Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 785 van 1166

...  773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798  ...
[2] Dat zag hij nu in; maar behalve dat inzicht had hij ook de vraag in zijn hart: Hoe kan ik nu deze onzinnige smet voor de ogen van de Heer uit mijn leven wissen?
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Wie zal mij nu redden en wie mij bewaren, dat ik niet verstik in het diepe slijk van deze ongehoorde schande - nu in het aangezicht van mijn God en van al mijn kinderen?!
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] O jij rampzaligste en schandaligste gedachte, en ten opzichte van mijn God onwaardigste gedachte!
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] O ellendige voorverbranding, wie heeft jou ooit in mijn hart gestopt, zodat ik daartoe opdracht moest geven, om vervolgens nu mijn ondergang tegemoet te gaan?!
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] O zon, versnel je gang, zodat je stralen niet te lang meer mijn te grote schande voor de hele aarde moeten verlichten!
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] O Pariholi, waar heb je nu een woord van troost? Wat kun je tegen me zeggen dat mij ooit weer op zou kunnen richten in Gods ogen? Waar is nu die mogelijk snelle ommekeer waar jij over gesproken hebt'? Wat kun je mij nu zeggen en wat geven, opdat ik niet geheel ten onder ga aan die bovenmatige schande die mij gevangen houdt tot in de meest inwendige wortel van mijn nu allerellendigste leven?
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Bedek mijn aangezicht met de stem van jouw hart, opdat het niet al te zeer blootgesteld is aan het oog van Degene die nu in ons midden vertoeft!'
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] En daarop antwoordde Pariholi: 'O vader Adam, luister dan in de naam van jouw en mijn God Jehova, die heilig, meer dan heilig nu temidden van ons zichtbaar is voor het oog van elk ook nog zo onvolmaakt kind.
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] `Adam, Mijn zoon, waarom talm je zo lang en rep je je niet in de open armen van je eeuwige, allerheiligste Vader, wiens eindeloze liefde zich reeds eeuwigheden lang met jou bezighield?!'
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Laten wij beiden daarom naar Hem toe snellen en Hem omvatten met de lichtste vlammen van onze liefde; want waarlijk waar, nu heeft Hij in mijn hart het voor en het navuur ontstoken! Nog nooit heb ik zo'n liefdesdrang ondervonden dan juist nu; laat ons daarom naar Hem toesnellen, - naar Hem, de liefdevolste, heiligste Vader! Amen.'
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Gisteren heb je Mij van Mijn deemoedige kant gezien en Ik liet Mij pas geleidelijk aan door jou herkennen, evenals door al je kinderen, opdat niemand door Mijn zichtbare aanwezigheid in de vrijheid van zijn hart gehinderd zou worden.
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Neem dat goed in je op, Mijn Adam, Mijn zoon: Wat je zoekt zul je ook vinden, ofwel de liefhebbende Vader, de heilige, de goede, - de eeuwige liefde en het eeuwige leven door haar en in haar, of, zoals hier reeds voldoende aangetoond werd, de Rechter, de eeuwige, heel onverbiddelijke, dodende Rechter der doden, die zich op deze beproevende aarde nooit in onbevreesde, getrouwe zuivere liefde tot Mij, hun meest liefdevolle Vader wilden wenden, opdat Ik hen volledig tot leven zou wekken en in het eeuwige leven van de geest had kunnen opnemen.
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En Abedam merkte tijdens deze wonderlijk heilige, feestelijke gelegenheid op: 'Adam, zie, dat is het juiste voorbranden op aarde voorafgaande aan die grote na of veeleer hoofdverbranding, die eens na dit leven in Mijn oneindige rijk van het eeuwige leven zal volgen!
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Zie, dat is toch heel redelijk deze vraag aan het eigen gevoel te stellen; en op grond van deze vraag, die weliswaar niet jij, maar Ik alleen in jou gesteld heb, zal aan jou ook geschieden wat je familie overkomen is en het is je reeds te beurt gevallen toen zij je in hun armen namen en je bent al onsterfelijk gemaakt doordat Ik je beroepen heb Mijn woord daarheen in je te dragen waarheen Mijn liefde je dat gebood; desalniettemin heb je als getrouwe overbrenger van Mijn wil aan Adam nog een beloning verdiend.
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Ik heb voor jou intussen al wel je familie opgewekt, waarvan je je zo-even zelf overtuigd zult hebben, omdat je vrouw en je zeven kinderen je met open, reeds onsterfelijke armen opnamen toen je met deze zoon van Mij (namelijk Adam) hier terugkeerde, - maar deze weldaad als loon is wel groot voor het gevoel van liefde van een vader, maar als de vader dan ten aanzien van zichzelf een wat dieper gaande vraag stelt, die zo zou kunnen luiden: `Wat heb ik er nu eigenlijk zelf aan als mijn familie onsterfelijk is geworden en mij met onsterfelijke armen heeft omhelsd, terwijl ikzelf geen ander aandeel heb dan alleen maar de grote vreugde om als vader mijn familie onsterfelijk te weten, maar vervolgens mijn eigen sterfelijkheid maar al te helder en duidelijk in mijn organen en ledematen voel?'
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798  ...