Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 784 van 1112

...  772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797  ...
[8] En in het voorbijgaan merkte de generaal dat enkele hooggeplaatsten onder elkaar spraken en zeiden: 'Nog één punt moeten we overwinnen: de macht van Fungar, die nog zeer trouw op zijn hand is, moet vallen. De sluwe vos heeft zich weliswaar tot nu toe in geen van de hem gestelde vallen laten vangen en doden, maar dat doet er niet toe! Want nu hebben we hem toch! De wijze Agla bracht hem zo ver dat hij zelfs zijn grootste vijand tot koning maakte; deze brengt nu een grote macht bijeen en in tien dagen zal de zaak zijn beslist!'
Hoofdstuk 286: De geheime samenzwering van de zeventigduizend notabelen in een van de vroegere schoonheidsinstituten voor vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En toen de generaal hun met donderende stem vroeg: 'Wat gebeurt hier? Wie heeft jullie bevolen dat te doen?', kon geen van hen een woord over zijn lippen krijgen, want ieder van hen wist zich nu verraden en verloren.
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] De vegers en poetsers werden erg bang doordat zij zich vanwege dit verlangen van de generaal tussen twee vuren bevonden.
Hoofdstuk 288: De bekentenis van de vegers en de poetsers. De vergiftigde bron, de vergiftigde spijzen en het vergiftigde huisraad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] De onderpriesters zijn al uw grootste vijanden geweest sinds de tijd dat u hen tot onderpriesters hebt gemaakt door middel van een voorgewende volmacht van de koning, en zij hebben nu in de vreselijke koningin en haar lieveling Drohuit de mooiste werktuigen gevonden om zich op u te wreken!
Hoofdstuk 288: De bekentenis van de vegers en de poetsers. De vergiftigde bron, de vergiftigde spijzen en het vergiftigde huisraad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Wilt u echter niet een zekere dood in de armen vallen, drink dan geen water van uw gouden bron, want het is vergiftigd! Eet ook geen hap uit uw spijskamer, want alles is sterk vergiftigd! Ga ook niet op uw rustbank liggen en evenmin in uw bed, ga ook niet op uw stoelen of banken zitten, want alles zit vol met vergiftigde naalden! De vloeren in de kamers zijn nu wel weer schoon, maar vertrouw niets van uw overige huisinrichting, want overal kan er iets zijn wat uw dood zou kunnen betekenen! Nu weet u alles wat wij wisten; handel nu juist en rechtvaardig!'
Hoofdstuk 288: De bekentenis van de vegers en de poetsers. De vergiftigde bron, de vergiftigde spijzen en het vergiftigde huisraad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze raad van Mahal liet Fungar-Hellan meteen zijn koks en keukenmeesters bij zich komen en beval hun een maal aan te richten voor duizend personen, en tegen de tafeldekkers zei hij: 'Ga in de grote eetzaal de grote gastentafels dekken met het gouden bestek, en plaats de kostbare stoelen en rustbanken om de gedekte tafels!'
Hoofdstuk 289: De onthulling van de koks. Mahal geeft de koks raad. De genodigde gasten worden met geweld naar het feestmaal gesleept. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Nu werden de koks, keukenmeesters en tafeldekkers helemaal bleek van angst en beschouwden zich als verloren.
Hoofdstuk 289: De onthulling van de koks. Mahal geeft de koks raad. De genodigde gasten worden met geweld naar het feestmaal gesleept. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Hierop wendden de koks, de keukenmeesters en de tafeldekkers zich tot de oude Mahal en vroegen hem om raad.
Hoofdstuk 289: De onthulling van de koks. Mahal geeft de koks raad. De genodigde gasten worden met geweld naar het feestmaal gesleept. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Toen liet Fungar-Hellan ook de krijgsoversten bij zich komen en gaf hun het bevel het hele grote leger slagvaardig te houden.
Hoofdstuk 289: De onthulling van de koks. Mahal geeft de koks raad. De genodigde gasten worden met geweld naar het feestmaal gesleept. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] De genodigden hadden echter lont geroken en verontschuldigden zich om te komen.
Hoofdstuk 289: De onthulling van de koks. Mahal geeft de koks raad. De genodigde gasten worden met geweld naar het feestmaal gesleept. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Fungar-Hellan zei hierop zeer gelaten en goedmoedig: 'Liefste, bekoorlijkste koningin Agla! Je weet toch dat ik je zusters tot vrouw nam en vandaag de bruiloft wil vieren; en het is hier gebruikelijk dat men op zijn minst alle verwanten en overige vrienden voor het bruiloftsmaal uitnodigt! Eerder heb ik mijn prachtige herauten uitgezonden om de gasten uit te nodigen, maar op voor mij onverklaarbare wijze verontschuldigden alle genodigden zich om mij het passende eerbetoon te brengen!
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En Fungar-Hellan zei tegen zijn dienaren: 'Breng snel wat water van mijn gouden bron en laat de koningin drinken!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Nu sprong Agla op en riep: 'Geen water! Dat zou mij ogenblikkelijk doden!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Pas toen Agla en Drohuit op deze wijze verzorgd waren, wendde Fungar-Hellan zich tot de opperpriesters en zei tegen hen:
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Nu, mijn vrienden en broeders, het eten is opgediend; laten wij ons dus naar de grote eetzaal begeven opdat jullie beide beschermelingen, die zich nu in de kooien bevinden, niet zonder gezelschap zijn! Ga echter maar goedschiks anders zal jullie ook geweld worden aangedaan!'
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  772 - 773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797  ...