Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 785 van 1112

...  773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798  ...
[3] Op deze dodelijke uitnodiging zei een van de opperpriesters tegen Fungar-Hellan: 'Opperste vriend en broeder! Hoor mij aan! Zie, - zich laten verleiden door allerlei dreigementen en nog andere lokmiddelen en verkeerd daarnaar te handelen, is toch altijd nog menselijk; maar hardnekkig en eigenwillig in de dwalingen volharden, dat is van de hel!
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Op nog talrijke van dergelijke uitspraken moesten wij wel je kamers laten openen en vervolgens toezien hoe je vijanden alles wat zich in je vertrekken bevond met een nieuw gif hebben vergiftigd, waarbij ook reeds zo'n honderd arbeiders in het gras hebben moeten bijten om dan in afgedekte wagens ergens naartoe gebracht en uit de weg geruimd te worden.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Na deze woorden wendde Fungar-Hellan zich tot Mahal en vroeg aan hem wat hij moest doen.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen dit voorbij was en de beide kooibewoners weer helemaal bij bewustzijn waren gekomen, vroeg Fungar-Hellan weer aan Mahal wat er nu moest gebeuren; ten eerste met degenen die hun boosaardigheid met de dood hadden bekocht, en ten tweede wat te doen met degenen die zich in de kooien bevonden.
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En wat de beide kooibewoners betreft, laat hen nu in de burcht van de koning brengen! Daar moeten zij gedurende de hele brand hun werkelijk ruime kooien bewonen en zich daar oefenen in geduld en deemoed; en het oordeel dat over hen geveld zal worden, hangt af van de wijze waarop zij deze deemoedigings-proef voor het ware welzijn van hun ziel zullen benutten!
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Bijzonder grote branden moesten in de grote eetzaal bij de lijken worden aangestoken. En alles wat zich in de woning van de opper-priestergeneraal bevond, of het nu goud was of zilver, mocht niet worden gered. Daarop gebood hij enkele dragers de beide kooien naar de burcht van de koning te brengen.
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De bewoners van Hanoch braken zich het hoofd over wat dit wel te betekenen had. Sommigen meenden dat Fungar-Hellan zo door zijn vijanden te gronde gericht werd. Anderen zeiden echter dat Fungar-Hellan zijn vijanden in het paleis had weten te lokken en toen zij daar binnen waren de burcht aangestoken zou hebben en had laten afsluiten, opdat zijn vijanden totaal vernietigd zouden worden; want dat was echt iets voor de sluwe opperpriestergeneraal. En weer anderen meenden daar zij nog enige weet hadden van de tien vuurprofeten, en dat er nu vast weer zo'n vuurprofeet van de hoogte naar beneden was gekomen om nu weer zijn verderfelijke vuurwonderen te verrichten, teneinde het van de oude God afgeweken priesterdom te bekeren.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Deze woorden van de generaal scoorden effect. De hele opstand was bezworen en gedurende de brand lieten zich zeer weinig toeschouwers meer zien.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daar Fungar-Hellan zich gedurende de tien dagen die de brand duurde meestal in de burcht van de koning ophield om van daaruit met de koning zijn zaken te beslechten en wel in hetzelfde vertrek als waarin zich de beide kooibewoners bevonden, gebeurde het dan ook meerdere malen dat met name Agla hem vroeg haar uit deze allersmadelijkste gevangenschap te bevrijden of haar dan toch te doden; want daar te smachten was te ondraaglijk.
Hoofdstuk 294: De plagende woorden van Fungar-Hellan tot Agla, die zich in de kooi bevindt en om vrijlating smeekt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En de generaal antwoordde haar altijd met zijn zachtste stem: 'Jij bent wel een wonderbaarlijk mooi vogeltje, - maar toch ook zeer slecht en boosaardig; omdat je zo wonderbaarlijk mooi bent, wil ik je niet doden. Maar omdat je zo slecht en boosaardig bent, wil ik je in deze kostbare kooi houden zoals men altijd mooie vogeltjes pleegt te houden, die ook vaak slecht en boosaardig zijn wanneer zij zich in vrijheid bevinden; zijn zij echter in de kooien, dan worden ze echt zachtaardig, tam en goed. Wie weet of deze mooie kooi niet ook hetzelfde bij jou teweeg zal brengen!
Hoofdstuk 294: De plagende woorden van Fungar-Hellan tot Agla, die zich in de kooi bevindt en om vrijlating smeekt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Telkens als Agla de generaal vroeg om haar vrij te laten, kreeg zij hetzelfde antwoord en heimelijk ergerde zij zich daar geweldig aan; maar zij verborg haar ergernis om Fungar-Hellan om de tuin te leiden. Maar Fungar-Hellan was nu zeer voorzichtig en luisterde altijd naar wat Mahal hem aanraadde.
Hoofdstuk 294: De plagende woorden van Fungar-Hellan tot Agla, die zich in de kooi bevindt en om vrijlating smeekt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] En Fungar-Hellan stuurde de arbeiders er weer heen om het puin van de brandplaats weg te halen; en zie, ze vonden in de loop van nog eens tien dagen een bijna nog grotere hoeveelheid van het edele metaal in gesmolten toestand en zij brachten het naar de koningsburcht, waarover Fungar-Hellan zich nog meer verbaasde.
Hoofdstuk 295: Het verzamelen van de gesmolten schatten op de plaats van de brand. Het bevel om het paleis weer op te bouwen. De waarschuwende mysterieuze roep van boven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik moet je echter eerlijk bekennen dat jouw God met Zijn voortdurende dreigen met een gericht Zich in hoge mate zwak toont en van Zichzelf aan ons, Zijn schepselen, een onvolkomenheid openbaart waarvan zich werkelijk geen enkel eerlijk mens bewust is! Als Hij ons mensen al als vrije wezens heeft geschapen, waarom verstrikt Hij ons dan in bepaalde wetten die de ons door Hem gegeven natuur evenzeer tegenstaan als de dood zelf?
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En kunnen wij ten gevolge van verschillende omstandigheden deze wetten dikwijls onmogelijk houden, of maken wij met beelden voorstellingen van Hem en Zijn werkende krachten die we laten vereren door het volk dat van Hem, die Zich nooit laat zien, geen voorstelling kan vormen, dan is Hij er onmiddellijk en begint weer met Zijn oude dreigementen over een gericht dat Hij reeds tegen Kaïn heeft geuit! Vind je dat niet uiterst dwaas van een God?!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Als Hij mijn bestuur niet goed vindt, laat Hem dan komen en mij tonen hoe Hij het wil hebben, - dan zal ik dat vormgeven naar Zijn wens! Maar Hij zegt een eeuw lang niets en gedraagt Zich alsof Hij niet bestaat, of alsof Hij slaapt, of over alles en iedereen volledig tevreden is! Daardoor gaat in de lange loop der tijden wel veel van Zijn eens geopenbaarde wil en de vervulling daarvan teloor! Maar wiens schuld is dat anders dan van de Schepper Zelf omdat Hij niet te allen tijde hetzelfde is?!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  773 - 774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798  ...