15542 resultaten - Pagina 782 van 1037
... 770 - 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 ...
[2] We zijn reeds bij het eerste dal en kijk nu eens naar de rivier; daar zullen jullie het echtpaar zien dat we al eerder hebben ontmoet. Kijk hoe zij zich in het water van de rivier reinigen en er ten dele ook al opmerkelijk beter uitzien. Jullie vragen wat dat betekent?Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Meer op de voorgrond langs de wanden zagen we weer vele ellendige menselijke gestalten, die aan handen en voeten geketend waren. Een heleboel vrije slangen kropen om hen heen, beten hun aderen open en zogen hun bloed op. Het afschuwelijke wezen op de achtergrond echter had in zijn met een slang omwonden rechterhand een gloeiend zwaard en in de andere hand een soort opgerold schriftstuk. Een slang, die om zijn linkerarm zat gekronkeld, bladerde af en toe in die rol en ging met haar tong over de vellen van het schriftstuk alsof ze het monster op de achtergrond op iets heel bijzonders attent wilde maken. Na zo'n handeling zagen we hoe vanuit een donkere achtergrond spoedig verscheidene zeer ongelukkig lijkende menselijke wezens door een flink aantal slangen naar voren werd getrokken. Het op de achtergrond zittende monster zwaaide weldra met zijn gloeiende zwaard boven hen, sloeg enkelen in stukken en liet anderen door de slangen, die mensenarmen hadden, weer ketenen en bij de anderen voegen. Dat hebben we gezien; niet meer en niet minder.
Hoofdstuk 19: Hoe de heerszucht gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Ik zeg jullie: jullie hebben heel goed gekeken en alles goed in je opgenomen, maar jullie zeggen nu: beste vriend en broeder, het kwaad dat met dit afschuwelijke beeld getoond wordt, kan op aarde toch niet bestaan! Dan zeg ik jullie: er bestaan, met betrekking tot dit kwaad, op aarde nog onbegrijpelijk ergere dingen dan die welke door dit beeld worden getoond! Raad maar eens welk kwaad er achter dit beeld schuilgaat. Kijk, dit beeld stemt overeen met de wereldse tirannieke politiek van de heerszucht. Alles wat op heerszucht begint te lijken, komt innerlijk ook helemaal met het karakter van dit beeld overeen. Jullie moeten daaronder echter niet de wijze staatsmanskunst van rechtvaardige, door God gezalfde koningen en regenten verstaan, die vanzelfsprekend hun volkeren moeten bewaken, opdat zij elkaar door hun wederzijdse kwaadaardigheid niet al te zeer schade toebrengen of zelfs geheel te gronde richten. Onder dit beeld wordt alleen die helse sluwheid verstaan waarmee mensen van welke rang of stand ook, zich door middel van de meest schandelijke kruiperij een of andere heerserspositie proberen te verschaffen. Hebben zij er een bemachtigd, dan verschuilen ze zich weldra voor de buitenwereld achter een bedrieglijke deemoed, soberheid en bescheidenheid. Maar hun woning is vol loerende slangen, die op kruiperige, geslepen, geheime spionnen lijken, die met gespannen aandacht naar buiten kijken of er ook iets gevaarlijks op die zogenaamde bescheidenheid afkomt. Komt er iets in de buurt, dan wordt het meteen gegrepen en heimelijk en onopvallend naar de zogenaamde bescheiden eigenaar van dit huis gesleept. Dat het de buit in zo'n bescheiden woning niet al te best vergaat, hebben jullie aan de hand van dit beeld gezien. De slangen op zijn hoofd in plaats van haren betekenen het rusteloze streven naar steeds grotere macht. Het gloeiende zwaard in zijn hand, die door een slang is omwonden, betekent een listig verkregen machtspositie, d.w.z. een of ander ambt of vak dat zo'n heerszuchtig iemand het recht geeft om de hem toevertrouwde macht uit te oefenen. Dat het zwaard gloeiend is geeft de onverbiddelijke strengheid of het wezen van de tirannie aan. Dat zijn hand met een slang is omwonden, wil zeggen dat zo'n zwaard met grote sluwheid wordt gehanteerd. De rol in zijn linkerhand, die eveneens' door een slang omwonden is, typeert de sluwheid van zo'n heerszuchtig iemand, in wiens plannen niemand inzage mag hebben behalve zijn eigen grote sluwheid.
Hoofdstuk 19: Hoe de heerszucht gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] En dat is voldoende. Ik moet. jullie eerlijk bekennen; alleen de allermachtigste engelgeesten, die door de Heer met alle mogelijke kracht speciaal daartoe zijn toegerust, kunnen onbeschadigd door dit dal gaan. Maar met jullie zou ik niet eens tot bij de derde aardhoop willen gaan. Zolang een dergelijke heerszucht enkel wereldse zaken op het oog heeft, zoals jullie in deze eerste aardhoop hebben gezien, zolang is het met inachtneming van de nodige voorzichtigheid voor het geestelijke ook niet schadelijk. Wanneer echter, wat bij de tweede aardhoop al tamelijk sterk het geval is, deze heerszucht haar slangenarmen ook uitstrekt naar het geestelijke, dan moet elke geest zich ook al heel goed in acht nemen, wanneer hij zo'n aardhoop zou naderen! - Daarom willen we ons tevredenstellen met hetgeen we in dit dal hebben gezien. De volgende keer zal ik jullie op een veilige en gunstig gelegen heuvel brengen van waaraf we een algemeen overzicht van de veelvoudige situaties van speciaal deze noordelijke streek zullen krijgen. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 19: Hoe de heerszucht gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Hoe het verder met het gebied aan de avondzijde gesteld is, zullen we heel goed zien wanneer we daar na de noordelijke streek doorheen zullen reizen. Laten we ons, nu jullie dit weten, meteen naar de door ons afgesproken hoogte begeven om van daaraf deze noordelijke streek nader te bekijken.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Jullie vragen alweer of men van daaraf deze heuvel niet kan zien? O ja, kijk maar daar naar boven, naar die tamelijk verafgelegen hoogste witgrijze bergtop, dat is de door ons afgesproken standplaats. Jullie griezelen wel een beetje van zo'n steile en duizelingwekkend hoge bergtop. Maar dat doet er niet toe, want we zullen hem net zo gemakkelijk beklimmen als de plek waarop we nu staan. Als jullie willen gaan we op weg. Jullie willen het en we zijn al ter plaatse. Kijk, er is tamelijk veel plaats op deze top, maar jullie moeten niet al te dicht bij een of andere rand komen en zeker niet bij die diepere, die. zoals jullie zien, naar het pikdonkere noorden is gekeerd.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Kom dan nu bij me staan en kijk naar beneden. Zien jullie die drie valleien tamelijk in de verte daar in de richting van de avond? Dat zijn de ons reeds bekende. Maar achter deze drie zien jullie er nog zeven en als jullie heel goed kijken, zullen jullie zien dat ze vol gaten zitten waaruit donkergrijze rook opstijgt. Jullie vragen wat dat betekent?
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Jullie vragen: wat gebeurt er dan met zo iemand? Kijk maar wat nauwkeuriger naar beneden dan zullen jullie gemakkelijk kunnen zien hoe uit de overigens goed gesloten kapellen reddende wezens naar beneden snellen, naar zulke bedwelmde wezens toe gaan om hen van de plek weg te trekken naar vrijere plaatsen. Zoals jullie echter ook zien, zijn er maar weinigen die zich verder laten brengen. De meeste blijven heel eigenzinnig op hun standpunt staan en laten zich liever door de zwarte boden, die uit de openingen opstijgen, in deze gaten trekken dan zich door de steeds wakende bewoners van deze kapellen te laten redden.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Voordat we een blik op deze achtergrond werpen, zullen we eerst nog onze blikken naar de kant van de ochtend richten.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Dat schetst de toestand van een mens tijdens zijn aardse leven, waarin hij het goede kent, maar opzettelijk voor het slechte kiest en dan vanuit zijn innerlijke verdorvenheid tegen beter weten in handelt. De gaten, die naar het invallende licht van de middag gericht zijn, betekenen het kennen van de werkelijke waarheid; de opstijgende rook uit deze gaten echter betekent het vrij en eigenmachtig veranderen van de goddelijke waarheid in ijdel bedrog. Het verborgen vuur waaruit de rook opstijgt, is de verborgen verdorvenheid die een gevolg is van de hoogste graad van eigenliefde en de daaruit voortkomende heerszucht. Vanuit deze verdorvenheid wordt al het goede zaad van het licht veranderd in het zaad van het onkruid. Het onkruid wordt dan door het vuur aangestoken, het verbrandt en lost op in deze voor jullie zichtbare rook.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Kijk, daar zien jullie na onze reeds bekende drie middendalen, dat wil zeggen de drie die we persoonlijk hebben bezocht, nog zeven dalen. Zoals jullie zien liggen deze, vergeleken met de door ons eerder bekeken dalen in de avondlijke omgeving, aanzienlijk hoger en er bevinden zich daar overal talrijke dorpen. Met slechts een beetje inspanning zien jullie ook gemakkelijk dat daar nergens echt orde te vinden is. Er is nergens een beetje leven te zien. Jullie zien dat de akkers grotendeels braak liggen en waar nog een tarweof ander korenveld is, steekt overal meer dan voor driekwart onkruid boven het edele graan uit. Alleen in het laatste dal naar de morgen toe ziet het er wat beter uit; maar zelfs daar is meer wanorde dan orde te zien.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Tevens zien jullie op dezelfde soort heuvels als tussen de dalen naar de avond toe kapellen, maar als jullie echt goed kijken, zien jullie slechts heel weinig mensen ernaartoe wandelen. De welwillende kapelwachters hebben weliswaar overal zoveel mogelijk heel gemakkelijk begaanbare wegen aangelegd, maar zelfs deze zijn voor de bewoners van deze dorpen nog veel te ongemakkelijk en te bezwaarlijk En zoals jullie zien, de mooie tuinen rondom de kapelletjes, helemaal beplant met goede fruitbomen en het mooie uitzicht vanaf deze heuvels over de rivier naar de gelukkige streken van de eeuwige morgen, zijn niet in staat deze trage zevenslapers ertoe te bewegen om uit hun slaaphoeken op te staan en naar boven naar deze kapelletjes te wandelen.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Kijk, daarin kunnen jullie je wereld zeker heel goed herkennen; maar waar bevindt zij zich? Ten eerste zien jullie dat zij evenals de andere erg slechte gebieden, door deze noodlottige rivier is afgescheiden van alle gelukkige gebieden en ten tweede, dat dit gebied evenals dat wat we naar de avond toe hebben gezien, heel dicht tegen dit grensgebergte tussen deze en gene zijde aan ligt. Zoals jullie zien, lopen tenslotte al deze dalen bij deze hoge bergwand uit in een duistere, zogenaamde tunnel of onderaardse gang die rechtstreeks naar die buitengewoon duistere andere wereld leidt, die zich nu achter onze rug bevindt.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Jullie vragen: wat is dit? Maar ik zeg jullie: nadat we dit voorgebied hebben bekeken, keren we ons enigszins om en kijken naar dat gebied aan de tegenoverliggend zijde. Drie vluchtige blikken zullen jullie meer zeggen dan jullie zouden willen weten.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] Hoe zwaar voor de geest, ja voor de materiƫle boosaardige zware geest de terugweg wordt, kunnen jullie heel gemakkelijk opmaken uit de onmetelijke diepte die zich vanaf deze bergketen steil naar beneden tot in een eeuwig duistere afgrond uitstrekt. Meer hoeven jullie hierover voorlopig niet te weten.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)