Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 779 van 1166

...  767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792  ...
[14] 'Ongelukkige! Wat voert jou hierheen! Moet dan mijn eerste vloek jou treffen, jou, Lamel, terwijl je toch mijn meest geliefde broer bent?!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Zie, ik heb aan mijn vrouw een heilige eed gezworen: de eerste mens te wurgen die ons hier in onze gelukkige eenzame rust zou komen storen, - zelfs als het Adam zou zijn!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Ik verschool mij daarom in een verre uithoek van de aarde en wilde daar leven, door geen mensenoog bespied, omdat ik gevonden heb wat nog niemand heeft gevonden en eindeloos gelukkig ben met mijn vondst!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[31] Want hij dacht bij zichzelf: als hij (namelijk jij, Hored) werkelijk door een of ander hoogste wezen naar me toegestuurd is, door bijvoorbeeld de oude God, wiens geweldige stem ik al eenmaal zelf vernomen heb, dadelijk nadat ik mijn beide broers had gedood, dan zal hij nooit ofte nimmer iets van mij aannemen en wel het allerminst de vrouw die al aan een man gebonden is!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[37] En Hored riep daarbij uit: 'O broer Lamel, nu pas herken ik je weer! Kun jij ons redden, zie, hier is mijn arm! En kijk, daar komt Naëhme al ijlings uit de hut en biedt je haar arm aan, zoals je het wilde; en zo geschiede de wil van de Heer! Amen.'
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[39] Toen Naëhme dat alles opmerkte en zag, stootte zij een heftige angstkreet uit en riep: 'Om de wil van de almachtige God, wij zijn verloren! - Mijn arme Hored!'
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] 'O, Heer, die alleen door mijn hart wordt genoemd! Hebt U dan gisteren alle bliksems verbruikt?! Zie, hier zouden er uitstekend enkele duizenden te gebruiken zijn tegen deze zondaars!
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Doch nu verder niets meer over het vuur; jij, Henoch, strek nu in Mijn naam je handen uit en gebied de wolken dat zij zich verzamelen tot een rijkelijke regen over deze reeds flink verbreide bosbrand! Doch de hoogten zullen er vrij van blijven voor vandaag, morgen en overmorgen; want dat is de tijd die bestemd is voor Mijn zichtbare tegenwoordigheid voor allen. Vervul dus nu Mijn wil in jou! Amen!'
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] 'Wat heb Je hier in mijn eigendom te maken? Weet Je dan niet meer welke termijn Je mij hebt gegeven?
Hoofdstuk 29: Het blussen van de bosbrand door een stortbui. Satans aanmatiging tegenover de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Verdwijn daarom vanhier en laat me ongehinderd zwelgen in mijn eigendom; want ik, niet Jij, ben heer en meester van deze schepping!'
Hoofdstuk 29: Het blussen van de bosbrand door een stortbui. Satans aanmatiging tegenover de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] God, ons aller meer dan heilige Vader, moet Zich volgens de woorden van mijn broer Lamel werkelijk, vervuld van liefde en erbarmen, zichtbaar temidden van de vaderen op de hoogte bevinden!
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Zijn eindeloze heiligheid kan immers niet toestaan dat mijn stellig onreine vrouw deze zo heilige hoogte zou mogen naderen.
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Wat voor nut heeft het om terug te gaan als er niet een van jullie meegaat en mij helpt mijn vrouw uit al die duizend doornklauwen los te maken?
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] O Henoch, of jij broer Lamel, of jij, vreemde, beslist ook machtige vriend, verlaat mij niet en laat mijn arme vrouw niet versmachten!
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Ja, ja, hier heb ik in hoge mate gefaald! Ik wil, ja ik moet terug; maar laat slechts een van jullie met mij teruggaan en mij helpen mijn arme vrouw te bevrijden!
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792  ...