Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 773 van 1112

...  761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786  ...
[3] Wie heeft dat ooit meegemaakt! Zolang de priesters de hele heerschappij en macht naar zich toe getrokken hebben, is nog nooit iemand uit de kleinburgerlijke klasse in de hoogste van die der priesters verheven!
Hoofdstuk 204: Het geheim overleg van de tien gezanten en hun besluit om goede doelen met sluwe middelen te bereiken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Wij zullen weliswaar voor grote brandstapels en voor onafzienbare afgronden, die zij onder de grond hebben gemaakt en die zij opgevuld hebben met slangen en allerlei giftig ongedierte de meest afschuwelijke eden van trouw moeten afleggen voor wij in priesterlijke kleding zullen worden gestoken, - maar dat doet aan onze zaak geen afbreuk! Wij zullen wel met de mond zweren, maar tegelijkertijd in onze borst vervloeken, - en zo zullen de priesters zich met ons een woekerend gezwel in hun lichaam hebben geplant dat geen god zal kunnen genezen!
Hoofdstuk 204: Het geheim overleg van de tien gezanten en hun besluit om goede doelen met sluwe middelen te bereiken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Pas na deze samenzwering gingen de tien naar hun huizen en brachten daar alles in orde en begaven zich toen met vrouw en kinderen naar het college van de priesters voor de op handen zijnde grote raadsvergadering.
Hoofdstuk 204: Het geheim overleg van de tien gezanten en hun besluit om goede doelen met sluwe middelen te bereiken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zij werden steeds dichter bij het vuur gebracht en vanaf een zekere afstand ontdekten zij hoe zich midden in de geweldige vlammen een menigte jammerende, roodgloeiende mensen bevond.
Hoofdstuk 205: De tien verkenners voor de raad van vijfduizend priesters en in de vuurproef. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Wanneer men nu deze twee misleidende verschijnselen overweegt in relatie tot de nieuwelingen, dan zal het niet moeilijk te begrijpen zijn welk een ontzettende angst onze tien boden overviel toen zij aan die afgrond moesten zweren zich zonder de geringste tegenspraak te voegen naar alle voorschriften van de opperpriesters als zij niet levend en wel in het hellevuur of in die afgrond geworpen wilden worden.
Hoofdstuk 205: De tien verkenners voor de raad van vijfduizend priesters en in de vuurproef. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Of zij hebbende smalle landtong waarmee deze wereld met die van hun verbonden is, geheel en al doorstoken en daardoor beide werelden door zo'n machtig water gescheiden dat wij dat zeker niet kunnen doorwaden!
Hoofdstuk 207: De weerstand van de verkenners tegen het plan van de priesters om de gouden bergen te veroveren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar de hogepriesters, die iets hoger waren dan de opperpriesters en eerder beneden in de zaal in de eerste rij stonden, begaven zich nu ook op het redenaarspodium en richtten de volgende woorden tot de opperpriesters:
Hoofdstuk 208: De tien verkenners worden door de hogepriesters verdacht. Het sluwe, succesvolle antwoord van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Dit verweer deed de opperpriesters versteld staan, en het tiental, dat zich daardoor zeer geraakt voelde, nog meer.
Hoofdstuk 208: De tien verkenners worden door de hogepriesters verdacht. Het sluwe, succesvolle antwoord van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En een opperpriester wendde zich tot de woordvoerder van de tien en zei: 'Hebben jullie het getuigenis van een alwetende over jullie gehoord? Hoe willen jullie je rechtvaardigen?'
Hoofdstuk 208: De tien verkenners worden door de hogepriesters verdacht. Het sluwe, succesvolle antwoord van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] De woordvoerder echter, een uitzonderlijk sluwe snaak, wist zich snel te beheersen en sprak: 'Hoogmachtige collega's! Bij de alwetendheid van deze hogepriesters moeten we toch wel een vraagteken plaatsen, want zo alwetend als zij zijn, zijn wij ook! Politiek is nog nooit alwetendheid geweest en zal het ook eeuwig nooit zijn! Alleen slechte kerels laten zich door zulke kneepjes intimideren, - maar een redelijk mens niet!
Hoofdstuk 208: De tien verkenners worden door de hogepriesters verdacht. Het sluwe, succesvolle antwoord van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Verder: als zij alwetend zouden zijn, dan zouden zij jullie beslist zeggen wat zich op de hoogte bij de tovenaar heeft afgespeeld; maar aangezien zij niet alwetend zijn, raden ze jullie aan om je er door andere bewijzen van te overtuigen of onze verklaringen waar zijn of niet!
Hoofdstuk 208: De tien verkenners worden door de hogepriesters verdacht. Het sluwe, succesvolle antwoord van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] De hogepriesters keken hierbij heel erbarmelijk. Maar de opperpriesters schaarden zich aan de zijde van het tiental en stemden in met hun woorden, want zij zagen dat de tien gelijk hadden en vertrouwden hen volkomen. Maar tegen de hogepriesters zeiden ze dat zij zich in het vervolg niet in dingen moesten mengen die hun niets aangingen; want alleen de ceremoniƫle verering van de koning was hun zaak.
Hoofdstuk 208: De tien verkenners worden door de hogepriesters verdacht. Het sluwe, succesvolle antwoord van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Laat ieder die het wil naar de tovenaar gaan! Wij zullen die reis beslist niet voor de tweede keer maken, want wie zich eenmaal aan het vuur heeft gebrand, raakt zeker geen gloeiend metaal meer aan!
Hoofdstuk 209: De opperpriester willigen de raad van de tien verkenners in. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] In die woorden konden de opperpriesters zich volledige vinden en zij stemden allemaal voor het vrijmaken van de slaven en voor hun bewapening onder aanvoering van het tiental.
Hoofdstuk 209: De opperpriester willigen de raad van de tien verkenners in. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] De opperpriesters waren nu weliswaar geheel voor de vrijlating en bewapening van de slaven ter verovering van de gouden bergen, maar hier kwam een andere fatale omstandigheid naar voren, namelijk dat deze treurige kaste zich als lastdieren in handen van de groten bevond en zij hun volledige eigendom waren en alleen door hen formeel terug te kopen weer in handen van het priesterdom kon terugkomen. Want om door een machtwoord de slaven weer terug te vorderen zou toch een al te gewaagde zaak zijn, aangezien de groten te machtig waren en de priesters niet veel hoger achtten dan zichzelf en hen slechts duldden en ondersteunden om louter politieke redenen.
Hoofdstuk 210: De problemen van de priesters om de slaven los te kopen. Het plan van de tien slimme gezanten slaagt, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  761 - 762 - 763 - 764 - 765 - 766 - 767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786  ...