15542 resultaten - Pagina 772 van 1037
... 760 - 761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 ...
[8] Uit toorn tegen Mij, hun Schepper, hebben ze roekeloos de aarde opengebroken, en Satan leidde hen regelrecht naar die punten van de aarde, waar haar aderen het meest aan de oppervlakte liggen. Daar verscheurden zij met hun bijtende stoffen en met hun korrels uit de hel de stevige huid van de aderen van de aarde, en de machtigste dampen en stromen begonnen door te breken, genoodzaakt door de zwaarte van de opperhuid van de aarde. En deze alles verwoestende en dodende vloed is nu de vrucht van hun ijveren voor de hel!'Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Vanaf deze belangrijkste plaatsen vloeide het water rijkelijk naar Siberië alsook naar Europa, dat in die tijd nog niet bewoond was. Een deel brak door naar het zuiden naar het huidige Oost-Indië en het meeste naar Arabië; ook het noordelijke deel van Afrika tot aan de hooglanden werd ernstig geteisterd van waaraf dit land slechts onder kleine overstromingen te lijden had. Amerika werd slechts in het noorden vanuit Siberië enigszins getroffen; het zuiden bleef geheel vrij evenals de meeste eilanden van de grote zeeën.
Hoofdstuk 357: De engel Mahal als beschermgeest van de ark. Het stijgen van de vloed. Midden-Azië als het sterkst getroffen door de vloed. Het Aralmeer en de Kaspische Zee als overblijfselen van de zondvloed en als graf van de megastad Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Daarom teisterde de vloed alleen die gebieden op verderfelijke wijze waar de slechte mensheid woonde, en bedekte in het bijzonder Midden-Azië tot op een hoogte van vierduizend vadem boven de zeespiegel van waaruit zij dan wijd en zijd naar alle richtingen wegstroomde!
Hoofdstuk 358: Nadere bijzonderheden over de grote vloed. Aanwijzingen om de desbetreffende bijbelteksten te begrijpen. De vloed was plaatselijk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Men zou hier weliswaar tegenin kunnen brengen: 'Goed, als de vloed van Noach alleen maar een plaatselijk hoogwater over een uitgestrekt gebied was, hoe kon het dan op natuurlijke wijze zo'n huiveringwekkende hoogte bereiken zonder tevoren naar alle kanten in honderd mijlen brede stromen weg te vloeien?'
Hoofdstuk 359: Meer over de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En wanneer men zeker kan aannemen dat ten tweede in Azië bij de hevigste regen honderdduizenden geweldige springbronnen kwamen, waarvan de kleinste in een minuut tien miljoen kubieke voet water naar de oppervlakte van de aarde bracht, dan wordt het wel begrijpelijk hoe de vloed van Noach over Azië zo'n hoogte heeft kunnen bereiken ondanks de gelijktijdige machtige afvoer alom.
Hoofdstuk 359: Meer over de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Van daaruit kon hij immers wel met het vreselijkste geweld naar alle richtingen van de wereld stromen en dat diluviale patroon teweegbrengen dat de tegenwoordige tijd nog rijkelijk aantoont, dat echter niet verwisseld moet worden met wat van de periodieke afwisseling van zee en land afkomstig is. (3)
Hoofdstuk 359: Meer over de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Pas op de honderdvijftigste dag wendde de Heer Zijn aangezicht weer naar de aarde, en de bronnen in de diepte werden afgesloten en de waterzakken van de ether volkomen dichtgebonden; want tot de honderdvijftigste dag had het steeds plaatselijk geregend zoals nu bij onweer een stortregen op de aarde valt.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Veertig dagen later, dus op 10 november, opende Noach voor de eerste keer het dakvenster van de ark en liet een raaf naar buiten vliegen. Die vond echter reeds zijn land, vloog van de ene plaats naar de andere en kwam niet meer in de ark terug.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Maar aangezien alles nog kaal en vochtig was en in de dalen nog enorme watermassa's met razend geweld wegstroomden, vond de duif voor haar poot geen plaats en kwam weer terug om op Noachs hand te gaan zitten die hij uit het raam gestoken had om de duif weer naar binnen in de ark te halen.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Toen ging Noach met zijn zonen op één januari aan het werk, en sloeg het dak van de ark af, en keek toen voor de eerste maal vanaf de hoge Ararat naar de vernieuwde aarde, en hij zag geen water meer en hij zag dat de aarde geheel droog was.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Ik heb de mens naar Mijn evenbeeld geschapen. Maar uit zijn bloed kwam de zonde; daarom is ook de dood in het bloed en Mijn toorn en Mijn wraak, en daarom zal al het bloed steeds door de dood van het lichaam worden gewroken!
Hoofdstuk 361: Het dankoffer van Noach en de zegen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Toen Ik tot je vaderen kwam, werd Ik weer onzichtbaar; maar jij zal Mij nu op Mijn voeten over de bodem van de aarde als een mens zien weggaan in de richting van de avond naar een land dat Kanaän (gezegend land) zal heten!
Hoofdstuk 362: Het zichtbare teken van het nieuwe verbond. Het land Eriwan. Het nieuwe en toch oude gebod van de liefde. De Heer als Melchizedek. Kanaän en Salem. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na enige tijd keek Noach in zijn omgeving uit naar goed hout om een hut te bouwen; maar er was weinig of niets te vinden omdat de vloed alle bossen onder een laag zand van meerdere vadems had bedekt of ze - vooral van de bergen - helemaal had weggespoeld en in de dalen onder slik en steengruis had begraven.
Hoofdstuk 363: De vestiging van Noach. De aanwijzing voor akker- en wijnbouw. Noachs roes uit onwetendheid. De vloek over Kanaän en het verstoten van Cham en zijn gezin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En al spoedig kwam er een bode uit de streek waar de Heer heen was gegaan, en deze leidde Noach naar een plaats waar een mooi bos was, en hij zei tegen hem: 'Zie, Noach, dit bos heeft de Heer onder het water voor jou bewaard! Daarom moet je je hier in de buurt van dit bos vestigen en hier de hut bouwen die je nodig hebt! Ook moet je akkers aanleggen en allerlei graan verbouwen dat je in de ark hierheen hebt gebracht!
Hoofdstuk 363: De vestiging van Noach. De aanwijzing voor akker- en wijnbouw. Noachs roes uit onwetendheid. De vloek over Kanaän en het verstoten van Cham en zijn gezin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Toen nu Cham, Kanaäns vader, (Kanaän was in het tweede jaar na de vloed geboren) door Kanaän geleid in de open hut kwam en Noachs schaamte zag, ging hij naar zijn broers en vertelde het hen buiten.
Hoofdstuk 363: De vestiging van Noach. De aanwijzing voor akker- en wijnbouw. Noachs roes uit onwetendheid. De vloek over Kanaän en het verstoten van Cham en zijn gezin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)