Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 79 van 278

...  67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92  ...
[9] HIRAM zegt: 'Werkelijk, deze kunst zou ik ook graag beheersen; want zo'n drank zou dit vergankelijke leven van mensen zoals wij af en toe toch een beetje aangenamer kunnen maken. Waarlijk, dit is nog de allerbeste wijn die ooit over mijn lippen is gekomen. Vanwege zulke wijn zou een mens wel een paar duizend jaar kunnen leven zonder er genoeg van te krijgen! Laat me nog eens een paar slokken nemen!"
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] HIRAM zegt: 'Vertel op! Ik ben er hoogst nieuwsgierig naar, maar zonder de door jou verlangde oorvijg bij een onjuistheid; want al dergelijke rechtvaardigingen en terechtwijzigingen zijn ons vreemd en zijn ons nooit eigen geweest, behalve in gevallen van uiterste noodweer. Vertel me dus gerust en onbekommerd wat je weet van mijn geheime ervaringen en belevenissen!"
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] JOHANNES begon als volgt te spreken: 'Mijn vriend Hiram! jij had vannacht een door jou zo genoemde lichtdroom en je zei, dat je ons allen met het schip reeds hier hebt zien binnenlopen, en zoals je hier uit eigen beweging zelf persoonlijk hebt toegegeven, waren wij dezelfden als degenen die je in je lichtdroom hebt gezien. Verklaar mij nu hoe dat mogelijk was volgens jouw wijsheid, die in haar soort geenszins gering te schatten is! Want als wij alleen maar lichamen en geen zielen zouden hebben, die tenslotte toch ook zonder een lichaam zouden kunnen voortleven, hoe hadden wij ons dan als zielen aanjouw tijdens je lichamelijke slaap eveneens wakkere en werkzame ziel kunnen tonen, terwijl onze lichamen zich rond die tijd nog ruimschoots in de streek boven Caesarea bevonden?"
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] JOHANNES zegt: 'Beste vriend, dat is nog veel gemakkelijker! Maar eerst moet je weten, dat iedere ziel die geestelijk reeds volmaakt en nauw verbonden is met Gods geest, ook een beetje almachtig is en daarom heel gemakkelijk in één enkel moment zo'n schip kan creëren als een produkt van haar scheppend vermogen, en het ook zoals het in werkelijkheid bestaat, aan een vreemde ziel kan tonen als dat nodig is. En zie, dat was dan ook in de afgelopen nacht het geval, en daarom heb jij als ziel dan ook een schip kunnen zien dat ons droeg, zonder dat ons schip daarvoor een ziel nodig had. Je zag ons ook gekleed, zoals wij nu voor jullie in de natuur te zien zijn; dan zouden onze kleren immers ook een ziel moeten hebben! Maar deze zijn in zekere zin slechts een tijdelijk, creatief produkt van de ziel die in nauwe verbinding staat met Gods geest.
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Ik heb je de droom, die ik werkelijk gehad heb, nu eenmaal heel eerlijk en open verteld en het is voor jou nu gemakkelijk om ervan te maken wat je wilt. Weet je, achteraf voor profeet spelen is werkelijk niet zo'n grote kunst; want iemand die goed kan redeneren kan alle omstandigheden heel geraffineerd gebruiken en daaruit zomaar -zoals men dat zegt -voor de vuist weg een idee construeren dat als zodanig niets te wensen overlaat. Lichtvaardige mensen met weinig denkvermogen en weinig ervaring zouden hier reeds uitgepraat zijn en klem zitten; maar het koele, rustige verstand van een man met veel ervaring zonder enige gedrevenheid en vrees, heeft meer nodig dan alleen maar een voortreffelijke redeneerkunst van een jong en verder zeker ook degelijk en talentvol persoon.
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Dat was voor jou een ware bliksem en donderslag. De vrouw werd nu naar voren geleid en op een rustbed geplaatst. De magiër legde haar zijn handen op, waarop ze insliep. Spoedig daarna raakte de maagd in een soort extase en begon met de magiër te praten, waarop deze zei: 'Wie nu iets wil vragen, kan komen, maar altijd hoogstens drie mensen, en onder de voorwaarde dat wanneer zij mensen aanwijst die zich moeten verwijderen, deze hier dan ook zonder meer gehoor aan geven, omdat hun anders iets onaangenaams zou kunnen overkomen! En iemand met een geweten dat niet helemaal zuiver is, moet vooral niet in de buurt van deze vrouw komen, maar via een bemiddelaar de vraag slechts aan mij stellen, dan zal haar door mij heel heimelijk het antwoord ingegeven worden! Deze toestand van de vrouw zal anderhalf uur duren!
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dat het lichaam daarna geen rol meer speelt en ook niet meer kan spelen, is gemakkelijk zonder verdere uitleg te begrijpen! Want de voeding die een mens dagelijks tot zich neemt maakt immers ook gedurende bepaalde tijd een periodiek voedingsdeel van het menselijk lichaam uit, waaruit het reeds consistente lichaam en hieruit dan ook de ziel hun substantieel specifieke voeding en aanvulling halen. Maar als het periodieke voedingslichaam het zijne heeft gedaan, wordt dit als verder onbruikbaar, uit het met de ziel nog nauw verbonden consistente lichaam verwijderd. Als het als een zeer grof materieel deel van het lichaam in het consistente en met de ziel reeds nauwer verwante lichaam zou blijven, zou dit zonder meer leiden tot de onvermijdelijke dood van het meer consistente lichaam.
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Jullie kunnen het nu van mij aannemen, omdat jullie weten dat ik hierover naar waarheid een zeer diepgaande kennis kan hebben. En omdat we het nu reeds over de zon hebben gehad zeg ik jullie, dat deze duizend maal duizend keer groter is dan deze aarde. En welke nooit door jullie vermoede wonderen bedekken haar uitgestrekte bodem! Talloze van de meest wonderbaarlijke schepselen van God wandelen daar in de grootste harmonie op hun zeer weidse lichtvelden en verheugen zich in hun zalige bestaan! Hun schoonheid is al dermate groot, dat jullie een menselijke gedaante van daar afkomstig, hier op aarde een eeuwigheid lang zouden kunnen bekijken en bewonderen zonder dat jullie er ooit genoeg van zouden kunnen krijgen! Wat ik jullie vertel is algemene en hoogste waarheid en niet in het minst overdreven.
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Want als ik bijvoorbeeld ook in het leven geroepen ben door zo'n oergeest uit God die zich helemaal niet meer om mij wil bekommeren, dan dient hij immers nergens toe; en als ik mij dan als ziel helemaal zelf voor hem moet ontwikkelen zonder dat hij er merkbaar aan meehelpt, dan kan zo'n lauwe geest ook wel gedurende de hele eeuwigheid uit mijn buurt blijven! -Wel, vriend, wat voor goed en wijs antwoord heb je hierop?"
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] HIRAM zegt: 'O ja, dat is je wel toevertrouwd! Maar ik heb je deze drie vragen ook niet gesteld om jouw zeer beproefde wijsheid nog verder uit te testen; maar omdat van het een het ander komt, zou ik van jou dan ook graag een definitief uitsluitsel krijgen in deze uiterst serieuze aangelegenheid, dat, zonder daardoor de zeker ook diepe wijsheid van je collega's te kort te doen, mij niemand meer zal kunnen geven behalve jij. Wees zo goed en spreek, - we zullen met uiterst gespannen aandacht naar je luisteren!"
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En nu zei ook HIRAM: 'Ja, mijn beste en wonderlijke vrienden, nu zal ik ook voor korte tijd naar huis gaan om mijn zeker reeds gekookte vissen zonder zout of andere kruiden te gaan eten; daarna zal ik jullie onmiddellijk weer ten dienste staan!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als jullie het schip door list en geweld, wat ook heel gemakkelijk gekund had, buitgemaakt zouden hebben, dan zouden jullie kort daarna weer bezoek vanuit Jeruzalem hebben gekregen van een tienmaal groter vijandelijk schip, en allemaal zonder uitzondering als roofmoordenaars behandeld zijn. Maar nu hoeven jullie hiervoor niet in het minst bang te zijn; want Ikzelf zal jullie in de geest, ook al zal Ik niet persoonlijk bij jullie zijn, altijd beschermen en ervoor zorgen dat jullie niets kwaads overkomt.
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] JOHANNES zegt verder: 'Zou de aarde zo bekoorlijk en aangenaam zijn om te zien, als er helemaal geen bergen waren of als er geen verschil tussen de bergen zou zijn? En als er op aarde maar één enkele boomsoort voorkwam en maar één grassoort? En als er geen zee was, maar alleen kleine, ondiepe, vijvers die precies op elkaar leken, geen grotere diepe meren, geen grote rivieren en stromen, maar alleen kaarsrecht stromende, handbrede beken? En dan ook nog alleen maar precies gelijke vierkante wolkjes aan de hemel, die aldoor alleen maar in een en dezelfde richting heel langzaam voorbijtrokken? Zou het aangenaam zijn als je aan het firmament in plaats van verschillende sterren, ofwel alleen maar zonnen ofwel alleen maar manen zou zien zonder dat de dag door een rustige nacht afgewisseld zou worden?!'
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] HIRAM zei: 'Ja, als dat zo is blijf ik natuurlijk nu zonder meer hier! Alleen, het enige wat in deze buurt een beetje onaangenaam is, vooral 's nachts, zijn de enorme zwermen van allerlei nare muggen en andere vliegende insecten; en dan zijn er ook nog veel slangen die 's nachts uit hun schuilplaatsen naar buiten komen en ons vaak erg lastig vallen. Er is hier weliswaar ook een groot aantal ooievaars en kraanvogels, die in grote scharen aan komen vliegen en hier hun zeer royale maaltijd houden; maar desalniettemin vermeerdert het ongedierte zich zienderogen zo erg, dat er iedere avond nog genoeg overblijft om ruim tien maal zoveel ooievaars en kraanvogels te voeden. Om die reden is het hier in ieder geval niet zo aangenaam om buiten te overnachten. Ik zou liever zien dat jullie de nacht op het schip doorbrengen, waar men zich in de vertrekken niet voor de insecten, noch voor de muggen en nog minder voor de slangen in acht hoeft te nemen!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zei: 'ik wist wel wat er, zonder dat wij daar schuld aan hebben, zou gebeuren; maar als Ik het jullie meteen gezegd had, zou het afgelopen zijn geweest met jullie noodzakelijke rust. Jullie zouden ontzettend veel moeite hebben gedaan om de ingang tot jullie baai te versperren, -en waartoe dan? Ik heb immers meer dan voldoende macht voor meer dan honderdduizend van zulke vijandige schepen! Waarvoor dan nog zulke voorbereidingen? De buit en het schip behoren dan zonder meer aan jullie toe en dat zal niet gering zijn! Ze hebben grote sommen geld bij zich om mensen om te kopen en om zichzelf goed te verzorgen, en nog een groot aantal andere aardse kostbaarheden, die jullie in je grote armoede goed van pas zullen komen. Ik heb dit heimelijk in Mijzelf allemaal voorzien en heb jullie vooral daarom niets gezegd.
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92  ...