Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 782 van 1110

...  770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795  ...
[11] Want niet jullie, broeders, wil ik verbannen, maar alleen je halsstarrigheid; verbannen jullie die echter uit jezelf, dan is het niet nodig dat jullie zelf met je zonde op de vlucht slaan, want het is genoeg dat je de zonde hebt laten gaan!
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] 'Het is genoeg dat er zich achtennegentig van jullie hebben bekeerd; één ezel maakt immers niet uit! Want wie zijn broeders zonder natuurlijke, morele en geestelijke kracht niet zozeer wil leiden, maar hen alleen wil overheersen zuiver uit een zekere prikkelende hoogmoedszin, die is een ezel. Want hij is niet in staat om in te zien dat zijn broeders dat allang hebben onderkend en hem daarom ook de kroon van de domheid op zijn hoofd hebben gezet.
Hoofdstuk 178: De succesvolle bewerking van de zevenennegentig raadsheren door Danel. De weerstand van de schijnkoning, zijn vernedering en bekering, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Nu, vriend en broeder, zie, ook Midehal is vast en zeker bekeerd doordat de minister door Gods kracht in hem zijn oren heeft verlengd en daardoor diens innerlijke domheid naar buiten heeft gekeerd; en zo hebben wij volgens de wil van de Heer weer een belangrijk doel bereikt!
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Nu is het aan ons deze volkeren in de steden, alsook op het land en waar er maar mensen wonen te bekeren. Overal heerst, zoals jullie met mij heel goed weten, afgoderij alsmede letterlijke goddeloosheid!
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Bereiden jullie allen je dus op de dag van morgen voor, want wij zullen nog voor zonsopgang de tempels betreden en zullen dan ook meteen een begin maken met de verheven taak van de ware volksregering in naam van de enige God, omdat Hij ons daartoe heeft uitgekozen en gezalfd! Zo geschiede het!'
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar Ohlad zei tegen Danel: 'Maak je geen zorgen over zulke dwaze dingen! Het is immers de ernst die de Heer jou, evenals ook al je metgezellen nu toont; en zou de Heer jullie deze ernst niet hebben getoond, dan zou je niet waardig zijn geweest hier de machtige zegen te ontvangen waardoor jullie de volkeren zullen trekken naar het licht van het leven uit God!
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Weg daarom met die dwaze angst, en weg met het beven en bibberen, want God, die toch een eeuwige, liefdevolle Vader is, komt jullie nu tegemoet in het hevigste vuur uit Zijn oneindige, heilige liefde tot jullie!
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Want ik noch deze ministers zijn in staat die bliksems van het dak en al dit vuur uit de aarde op te roepen; God Zelf doet dat alleen uit liefde tot jullie om je nog diepgaander voor te bereiden op Zijn aankomst in de tempel, die een zegen voor jullie is!'
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Ohlad stond op en zei: 'O Heer, zeg mij volgens Uw genade: moeten wij mensen nooit onze buren bezoeken en ons nooit - zelfs op een heel eerbare manier - met onze broeders en zusters vermaken?
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarom wil ik U, o Heer, toch wel in naam van al mijn broeders en zusters vragen om Uw wil slechts enigszins af te zwakken! Zou U zo goed willen zijn om mij een voorschrift te geven, ja zelfs een wet, volgens welke bezoeken toch zouden mogen plaatsvinden?!'
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Zo heb Ik de mens ook één metgezellin en één helpster gegeven, en zie, de eerste mens Adam was daarmee tevreden! Willen jullie dan meer zijn dan het eerste mensenpaar op aarde was?!
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Adam had maar één vrouw en later zijn kinderen en had geen knechten en geen meiden, - en zie, daarmee was hij tevreden! Waarom willen jullie dan meer dan hetgeen vanuit Mijn orde aan Adam werd gegeven?!
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] O, jullie hebben nooit genoeg, jullie willen meer omdat je aan Mij niet voldoende hebt! Ik ben jullie te weinig; - daarom wil je de vermakelijkheden van de wereld! Daarom willen jullie lachen en kletsen en in vrolijk gezelschap spelen omdat Ik jullie verveel!
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Adam had aan Mijn gezelschap genoeg en Eva had genoeg aan Adam en haar kinderen; daarom leefde hij negenhonderd dertig jaar tevreden en zonder gezelschapsspelen! Waarom willen jullie dan meer?
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Maar Ik zeg je daar Ik je reeds heb gezalfd: indien jullie elkaar in Mijn naam bezoeken, zoals Adam dat zelfs bij zijn kinderen deed, dan zal ook ieder gezelschap gezegend zijn; want waar er twee of drie in Mijn naam bijeen zijn, ben Ik in hun midden!
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795  ...