Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 780 van 1088

...  768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793  ...
[1] Voor het altaar aangekomen, waar het tiental stond, zei de Heer tegen een van hen: 'Ga naar buiten; in de poort van de voorhof zul je een man aantreffen! Deze heeft een kalebas vol olie. Laat je die overhandigen en breng die hierheen, opdat Ik daarmee Ohlad zowel natuurlijk als geestelijk tot koning zalve over al het volk in de laagte en vervolgens ook jullie tot zijn ministers en raadsheren, en om de macht over het vuur vanuit Mij te bewaren; want nu moeten jullie niet weer naar de hoogte teruggaan, omdat het volk zich weer tot Mij wendt! Ga daarom de olie voor Mij halen!'
Hoofdstuk 166: Ohlad wordt tot koning gezalfd en de tien boden tot zijn ministers. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En de bode zei tegen de man die de olie bezat: 'Van jou heeft de Heer, de almachtige God van hemel en aarde gezegd dat je een kruik kostelijke zalfolie bij je hebt! En deze God wil dat je die olie nu aan mij overhandigt, opdat ik die naar de tempel zal dragen en God, de Heer, daar persoonlijk en eigenhandig Zelf de voormalige raadsheer Ohlad tot koning over het hele volk zal zalven!'
Hoofdstuk 166: Ohlad wordt tot koning gezalfd en de tien boden tot zijn ministers. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De bode begaf zich met de olie naar de tempel en overhandigde deze met grote liefde en eerbied aan de Heer.
Hoofdstuk 166: Ohlad wordt tot koning gezalfd en de tien boden tot zijn ministers. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Maar nu zullen wij naar buiten gaan en de nieuw gezalfde koning aan het hele volk voorstellen! En zo geschiede het!'
Hoofdstuk 166: Ohlad wordt tot koning gezalfd en de tien boden tot zijn ministers. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar juist op het gruwelijkste moment toen zelfs de aarde rondom de voorhof van de tempel begon te scheuren en uit de scheuren torenhoge vuurstralen met ontzettend lawaai omhoog schoten en zelfs het plaveisel van de voorhof hier en daar begon te dampen en op sommige plaatsen heet werd, kwam de Heer met de nieuwgezalfde koning Ohlad begeleid door de tien boden uit de tempel naar buiten.
Hoofdstuk 167: De vuurstorm en de aardbeving tijdens de zalving. Het volk wordt bang. De Heer onthult Zich aan het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Maar hier is de door de Heer Zelf gezalfde koning Ohlad! Spreek met hem en hij zal jullie de weg wijzen naar de Vader, die Zich als enige over jullie kan ontfermen en ook zal ontfermen, als jullie je tot Hem wenden met in je hart ernstig berouw over je zonden!'
Hoofdstuk 167: De vuurstorm en de aardbeving tijdens de zalving. Het volk wordt bang. De Heer onthult Zich aan het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Nu wendden de smekenden zich tot Ohlad en vroegen hem vertwijfeld hun de weg naar God, de Heer en Vader te wijzen.
Hoofdstuk 167: De vuurstorm en de aardbeving tijdens de zalving. Het volk wordt bang. De Heer onthult Zich aan het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Pas op dit moment trad de Heer naar voren, hief Zijn almachtige hand op en zei: 'Zwijg nu, aarde als Ik spreek tegen mijn kinderen! Wijk terug alle monsters, en jij, zon, laat weer geheel ongehinderd je stralen op de aardbodem vallen! Amen.'
Hoofdstuk 167: De vuurstorm en de aardbeving tijdens de zalving. Het volk wordt bang. De Heer onthult Zich aan het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar ditmaal heeft het veel gekost! De Vader moest Zich door het vuur weer een weg banen naar jullie harten en moest overal de aarde verwonden om het hier en daar nog enigszins levende innerlijk te bereiken om daarin door een nieuwe levensadem uit Mij, jullie God en Vader, de geheel verkommerde geest te hulp te komen!
Hoofdstuk 168: De woorden van de heilige Vader tot Zijn verzamelde kinderen. De liefde en het geduld van de Heer met de mensen. Over de verhouding van het volk tot de koning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Thuis in de oude burcht van Lamech aangekomen, wees hij de tien ministers dadelijk hun woningen toe en begaf zich toen weer met de tien naar de nieuwe, grote, gouden residentie van de voormalige duizend raadsheren om daar de nog overgebleven negenennegentig raadsheren hun ontslag te geven als zij zich niet aan de goddelijke wet wilden onderwerpen.
Hoofdstuk 170: De ontmoeting van koning Ohlad met de negenennegentig raadsheren van Hanoch. De eigenwijze woorden van een raadsheer en het krachtige antwoord van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ohlad die woorden van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren had gehoord, wendde hij zich tot zijn ministers en vroeg hen wat er met deze hardnekkige tegenstander moest gebeuren. Moest men hem misschien met zijn medestanders zonder de leer van de goddelijke plicht laten vertrekken, of moest men hem er met geweld van vuur toe dwingen om naar de bijzonder welgemeende leer van de plicht te luisteren?
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Ohlad sprak: 'Je hebt gelijk, dat zou wel de veiligste weg zijn, maar dan zou ik een betere tong moeten hebben! In mijzelf hoor ik wel heel helder en duidelijk wat ik deze goed van de tongriem gesneden held moet antwoorden, - maar omdat ik nog zo weinig oefening heb om mijn innerlijke gedachten naar buiten uit te spreken, heb ik daar enigszins moeite mee. Jij hebt daarin reeds grote vaardigheid verworven; daarom vraag ik jou, beste broeder, om in mijn plaats een krachtig woord te spreken dat deze halsstarrigen vast en zeker binnen de kortste tijd zal doen buigen!'
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daarop wendde de woordvoerder van de tien zich weer tot Ohlad en zei tegen hem: 'Nu, broeder, kun je de negenennegentig de wil van de Heer gaan meedelen; zij zullen naar je luisteren!
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Bovendien is een wet waaraan men een sanctie moet toevoegen alleen al slecht, verwerpelijk, onacceptabel en leeg, doordat de sanctie er niet in besloten ligt als een heel natuurlijk en rechtvaardig gevolg van het overtreden ervan. En juist deze lege wetten worden door deze helden gevreesd, en terecht; want zulke wetten maken de mens altijd tot een ware slaaf.
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Deze woorden begreep Ohlad heel goed en daarom hij ging hij dadelijk naar de negenennegentig toe en richtte de volgende woorden tot de woordvoerder van de negenennegentig:
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  768 - 769 - 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793  ...