17481 resultaten - Pagina 783 van 1166
... 771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 ...
[14] O heilige plek, oord van de levende verheerlijking van mijn hart, mijn geest, - met welk eeuwig gedenkteken zal ik jou versieren, met welke heilig woord jou benoemen, jij heilige plaats, waarheen het woord van de Vader mij heeft geroepen?!Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] O Vader, laat mij nu in het stof zinken; want mijn ogen zijn het niet waard daarheen een blik te werpen waar U nog onder Uw kinderen verblijft!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Want wat zou een stoffige slijkworm wel zeggen over datgene waarover de hele oneindigheid het meest verheven eerbiedige stilzwijgen in acht neemt?! Dus stil, wees stil, mijn hart en mijn tong; want alles om mij heen is nu stil geworden. Stilte in God, stilte; want - de Vader is nabij!'
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Want deze Lamech heeft zijn naam vanuit Mij en die beduidt: deze is van Mijn liefde; deze is voor Mij; deze bergt Mijn schat in zich!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Wat echter de gelijkluidende naam van jouw vader betreft, deze werd hem in dezelfde betekenis gegeven door de satan, die Mijn grootste vijand is.
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Wees daarom nu volkomen rustig, Mijn nieuwe dochter van het ware berouw, de ware boete en liefde, en volg Mij dicht aan Mijn zijde met de overige geroepenen naar de plaats waar Hored nu uit grote deemoed en liefde tot Mij de beweeglijkheid van zijn tong verloren heeft!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Of jij, hoge grot, kun je niet een zware steen op mijn hoofd laten vallen, opdat deze me zal verbrijzelen tot nietig stof?!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Hoe kun jij, mijn slechte oor, de heilige stem van de Vader horen, - ja, de stem die je voorheen wilde miskennen?!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar nu, mijn hart, gaat het om de laatste strijd, om het leven - of de dood!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Mijn Hored, wanneer Ik kom, gaat het altijd om het leven, niet om de dood!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] En daarom ben jij nu ook voor eeuwig levend. - Zie, hier is ook de trouwe Naƫhme! Nu pas ben jij voor haar en is zij voor jou door Mij gezegend; want Ik heb haar uitverkoren voor Mijn hand. Daarom geef Ik haar nu aan jou, omdat jij zojuist tot Mijn hand geworden bent!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Volg Mij nu aan Mijn hand met de anderen naar het grote sabbatmaal thuis op de hoogte! Amen.'
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Blijf daarom ook in jezelf, en verstrooi niet nutteloos hetgeen je hart verzameld heeft; er zal heus voor jou een tijd komen waarin je Mijn akkers zult moeten bewerken! Spaar daarom het heerlijke zaad des levens vanuit Mij voor die tijd, wanneer Ik je zal beroepen!
Hoofdstuk 39: Het sabbatmaal op de morgenhoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Toen Abedam nu zag dat alles in orde was, zegende Hij de spijzen en de drank en zei daarop tegen de vaderen die tic spijzen gebracht hadden: 'Roep al jullie kinderen hierheen en laat ze de spijzen en de drank maar flink uitdelen aan alle kinderen en laat ieder daarvan eten en drinken en vrolijk zijn in Mijn naam. Ze zullen nu ook allemaal vernemen, dus van mond tot mond, dat Ik, hun aller Vader zichtbaar in hun midden ben!
Hoofdstuk 39: Het sabbatmaal op de morgenhoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Toen zij ongeveer de halve afstand afgelegd hadden begon Hored pas hij te komen van zijn overweldigende gelukzaligheid en sprakeloosheid, en haalde diep adem voor een ernstig en groot woord in deze nieuwe toestand. Maar Abedam zei tegen hem: 'Mijn geliefde Hored, laat je tong nu met rust; hoe zeer je ook in staat bent je tong in volledige overeenstemming met je hart te brengen, toch kun je er wat Mij betreft volkomen zeker van zijn, dat alleen de taal van je hart Mij veel liever en aangenamer is, dan wanneer zij door de natuurlijke ruwheid van de tong veel van haar levende lieflijkheid verliest, ook al doet dat geen afbreuk aan de waarheid. Zie, alles waar je ook maar naar kijkt, predikt je voortdurend de eeuwige waarheid; maar alleen de liefde is het meest innerlijke, onzichtbare leven van de wezens!
Hoofdstuk 39: Het sabbatmaal op de morgenhoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)