
[5] Als dit je al zo bijzonder verbaast, wat zul je dan wel zeggen, als Ik je in alle waarheid zeg, dat op de gehele aarde slechts één engel aangewezen is om te zorgen voor de groei van alle grassen, alle struiken en bomen, ieder naar zijn aard, en de voortbrenging van de grootste verscheidenheid aan vruchten, en voor alle dieren in het water, de lucht en op de aarde?! Dat zal dan voor jou ook wel niet te begrijpen zijn, maar toch is het zo en gebeurt het zo! Wees dus maar niet zo verbaasd, maar ga en laat de dienaren ons de spijzen brengen!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Kisjonah kijkt vluchtig over de tafels en verbaast zich inwendig, maar zegt dan: 'Werkelijk, we zouden de wijn haast vergeten hebben! Wil je zo vriendelijk zijn, deze ook nog voor mij uit de grote kelder te halen?'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Als Kisjonah dat alles zo in zich opneemt, raakt hij inwendig vol verwondering en zegt na een poosje: '0 God, o God, Jezus, mijn eeuwige liefde! Als dat zo doorgaat, verheffen al mijn huizen zich vandaag nog en wordt al het hout en gesteente daarin nog levend!' -En zich tot de jongeman wendend zegt hij: 'Vriendelijk jong mens of engel, wat je ook bent of hoe men je ook noemt, leg mij nu toch eens heel globaal uit, hoe je dat kunt!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Iedereen stemde in met dit voorstel, en we stonden allen snel op van de tafels en gingen naar buiten en wel naar een ongeveer twintig vadem hoge heuvel, die aan het eind van de grote tuin zich zacht glooiend zo'n dertig pas van de zee verhief. Kisjonah zei echter, dat deze heuvel een heel mooi uitzicht over de hele zee gaf, maar daarbij toch altijd niet erg prettig was, omdat er, waarschijnlijk door de nabijheid van de zee, veel giftige slangen en adders huisden. Hij had al van alles gedaan om het ongedierte te verdrijven, maar dat had niet geholpen!
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Zo'n school kan zich ook altijd in Mijn zegen verheugen, als ze Mijn grondslag bewaart. Maar helaas, zoals de wereld alles bederft, zo zal ze in de loop der tijd deze school, net.als Mijn zuivere leer, niet ongemoeid laten, en zo is er op deze wereld niets dat blijft! Want de hele wereld is nu in duisternis gehuld en staat in satans dienst! Maar laten we nu naar de heuvel gaan!' Ik en Kisjonah gaan voorop en alle leerlingen en alle bedienden van Kisjonah volgen ons op de voet.
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De mensenzoon zal Zijn engelen uitzenden, en ze zullen uit Zijn rijk alle aanstootgevende dingen en alle mensen, die onrecht bedrijven (Matth.13:41) en oog noch oor en nog minder hart hebben voor de nood van hun broeders, verzamelen en ze in de brandende oven werpen, waar gehuil en tandengeklapper zal zijn. (Matth.13:42) Deze brandende oven bevindt zich in het eigen hart van de kinderen van het kwade - en bestaat uit hoogmoed, zelfzucht, heerszucht, hardvochtigheid, onverschilligheid ten opzichte van Gods woord, gierigheid, nijd, afgunst, leugen, bedrog, ontrouw, ontucht en hoererij, echtbreuk, vals getuigenis, kwaadsprekerij en alles wat tegen het gebod der naastenliefde indruist!
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Want zoals uit het hart van de rechtvaardigen de hemel in alle heerlijkheid zal opbloeien, zo zal bij de onrechtvaardigen datgene uit hun hart zijn volle wasdom bereiken, wat zich daarin bevindt; een slecht zaad zal nooit goede vrucht opleveren!
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Een hard hart zal geen zachte vrucht geven, en een ontrouw hart zal zich nooit kunnen beheersen, en de toorn zal het vuur zijn, dat nooit uit zal doven! Wees voor dat alles dus op je hoede en wordt in alles rechtvaardig volgens de wet der liefde!'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ook de eerlijke broeder Jaïruth, die met zijn hele huis U zeer toegewijd is, krijgt nu al iedere dag bedreigingen, waarbij hij gesommeerd wordt om zich zo vlug mogelijk te laten kennen als orthodoxe Samaritaan, omdat hij anders al zijn bezit kwijt raakt!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Vrienden, Ik heb wel geweten dat het in zeer korte tijd zo zou gaan opdat de satan zijn werk afmaakt; maar degenen, die naar de heidenen gevlucht zijn, zouden hier in Galiléa ook onderdak gekregen hebben, en degenen, die Mijn naam vervloekt hebben om hun aardse bezit niet te verliezen, zouden er beter aan hebben gedaan, zich van de wereld los te maken, dan zich onder de vervloeking van Mijn naam te verzekeren van hun bezit, waaraan de eeuwige dood kleeft. Want ieder mens moet toch eenmaal alles verlaten.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Hoe moeilijk zal het zijn voor degene die veel heeft, om zich eenmaal daarvan los te maken, en hoe licht zal diegene afscheid nemen van de wereld, die geen goederen uit haar schoot bezat en nog bovendien terwille van Mijn naam overal werd vervolgd! Die veracht de wereld, en hij zal zeker niet om haar treuren als hij, terwijl hij het hemelrijk helder voor zich ziet, deze duistere verderfelijke wereld verlaat.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Want Mijn rijk lijdt onder geweld, en wie het niet met geweld tot zich trekt, die verovert het niet.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Het is natuurlijk heel makkelijk om in een vreedzaam plaatsje en voor zijn aardse leven goed verzorgd, voor leerling van Mij te spelen, deugden aan de lammetjes te Ieren en ze met zuiver water te drenken; daar heb je niet veel voor nodig! Maar het is heel wat anders om leeuwen, tijgers en panters te temmen en ze om te vormen tot nuttige dieren! Daar heb je ook meer slimheid, moed, kracht en uithoudingsvermogen voor nodig dan voor het temmen van lammetjes!
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarom moeten jullie wat zich in Sichar openbaart ook zo bekijken en aanvaarden zoals het is, en je moet daarmee een natuurlijk gevecht aangaan, waarbij Ik jullie zal ondersteunen; maar als jullie dadelijk over de blindheid en de boosheid van de mensen tot over je oren in ergernis en toorn geraakt, en over zulke boosdoeners alleen maar een verterend vuur van de hemel afroept, dan kan het je onmogelijk anders vergaan dan het jullie vergaan is!
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Want wie meent dat hij zijn vijand alleen maar kan overwinnen door hem te vernietigen, is een laffe strijder! Want als hij hem doodt verlost hij zich niet door zijn moed van de gevreesde vijand, maar door zijn grote vrees.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91  ...