Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 779 van 1037

...  767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792  ...
[3] Kijk, op iedere plek waar zo'n baan van buitenaf naar het centrum toe begint, bevindt zich ook een zogeheten baanchef, een baandirecteur en nog een grote groep andere handlangers. Kijk hoe ze allemaal buitengewoon ernstige en heel gewichtige gezichten trekken. Op de brede muur zien jullie een grote menigte mensen van beiderlei kunne. Kijk, hoe daar aan het begin van een baan de gezamenlijke baanbelanghebbenden en voornamelijk de baanchef hun baan als de enige juiste aanprijzen en zeggen: kom allemaal hierheen! Deze baan is de enige juiste waarlangs jullie heel zeker bij de deur van de tent en dus ook in de tent zelf kunnen komen, waar een onschatbare prijs op jullie wacht! Maar kijk, de baanchef die vlak naast hem staat roept en zegt tegen de gasten: laat je niet misleiden! Bij ons betalen jullie veel minder baangeld, want onze baan is de oudste, dus ook de officieel erkende; over haar zijn reeds vele duizenden in de tent aangekomen en hebben daar hun hoge prijs afgehaald. Maar de eerste baanchef komt meteen overeind, protesteert geweldig en waarschuwt de gasten indringend om de bedrieglijke verlokkingen van de tweede baanchef toch vooral niet op te volgen. De tweede baanchef gaat heel opgewonden tegen zulke lasterpraat in en roept met een geweldige stem: ik zeg niet dat jullie hierheen mogen komen; ik laat het niet aan jullie vrije wil over of jullie langs mijn baan willen gaan of niet, maar omdat ik heel goed weet dan mijn baan de oudste en enige juiste is, wil ik jullie er met de haren bijslepen. Het is treurig genoeg dat men domkoppen zoals jullie zo'n onnoemelijk geluk gewoonweg met geweld moet opdringen! Weer verheft zich de eerste baanchef en roept overluid: volg mijn buurman maar! Jullie weten echter niet dat zijn baan in de buurt van de tent een verborgen en afgedekte afgrond heeft waarin iedereen die deze baan bewandelt, onherroepelijk te gronde gaat. Bij deze uitspraak komt de tweede baanchef nog heftiger in het geweer, stuurt zonder verder een woord te zeggen zijn handlangers de muur op, laat door hen een menigte met geweld samendrijven en op zijn baan trekken. Als zij het baangeld willen betalen doet hij blufferig grootmoedig en zegt: ik neem van jullie,, niets aan; ik wil alleen maar jullie geluk; loop daarom over mijn baan. Jullie kunnen rennen of rustig wandelen, zoals je wilt, en ik sta er helemaal voor in dat jullie hier op mijn baan nergens een verderfelijke afgrond aantreffen maar allemaal behouden in de tent zullen aankomen. Ik stel slechts als voorwaarde dat jullie vooral niet van mijn baan af gaan. Gaan jullie er uit onvoorzichtigheid of eigenmachtig vanaf, dan sta ik nergens voor in, want op elke andere baan belanden jullie in plaats van in de tent, in een of andere verborgen afgrond. En zo zien jullie dan de menigte voortgaan.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Maar zie, vlak ernaast staat alweer een derde baanchef. Hij maakt geen lawaai, trekt een heel goedmoedig en medelijdend gezicht en de gasten vragen hem waarom hij dat doet en wat hem dan op zo na aan het hart ligt. Hij zegt hen heel bescheiden met zachte woorden: wie zou daarbij niet droevig zijn?! Deze arme mensen gaan immers allemaal de verkeerde weg, terwijl toch alleen deze de enige juiste is, die bijna lijnrecht naar de deur van de tent loopt. Ik zeg jullie niet: kom hierheen, maar als jullie overal zullen hebben ervaren dat jullie met je vergeefse, zinloze moeite niets hebben bereikt, zullen jullie je wel vanzelf op mijn baan begeven. Ik zeg jullie: ik vind het zelfs niet eens goed als iemand naar mijn baan loopt en daardoor de arglistige baanchefs naast mij jaloers maakt. Als hij zich overal ervan overtuigd zal hebben dat hij bedrogen is, zal hij zonder meer naar mij toekomen en mij alsnog graag een hoge baanprijs betalen als ik mijn baan maar voor hem wil openstellen.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk daar, een vierde baanchef, die heimelijk en sluw naar zijn buurman omkijkt, zijn hoofd schudt en tenslotte zegt: vooruit maar! Wie het laatste lacht, lacht het best! Ik zeg jullie, mijn helpers, laat al deze muurgasten met rust. Laat die dwazen maar doen wat ze willen; wij nodigen niemand uit. Gaan jullie maar over de muur naar buiten, vang ze daar op en breng ze hier. Zodra deze domkoppen van buiten hierheen zijn gebracht, kunnen wij er zo goed als zeker van zijn dat ze geen andere baan zullen zoeken en geen andere zullen betreden dan de onze. We plaatsen alleen een spandoek met het opschrift: `Enige juiste baan naar het doel!', maken daarbij zo min mogelijk drukte en de vette vissen zijn allemaal voor ons.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar nu begeven we ons naar dat gebergte. Daar zullen we dingen van een heel andere aard aanschouwen en zien, hoe de goddelijke waarheid zich daar openbaart. Jullie vragen en zeggen: maar lieve geestelijke vriend en broeder, dat stralende gebergte lijkt nog heel ver weg te liggen, hoe kunnen we het zo vlug bereiken? 0 lieve vrienden en broeders, maken jullie je daarover geen zorgen, want onze eigen wil zal ons terstond daarheen brengen. Jullie willen het evenals ik, en kijk, we zijn al ter plaatse!
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie zien daar naar de middag toe iets eigenaardigs en jullie weten niet wat je ervan moet denken. Jullie zien aan een vanaf het hoge firmament hangende gouden staaf een zon hangen die zich statig en langzaam heen en weer beweegt als de slinger van een klok. Jullie zouden wel willen weten wat dat is. Ik zeg jullie: laten we er maar naartoe gaan, dan zullen jullie er weldra achter komen.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk daar eens naar boven. Op de tiende trede zien jullie twee grote lichtgevende piramiden staan; lees maar wat er op elk van de twee geschreven staat. Jullie zeggen: het schrift is ons onbekend. Wel, dan zal ik het jullie voorlezen. Op de ene piramide aan de linkerzijde staat geschreven: `Dit is de grote tijdmeter voor de geschapen dingen'. En op de andere piramide staat: `Enig juiste beweging van alle dingen en gebeurtenissen volgens de goddelijke ordening'. Uit deze twee opschriften kunnen jullie reeds gemakkelijk opmaken wat deze verschijning wil zeggen.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, we zijn alweer op de plaats van bestemming. Jullie zijn verbaasd dat deze wijzerplaat maar aan één kant, namelijk de linker, van cijfers is voorzien, en wel evenals bij jullie klokken van een tot twaalf. De rechterkant, die naar de morgen is gekeerd, is helemaal zonder cijfers. Dit komt, omdat hier de avondzijde alleen het tijdelijke aangeeft, en de morgenzijde het eeuwige en dus geestelijke.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Maar kijk, ernaast ligt weer een andere baan. Ze heeft een echt oude kniesoor als baanchef. Deze heeft een complete kassa voor de baan opgesteld. Hij nodigt weliswaar niemand uit maar als er iemand naar hem toekomt en vraagt: wat is dit voor baan en leidt ze wel tot in de tent? Dan zegt de baanchef heel zachtjes en geheimzinnig tegen hem: vriend, er was nog geen baan zoals deze; deze alleen is de oudste en zij staat in verbinding met de poort van tic tent. Wil je haar bewandelen, dan zul je er geen spijt van krijgen. Alleen moet je het baangeld, dat zo en zoveel bedraagt, in fijne klinkende munt betalen. Daarvoor krijg je dan een wissel van dezelfde waarde. Als je de baan goed doorloopt en je onderweg niet door een of andere laat verleiden, kom je zonder meer in de tent en win je daardoor de hoofdprijs. Mocht je echter toch verdwalen dan is nog niet alles verloren, want met deze wissel in handen zul je voor de jouw hier ingelegde klinkende munten toch nog altijd zo en zoveel aan rente terugkrijgen. Zoals jullie zien, heeft deze baanchef een leer aanzienlijke toeloop van groot en klein, maar niet vanwege de baan, maar enkel en alleen vanwege zijn geldzaken. Vandaar dat hij barst van het goud, zilver en allerhande edelstenen. Wat de tent betreft, daarom bekommert hij, de baanchef, zich zo te zeggen niet in het minst meer, want zijn zaken zijn slechts geldzaken. Zodoende maken ook zijn baanwandelaars zich er niet erg druk om of ze de tent goed bereiken of niet, want ze hebben immers hun wissel in handen.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Als jullie het vierde beeld vanaf het begin goed hebben bekeken dan moet bij jullie toch de volgende voor de hand liggende vraag zijn opgekomen: waarom wordt in dit ronde waterbassin het water met behulp van een in het midden van het bassin aangebracht schoepenrad toch voortdurend rondgedraaid? Ten eerste ligt in deze vraag al een veelbetekenend antwoord besloten, namelijk opdat geen zeevaarder met zijn roeiboot dichtbij het raderwerk kan komen en ten tweede: opdat door deze gedwongen beweging van het wateroppervlak alles wat het centrum van het waterbassin wil naderen, door de van het centrum uitgaande draaibeweging van het water, ondanks alle inspanning, weer naar de buitenkant wordt gedreven.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Kijk nu weer eens verder. Meer dan tweederde van de steeds naar de oever teruggedreven roeiers zijn hun eentonige en nutteloze tocht op het water reeds lang beu en stappen daarom uit hun bootjes. Zij stappen totaal verslagen en teleurgesteld aan wal, keren deze weldra de rug toe en zeggen: hadden we niet wat beters kunnen doen, dan ons zo langdurig laten foppen met dat levende water? Men heeft ons gezegd: volhouden maar en zo en zoveel keer rondvaren, daarbij echter oppassen dat men de juiste kracht blijft aanwenden, zodat men ten eerste niet te dicht bij het rad komt en ten tweede ook niet te dicht bij de oever, maar voortdurend de ruimte van het water tussen het rad en de oever gebruikt. Het al te dicht naderen van het raderwerk zou de kracht van de mens spoedig verlammen. Ten gevolge van deze toestand zou hij dan onherroepelijk ten dode zijn opgeschreven.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De tweede zegt: broeder, ik merk heel goed waar de zaak op uitdraait. Als de roeiers zullen merken, hetgeen volgens mijn waarneming nu reeds heel vaak het geval is, dat de beweging van het water steeds trager wordt, zal een gedeelte van hen zich er van overtuigen dat het met het zogenaamde levende water niet zo eenvoudig ligt, zodat men maar beter bij de oever uit kan stappen! Een ander gedeelte zal echter tengevolge van de geringe weerstand met weinig moeite het zogenaamde heiligdom van het raderwerk naderen en zal daar in ieder geval met eigen ogen datgene zien wat wij hier vanaf de oever duidelijk waarnemen, namelijk wat er met het uitdrukkelijk aangeprezen machtige rad aan de hand is. Je weet, de hoogdravende belanghebbenden zeggen erover, dat het nooit ofte nimmer stuk kan gaan en het daarom steeds dezelfde kracht behoudt om het water levend te maken. Wat zullen zij dan wel zeggen als ze de schoepen natellen en tot hun verbazing ontdekken wat er ontbreekt en bovendien nog de bedenkelijke en aanzienlijke schade aan de schoepen die nog aan het loze rad vastzitten, bemerken? Ben je het niet met mij eens? Zij zullen hun bootjes vlug van het raderwerk afwenden en naar de oever sturen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Maar zie, nu merken de waterradbelanghebbenden het ook en zij schreeuwen moord en brand op hun waterradstellage! Maar het helpt niets. Ze draaien het oude waterrad krachtig rond, maar de ene vermolmde schoep na de andere vliegt eraf. Het wateroppervlak ligt aan de oevers vol met lege bootjes. Alles wat maar voeten heeft probeert bij het grote levengevende water te komen. Alleen de waterradbelanghebbenden zitten nu, zoals jullie gewoonlijk zeggen, in zak en as! Enkelen pakken de slechte, afgebroken schoepen van het rad en zwemmen zelfs zo goed en zo kwaad als het gaat, naar de gelukzalige oever. Alleen voor de hoofdbelanghebbenden zal er tenslotte nauwelijks een reddingsmiddel over blijven, want de bootjes zijn allemaal naar de oever gedreven en niemand wil er een naar hen toe sturen, zodat ze zich zouden kunnen redden door naar de oever te varen. Hun water begint geweldig te stinken en het levende water wil er niet in binnenstromen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Toen de gehele materiële schepping werd gerealiseerd, stond deze grote, lichtgevende wijzer naar beneden op het cijfer één, dat jullie nog sterk zien lichten.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Maar waar staat deze wijzer nu? Jullie zeggen: hij wijst al recht omhoog en zelfs al bijna naar het einde van het laatste getal. Twee kleine puntjes moet hij nog passeren en dan is zijn punt het cijferloze lichtveld binnengegaan. Weten jullie wel wat dat betekent? Kijk, dat betekent de laatste tijd!
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Jullie zien daar naar de middag toe een buitengewoon groot vierkant gebouw dat op een bijzonder grote kubus lijkt en bijna twaalfduizend klafter lang is; breedte en hoogte zijn dus gelijk aan de lengte. Boven op de vier hoeken zien jullie vier reusachtige mensengestalten met aan hun voeten vier verschillende dieren. We zullen er meteen naartoe gaan en zien wat dit allemaal betekent. Jullie willen het, en daarom zijn we ook al, zoals jullie zien, op het glanzende oppervlak van deze grote kubus. Kijk eens, daar in het midden van dit glanzende vlak staat nog een kleinere, heel sterk stralende kubus, waarop een geheel ontzegeld boek ligt.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  767 - 768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792  ...