Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 771 van 1037

...  759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784  ...
[7] Zolang ik bij U in de hemel van Noach was, had ik ook geen pijn, en ik kon rechtvaardig zijn voor Uw aangezicht, o Heer, op ieder tijdstip en ik kon U altijd loven, roemen en prijzen; maar omdat U mij naar de hel liet gaan, werd ik vervuld van innerlijke woede en pijn, en ik moest in een strijd tegen U geraken! Nu ben ik echter weer zonder pijn; daarom kan ik U nu ook weer roemen, loven en prijzen!
Hoofdstuk 351: Mahals vlucht naar een hoge rots en naar Adams grot. Mahals zelfgesprek. Het genadige woord van de Heer tot Mahal. Het aanbreken van de duisternis en Mahals ronddwalen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Laat mij daarom nooit meer naar de hel gaan waar niemand U roemen, loven en prijzen kan, want daar is alleen vuur, toorn, vervloeking en verdriet!
Hoofdstuk 351: Mahals vlucht naar een hoge rots en naar Adams grot. Mahals zelfgesprek. Het genadige woord van de Heer tot Mahal. Het aanbreken van de duisternis en Mahals ronddwalen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Toen de hemel geheel bedekt raakte en de wolken de nabij gelegen bergtoppen in een dichte nacht begonnen te hullen en de laagte ver onafzienbare verten dampte als een brandende stad, kwam de Heer naar Noach toe, vervuld van weemoed en verdriet, en zei tegen hem:
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zie, er zijn op aarde in ver van hier verwijderde gebieden nakomelingen van Kaïn! Voor hen was een indirecte openbaring genoeg, en tot op dit uur leven zij nog in Mijn orde; en de weinigen onder hen die meer of minder regelmatig door een daad hun geweten hebben belast, heffen nu in deze algemene nacht van het naderende gericht vertwijfeld hun handen naar Mij op en smeken Mij om erbarmen!
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Er klonken oproepen zo geweldig als de donder; maar niemand trok er zich iets van aan. Er braken branden uit in Hanoch en die joegen velen grote angst en schrik aan; maar toch wilde niemand de stad verlaten. Er braken onderaardse wateren uit die Hanochs pleinen en stegen manshoog onder water zetten; toen vluchtten de armeren wel op de nabijgelegen heuvels, - maar de rijken namen boten en schuiten en voeren juichend over pleinen en door stegen, en niemand begaf zich meer naar de hoogte.
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Toen brak het geduld van de Heer en Hij leidde Noach naar de ark.
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En toen Noach aldus in veiligheid was gebracht, hief de Heer Zijn almachtige hand op en gebood de wolken om de regen in machtige stromen op aarde neer te laten, en ook de machtige bronnen in de aarde dat zij hun wateren in de aarde op zouden stuwen naar de oppervlakte van de aarde. Toen braken de bronnen in de grote diepte door en openden de sluizen van de hemel zich.
Hoofdstuk 353: Noach en de zijnen gaan de ark in; de Heer geeft aanwijzingen en verklaringen. De Heer sluit de ark. Het begin van de ramp. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Er waren talloze machtig spuitende bronnen op de bodem van de aarde en zij dreven hun water tot aan de wolken, en uit de wolken viel de regen als watervallen van de hoge sneeuwbergen, waardoor het water op het oppervlak van de aarde zo snel steeg dat de mensen niet snel genoeg naar de bergen konden vluchten; en zij die nog de bergen opvluchtten, werden door machtige watermassa's die over de rotsen neerstortten weer terug gesleurd en verdronken.
Hoofdstuk 353: Noach en de zijnen gaan de ark in; de Heer geeft aanwijzingen en verklaringen. De Heer sluit de ark. Het begin van de ramp. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Slechts weinigen lukte het met de kracht der wanhoop de hoogte van Noach te bereiken. Toen zij onder voortdurend gebliksem deze machtige reddingsark zagen riepen zij om hulp en redding; maar de macht van de Heer dreef hen weg, en zij snelden naar de hoogste bergtoppen en klommen met bloedende handen naar boven. Maar bliksemschichten sleurden hen van de wanden en stortten hen naar beneden in de machtig stijgende vloed.
Hoofdstuk 353: Noach en de zijnen gaan de ark in; de Heer geeft aanwijzingen en verklaringen. De Heer sluit de ark. Het begin van de ramp. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar de ontzettende regen dreef Mahal weer de grot in, waarin hij op en neer begon te lopen en menigmaal verbijsterd en half vertwijfeld naar buiten keek en zag hoe de geweldige waterstromen over de rotsen neerstortten. Ze sleepten het aardrijk met zich mee, ontwortelden de grootste bomen om ze vervolgens met vreselijk geweld in de diepte te slingeren. Ook hele rotsen braken ze los om ze dan met het lawaai van duizenden donderslagen in de ravijnen en kloven te rollen!
Hoofdstuk 354: Mahal in de grot als verbaasde getuige van de meest verschrikkelijke gebeurtenissen. Mahals angstige zelfgesprek. De aankomst van drie vluchtelingen in de grot. Mahal en de drie vluchtelingen Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit herkennen elkaar. De Heer verschijnt in de grot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zo heb Ik tot nu toe bijna tweeduizend jaar lang Mijn kinderen geroepen, onderwezen en gewaarschuwd; maar zij wilden zich Mijn liefdevolle, terechte waarschuwing niet laten welgevallen, maar legden hun oor en hart enkel aan de oude leugenmond van de Satan, en deze heeft hun de wegen naar het verderf gewezen. En zij wandelden zolang onvermoeid op deze wegen tot zij daarop buit maakten wat nu over hen en over deze hele aardstreek is gekomen!
Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Hierop voer een machtige bliksemstraal door de grot en doodde het drietal en de macht van de Heer dreef toen de vier geesten naar de hel.
Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] En Mahal klemde zich aan de Heer vast, maar Deze leidde hem meteen de grot uit naar de ark.
Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Hoe en waarheen vloeiden de wateren van de zondvloed? - Hoofdzakelijk naar Midden-Azië waar nog heden het Aralmeer en de Kaspische Zee de meest gedenkwaardige overblijfselen zijn; want waar nu de Kaspische Zee is, daar stond eens het enorm grote en trotse Hanoch, en het zou vandaag de dag nog mogelijk zijn resten van deze stad te vinden, maar wel meer dan duizend vadem diep.
Hoofdstuk 357: De engel Mahal als beschermgeest van de ark. Het stijgen van de vloed. Midden-Azië als het sterkst getroffen door de vloed. Het Aralmeer en de Kaspische Zee als overblijfselen van de zondvloed en als graf van de megastad Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarbij komt dat door het verdampen niets verloren gaat; want het verdampte water verzamelt zich weer in de wolken en valt altijd weer in eenzelfde hoeveelheid terug naar de aarde. Hetzelfde is ook het geval met het opgezogen water in de poriën van de aarde; het opgezogen water verzamelt zich in zekere reservoirs en komt dan deels door mist en deels door periodieke bronnen op het aardoppervlak.
Hoofdstuk 358: Nadere bijzonderheden over de grote vloed. Aanwijzingen om de desbetreffende bijbelteksten te begrijpen. De vloed was plaatselijk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  759 - 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784  ...