Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 783 van 1037

...  771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796  ...
[26] Wie op deze hoogte staat, heeft de ware betekenis van het leven gevonden en kan nooit meer verloren gaan, tenzij hij zich vanaf deze hoogte als een waanzinnige naar beneden in de afgrond zou storten. Maar zoiets zal hij wel laten! Laten we nu weer vanaf deze hoogte naar beneden gaan waar het bootje op ons wacht; jullie willen het, en kijk, we zijn alweer op de plaats van bestemming.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[27] Stap maar vlug in; dan zal ik hem losmaken en jullie weer naar de gelukkige oever aan de overkant brengen. Jullie zitten erin, de boot is losgemaakt en de tocht begint.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[28] Kijk, ditmaal duiken er nog meer monsters op, die ons dreigen te verslinden, dan bij de eerdere overtocht. Daar is trouwens de veilige oever al; nu mogen ze hun tanden in de boot zetten, wij zijn op het droge! Van hieraf zullen we ons dan naar het gebied van de avond wenden en dit bezichtigen. We zullen echter onze schreden in deze betere streek pas de volgende keer vervolgen en dus genoeg voor vandaag!
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Als jullie je blikken naar rechts richten, zien jullie eveneens een verre, ja onafzienbaar uitgestrekte bergketen, waarvan de lagere gebieden eveneens met mooie bomen begroeid zijn, terwijl hier en daar tussen de bomen een landelijk huisje te zien is. Boven de beboste gedeelten verheft zich een buitengewoon steil rotsgebergte waarvan de bovenste toppen met eeuwige sneeuw en ijs zijn bedekt.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Nu richten we onze blikken weer vooruit en zetten onze reis weer heel rustig voort. Jullie vragen mij: wat is dan daar ver op de achtergrond die glinsterende vlakte waarboven, nog verder weg, aan een enigszins avondlijk, donker firmament een grote hoeveelheid sterren heel helder schitteren? Heb nog wat geduld; we zullen er wel komen. Maar kijk eens wat naar rechts en zeg me wat jullie daar van vinden. Ik lees goedkeuring in jullie ogen. Is dat niet een meer zoals het hoort te zijn?
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Kijk eens naar al die mooie eilanden die zich boven het rustige en zuivere wateroppervlak verheffen, hoe ze allemaal bebouwd zijn en hoe elk eiland bovendien nog met een schattig huis is gesierd. Zie eens die vele mooie boten op het water, die heel goed bemand zijn en van het ene eiland naar het andere varen. Jullie zijn verbaasd; jullie zien nog niet het honderdste deel; hoe verder we zullen gaan, des te uitgestrekter wordt het meer.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk maar eens naar de nabijgelegen oever van het meer; daar stapt zojuist uit een mooie boot een gezelschap, dat zich eveneens naar deze tempel zal begeven. Vraag hun maar, en we zullen terstond vernemen wat hen naar deze tempel trekt. Als jullie het echter niet durven, wil ik het ook wel doen; let dus goed op! Ik zal iemand aanspreken.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Luister beste vriend en broeder in de Heer! Wat trekt jullie naar de tempel die daar op de top van de groene heuvel is gebouwd? Hij antwoordt: vriend en broeder in de Heer, zoals je zegt, waar kom jij vandaan dat je dit niet weet? Ik antwoord: waarom kijk je daarheen vanwaar ik kom? Hij antwoordt: ik kijk naar de morgen. Ik zeg: goed, als je naar de morgen kijkt, vanwaar ik kom, hoe kun je me dan vragen waar ik vandaan kom? Maar ik wil omwille van degenen die bij me zijn, dat je open en eerlijk met mij zult spreken.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, daar loopt al een hele goede weg; daar zullen we op ons gemak overheen wandelen. Als jullie naar links kijken, zien jullie als begrenzing van een uitgestrekte vlakte tamelijk hoge maar tevens toch zacht afgeronde bergketens, die heel mooi begroeid zijn met ceders en allerlei andere prachtige bomen. De kruinen zijn overal vrij en elk daarvan is met een piramide versierd en op de top van elke piramide schittert een heldere ster. Als jullie vanaf hier recht vooruit kijken, zien jullie een brede vallei, die zich rechtdoor ver uitstrekt en er overal, zover jullie oog reikt, heel vruchtbaar uitziet. Op verschillende plaatsen in dit dal zien jullie ook liefelijke mooie gebouwen, waar mensen vlijtig in- en uitgaan. Verder zien jullie ook dat er velen druk bezig zijn met het bewerken van het land. Is het niet bijna alsof jullie op aarde in een mooie vallei zouden rondwandelen, waarin eveneens vreedzame landlieden hun land heel vlijtig bebouwen en bewerken?
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De gevraagde buigt en zegt: machtige bode van de Heer! Een wijze vanuit de morgen, zeker een u goedbekende broeder, onderricht hier de liefde van de Heer. Om die hoge wijsheid te horen gaan we ernaartoe. Ik vraag hem: hoe lang zijn jullie reeds onsterfelijke bewoners van deze eilanden? Hij zegt: machtige bode van de Heer! Volgens aardse begrippen bewonen we deze streek al meer dan honderd jaar. Ik antwoord: zouden jullie dan niet graag wat meer naar de morgen toe willen gaan?
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Ik antwoord: ga dan maar naar de tempel waar de liefde voor de Heer wordt onderwezen. Zij is de weg waarlangs de Heer naar jullie toe zal komen. Kijk, het gezelschap haast zich al over de mooie velden naar de tempel.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] En kijken jullie nu verder voor je, waar een onafzienbaar grote zee zich uitstrekt en waarin jullie nergens een of ander land kunnen bespeuren. Dat is die bewuste glinsterende vlakte die we eerder heel in de verte zagen liggen. Kijk maar daarginds voor je, helemaal op de achtergrond kunnen jullie ook de sterren zien. Voor vandaag zullen we bij deze zuil uitrusten en de volgende keer pas aan onze zeereis naar de verre, met sterren bezaaide achtergrond beginnen. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Jullie zouden wel graag willen weten, wat deze visjes hier te betekenen hebben? Deze visjes betekenen het van de eeuwige morgen uitstromende leven, dat dit element door en door doet opleven en vervolgens als vrij leven naar buiten treedt in alle oneindige ruimten van Gods eeuwige scheppingen.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Aangezien we nu toch even halt hebben gehouden, kijk dan ook even naar het oppervlak van dit grote water. Wel, jullie schrikken en zeggen: in godsnaam, de hele oneindigheid lijkt wel te zijn gevuld met dit water, want nergens valt er nog iets van land te ontdekken. Zo ver het oog reikt, ziet het in de verste verten niets anders dan de golvende en witachtig glanzende oppervlakte van een eindeloze zee. Ik zeg jullie echter: maak je daar niet druk om maar bedenk dat het ons met dit enorme wateroppervlak om ons heen toch niet zo slecht vergaat als eens Christoffel Columbus, toen hij met zijn slechte vaartuigen midden op de Atlantische Oceaan voer en daar angstig om zich heen keek of hij ergens land kon ontdekken.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar waarom kijken jullie zo gespannen in het water? Hebben jullie er misschien iets in laten vallen dat in de diepte is gezonken? Jullie zeggen: beste vriend, helemaal niet. We kijken alleen omlaag of er zich onder ons in het water nergens vissen of andere waterdieren bevinden. Ik zeg jullie: maak je daarover geen zorgen, er is hier geen sprake van watermonsters, maar kleine edele visjes zijn er in groten getale. Jullie zouden er graag wat willen zien? Zo ja, dan moeten jullie je een beetje omdraaien, dan zullen jullie meteen zien hoe ze vanaf de morgen naar de avond trekken. Wel, jullie hebben je omgedraaid. Kijk eens wat een enorme hoeveelheid mooie glanzende vissen vanuit de omgeving van de morgen dit hele onafzienbare water verlevendigt! Lijken ze niet op de goudvisjes bij jullie op aarde? Jullie zeggen: o ja, alleen glanzen ze veel sterker.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  771 - 772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796  ...