Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 79 van 139

...  67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92  ...
[19] Luister, jullie mijn kinderen en kindskinderen, ik heb tegen deze drie geheimzinnige wezens al het mogelijke aangewend wat sinds onheuglijke tijden steeds krachtig heeft gewerkt op dergelijke gasten, waar deze zich ook maar hebben vertoond. Waren ze goed van aard zoals wij, dan maakten zij zich onmiddellijk bekend en vertelden ons getrouw de reden van hun komst. Waren ze echter listig van aard, zoals gewoonlijk de geesten van degenen uit bepaalde landstreken, voor wie het ten gevolge van hun minder goede manier van leven nooit geoorloofd was dit heilige woonoord te naderen, dan hadden zij op z'n minst, zelfs bij de grootste listige hardnekkigheid, bij de laatste handeling met de staven en bij de volledige aaneensluiting van onze wil, toch spoedig moeten wijken.
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Daarom trekken onze mooie geesten uitbannende hulparbeiders van beiderlei kunne wanhopig geschrokken gezichten en er blijft hun niets anders over dan hun toevlucht te nemen tot de machtige exorcistische staven. Kijk, de staven worden vlug verdeeld en de oudste in de ring neemt er drie, terwijl de anderen er slechts een krijgen. De oudste geeft zichzelf nu drie tikken op zijn schouders; de anderen doen hetzelfde. Dat moet ons, als we geesten zouden zijn, heel zeker doen wijken. Omdat wij echter niet wijken en ons heel goed voelen bij al deze fatale manipulaties, worden wij nu niet meer als geesten, maar als wezens zoals zij beschouwd. Weliswaar niet voor wezens die in zo'n paleis zijn geboren, maar voor heel ordinaire zwervers, die zich onbevoegd de brutaliteit hebben veroorloofd dit uitzonderlijke heiligdom van de allervoornaamste en meest wijze mensen van dit grote woongebied te betreden; een gebied dat een grotere oppervlakte heeft, dan honderdduizendmaal jullie aarde. Maar wat gaat er nu in dit geval met ons gebeuren?
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, de oudste heeft de ring al op de grond gelegd en laat zich door twee andere wijzen in de ring tillen, want zelf mag hij niet lopen, anders zou hij niet voldoende geïsoleerd zijn van de geesten en zou hij deze niet de nodige onbuigzaamheid van zijn wil kunnen tonen. Nu staat hij in de ring, heft zijn staf omhoog en doet alsof hij ons een geweldige slag wil geven. Hij toont ons daardoor slechts de macht van zijn wil en de vastbeslotenheid van zijn heerschappij over ons, geesten. Zouden wij heel gewone geesten van deze wereld zijn, dan zouden wij, zoals jullie gewoonlijk zeggen, nu de benen moeten nemen. Daar we echter geen geesten van deze wereld zijn, blijven we staan. Wat zal er nu gebeuren?
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Kijk, in zijn hand houdt hij een lange staf, die met allerlei glanzende stroken is omwonden; een ander draagt een zevenhoekig tafeltje, waarin op elke hoek een ander geheimzinnig teken is gegraveerd. Daaruit blijkt dat het hier op het testen van geesten uitdraait. Een ander naast de oudste draagt een grote gouden ring, die van binnen hol is; door deze holte is op een kunstige manier een lint gespannen. Dit heeft in zekere zin voor het geloof van deze mensen eenzelfde magische werking als bij jullie de zogenaamde amuletten of scapulieren. Een derde draagt achter de wijzen en oudsten als een voormalige Romeinse lictor een hele bundel roodglinsterende staven. Een vierde draagt nog een grote kluwen opgerolde koorden. Wat zouden al deze rekwisieten wel betekenen?
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Dat is ook noodzakelijk, want zouden de lagere, onvolmaaktere geesten de hogere, volmaaktere kunnen zien, dan zouden ze daardoor in hun vrijheid belemmerd worden. De volmaaktere echter moeten de onvolmaaktere kunnen zien, opdat zij deze altijd naar behoren kunnen beschermen.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Zulke verhoudingen zijn er ook in het werkelijke geestenrijk, waar geesten zijn die buitengewoon traag en duister zijn en daarom hun leven ook slechts in de dichtste, binnenste delen van de aarde kunnen slijten. Dan zijn er geesten die wat lichter zijn en daarom dan ook de hogere delen van de aarde evenals de wateren bewonen, waar zij huishouden en hun leven slijten. Dan zijn er geesten die in de onderste luchtregionen leven en daar hun gang gaan. Verder zijn er geesten, natuurlijk weer volmaakter van aard, die de hogere, meer zuivere luchtregionen, zo ongeveer vanaf de gletsjers bewonen. Dan zijn er nog geesten die de eerste regionen van de ether bewonen en dan geesten die de hoogste en meest vrije etherregionen en de uitgestrekte vrije ruimten tussen de hemellichamen bewonen, en tenslotte zijn er de allervolmaaktste geesten die de hoogste sferen van de zonnen, het eeuwige licht, bewonen. De geesten van beneden naar boven kunnen elkaar niet zien, of duidelijker gezegd: de geesten van een lagere trap kunnen die van een hogere trap niet zien, maar wel is het omgekeerde mogelijk en volgens de ordening ook gangbaar.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ziezo, dat is dus de vloer waarop we nu staan; hij is als het machtig stralende etheroppervlak van een zon, en toch zo hard als diamant. Wat zeggen jullie van deze eindeloze pracht? Jullie zijn sprakeloos en kunnen geen woord uitbrengen. Ja, mijn lieve vrienden en broeders, dat is ook volkomen begrijpelijk want waar het ons, aan licht gewende geesten van de hemel, moeilijk wordt om te spreken, zal het voor jullie toch zeker nog veel moeilijker worden, daar jullie nog nooit van een soortgelijke, onmetelijke, overvloedige lichtverhevenheid in je gemoed iets te zien hebben gekregen.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Wat heeft iemand echter aan de weg in de pikdonkere nacht, al zou hij daarop ook nog zo graag willen wandelen? Evenmin zou een ergens geplaatst steunpunt iemand iets baten als hij het eerst in een pikdonkere nacht zou moeten zoeken.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[22] Dat is dan ook de reden dat de mensen op aarde de hen omringende geesten niet zien, omdat zij hen willen zien met hun ogen, die homogeen zijn met hun verstand en dat is weer homogeen met de vorm van de substantie van de geesten.
Hoofdstuk 47: Negende verdieping. Verschil tussen wijsheids- en liefdelicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Jullie zeggen nu weliswaar: als dat met 8 zo is, dan moet dat ook voor alle andere getallen opgaan. Dat is juist en zeker, maar zolang jullie nog met aardse getallen en maatstaven omgaan en van oordeel zijn dat God en de zuivere geesten net zo moeten tellen als jullie, zullen jullie van zoiets de diepe betekenis niet volledig kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 45: Goddelijk-geestelijke wijsheid is dwaasheid voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Als dat zo is, dan heeft men het in het rijk der geesten bijzonder gemakkelijk. Men kan op die manier volkomen gedachteloos en zinloos allerhande onsamenhangende frasen achterelkaar babbelen, en dat nog wel om op een allerbelangrijkste levensvraag een verhelderend antwoord te geven; toch heeft men tenslotte met loos gebrabbel onwillekeurig de hoogste wijsheid geproduceerd.
Hoofdstuk 45: Goddelijk-geestelijke wijsheid is dwaasheid voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] De tiende pijler heet: kijk niet met begerige ogen naar een vrouw en beschouw in de begeerte van je hart de vrouw van je buurman of je broeder alsof ze er niet was; dan zal daardoor jouw geest zich vrij kunnen ontwikkelen. En bevind je je in de kracht van je geest, dan zal het gemakkelijk voor je zijn om je met de kracht van de geest in jouw vrouw oprecht te verbinden, hetgeen een waar huwelijk voor God zal zijn. Verenig jij je echter met je vrouw alleen op basis van jouw nog onrijpe begeerte, dan zullen door zo'n vereniging jouw geest en die van je vrouw elkaar gevangennemen, waardoor er dan uit twee geesten een onbeholpen slaaf ontstaat, waarbij de ene geest de andere nooit de heilige levensvrijheid zal kunnen verschaffen; zij zullen echter ook nog de oorspronkelijke levensvrijheid verliezen door de steeds sterkere verstrikking.
Hoofdstuk 48: De twaalf pijlers van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Als we trouwens heel aandachtig naar de vlakke wand kijken, ontdekken we niet eens een of andere toegangsdeur en het lijkt er heel sterk op dat hier ofwel pure geesten wonen of dat daarbinnen helemaal niemand woont. Waarlijk, over deze hoogst luchtige inrichting zou men zich werkelijk een beetje kunnen amuseren, want waar niets te zien is, is voor het kijkende subject ook eigenlijk geen object voorhanden. We zouden wel eens willen weten hoe men dan zonder een object tot een duidelijk begrip over het een en ander zou kunnen komen. Men zou hoogstens vanuit zijn eigen fantasie een heel regiment hypothesen kunnen opstellen, deze dan als een kaartspel door elkaar schudden, in een bak gooien, er op goed geluk een uittrekken en die dan tot hoofdprijs maken.
Hoofdstuk 47: Negende verdieping. Verschil tussen wijsheids- en liefdelicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Kijk, twee keer vier is acht; maar waarom is dat Jeruzalem? Kijk, in het getal 8 ligt het getal 7 onmiskenbaar besloten. Het getal 7 betekent de volmacht van de zeven geesten van God die overeenstemming hebben met de zeven kleuren en dus ook met het leven van elke mens. Maar nu hebben we bij het getal 7 nog het getal 1; wat betekent dit dan? Het betekent dat deze zeven geesten niet zeven, maar in diepste wezen slechts volkomen één geest zijn; en dat is als het ware in het getal 8 uitgedrukt, waarin tegelijkertijd de geesten van God afgezonderd en dan daarnaast tot één verenigd op overeenstemmende wijze uitgebeeld worden, en deze verenigde één met de vroegere, gedeelde 7 het volledige getal 8 geeft.
Hoofdstuk 45: Goddelijk-geestelijke wijsheid is dwaasheid voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Zo is het immers ook op jullie aarde. Wie kan de talloze vormen van de wolken begrijpen? De hoogste wijsheid zinkt bij de steeds vernieuwde aanblik in het stof terug en moet zeggen: Heer, hoe helemaal niets zijn alle mensen en geesten voor U. Hetzelfde willen ook wij hier doen en ons dan, in plaats van ons bezig te houden met een verder loze uiteenzetting, liever dadelijk naar de negende galerij of achtste verdieping begeven. Net als alles ziet de trap er hier al wel heel luchtig uit, maar ons zal hij nog wel goed dragen en dus zetten we onze tocht voort.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92  ...