Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 786 van 1112

...  774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799  ...
[7] Als Hij Zich aan het ene volk als een wijze Leraar kan tonen, waarom dan niet aan het andere?! Is dan het ene volk minder door Hem geschapen dan het andere?! Laat Hij daarom komen en ons veranderen of ons vernietigen, - maar dan ogenblikkelijk opdat het afgelopen is met die lastige dreigementen; want waarlijk, ik heb nu schoon genoeg van dat alles!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar toen Mahal zag dat Fungar-Hellan steeds onbeheerster werd tegenover hem, hief hij tenslotte zijn handen ten hemel en zei: 'Grote God! Zie, Uw oude dienaar en knecht bevindt zich in groot gevaar; ontferm U daarom over hem en red hem door Uw grote genade en erbarmen! O, leg hem woorden in zijn hart waardoor hij een onmachtige rebel tegenover U, o grote God en Heer van alle heerlijkheid, krachtdadig kan bestrijden!'
Hoofdstuk 297: Mahals verhoorde gebed om hulp. Mahals hartige woorden tot de generaal en de verkondiging van het komende gericht. Fungar-Hellans angst. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Fungar-Hellan lang nagedacht had over wat hij kon doen om de God van Adam, Seth en Henoch weer mild te stemmen en bijgevolg ook zijn oude Mahal, klonk er opeens een machtige stem in de grote troonzaal waar Fungar-Hellan en Mahal zich juist bevonden alsmede koning Gurat en vele eerste ministers van het rijk, en de stem klonk als volgt:
Hoofdstuk 298: Gods machtige oproep tot boetedoening in de troonzaal. De zegen van waar berouw. De gruwelen in de laagte. De goddelijke opdracht aan Fungar-Hellan om alle afgodentempels te vernietigen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Je hebt het volk wel alle vastgestelde belastingen kwijtgescholden en daarvoor in de plaats onbepaalde en in zekere zin vrijwillige belasting ingevoerd; maar juist die invoering gaf aan al jullie vazallen de gelegenheid aan de niet vastgestelde belastingen zo'n vorm te geven dat geen enkele onderdaan ook maar een uur meer veilig is voor enorm gebedel. En geeft hij zo'n bedelaar niet wat hij verlangt, dan begint deze onmiddellijk de verschrikkelijkste dreigementen tegen de onderdaan te uiten; en stoort de onderdaan zich daar niet aan, dan gaat de bedelaar weg onder het uiten van vervloekingen en de vreselijkste verwensingen.
Hoofdstuk 298: Gods machtige oproep tot boetedoening in de troonzaal. De zegen van waar berouw. De gruwelen in de laagte. De goddelijke opdracht aan Fungar-Hellan om alle afgodentempels te vernietigen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Gurat en ook Fungar-Hellan dat van Mahal vernomen hadden, begaven zij zich naar de andere zaal waar de beide kooibewoners zich onder een flinke bewaking bevonden.
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Hierop wierp Fungar-Hellan het staal van zich en zei tegen Mahal: 'Hiermee heb ik je dochter alles vergeven; God en jij mogen verder over haar beschikken!'
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Wil hij een van zijn vrouwen bij zich in de kooi hebben, dan kan hem dat ook worden toegestaan, maar alleen onder de strikte voorwaarde dat hij ten eerste met de bij hem zijnde vrouw over niets anders spreekt dan wat men gewoonlijk tegen de vrouwen zegt op het bed tijdens de bijslaap; of als hij over betere zaken wil praten, dan kan hij met zijn betere vrouwen over de oude, ware God spreken van wie hij, evenals wij allemaal, al heel lang geleden jammerlijk verwijderd is geraakt!
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar nu wilde Drohuit, die de regeling ten aanzien van hem zeer goed had gehoord, zich ook door een weliswaar gekunsteld wenen en klagen over zichzelf en over zijn zonde tegen Fungar-Hellan en God uit zijn kooi bevrijden.
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Fungar-Hellan zei echter: 'Het gezang van deze vogel is mij zeer goed bekend, want het is geen natuurlijk gezang maar ingestudeerd! Aangezien men maar al te goed weet welke vogels zich tot kunstzangers laten africhten, is het als men zulk kunstmatig gezang hoort ook helemaal niet moeilijk te raden of het van een spreeuw, een merel of een goudleeuwerik afkomstig is!
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen Drohuit deze woorden van de generaal had vernomen, verstomde hij en klaagde en huilde niet meer en bekende ook geen zonden meer ten gehore van het grote gezelschap dat zich in de zaal bevond, wat bij velen een gelach teweegbracht omdat zij inzagen hoe scherp Fungar-Hellan de gevangene in de kooi had getroffen.
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En Agla ging met haar vader naar een zijvertrek, kleedde zich om en kwam in een grijs harig kleed met haar vader naar het gezelschap terug.
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Wie van nu af aan mijn vriend wil zijn, moet alles wat schittert van zich afwerpen en eenvoudige kleding dragen; dan zal ik hem aanzien als een mens wie zoals mijzelf het ware welzijn van de volkeren ter harte gaat!
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Hierop wierp Fungar-Hellan alle versierselen van zich af, en de koning en alle andere voorname leiders volgden hem daarin na; en al het goud en zilver werd naar de munterij gebracht en daar tot gangbare munt geslagen.
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Daarop dankte Mahal God dat Hij deze man zo genadig was geworden; en allen verbaasden zich over de wijsheid van Fungar-Hellan.
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Mochten de mijnwerkers en de priesters van die tempel zich verzetten en de arbeiders willen hinderen bij het hun opgedragen werk, dan moet er onmiddellijk een zwaar bewapende afdeling zijn en de priesters evenals de mijnwerkers met geweld tot gehoorzaamheid dwingen en alle hardnekkig weerbarstigen dadelijk over de kling jagen!
Hoofdstuk 305: De generaal beveelt het leger om de tempel van de god van de ertsen en smeden aan te vallen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  774 - 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799  ...