17481 resultaten - Pagina 787 van 1166
... 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 ...
[30] Dat is nu mijn zeer doelmatige plan; ik wil daarmee echter niemand van jullie een voorschrift opleggen, maar laat ieder van jullie doen zoals het hem het beste lijkt; ik blijf voorshands bij mijn geopperde plan, - ja, ja, daar blijf ik bij!Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[44] Het is immers reeds lang een oude leer bij ons, dat al het goede zijn slechte en al het slechte zijn goede kant heeft, net zoals de dag zonder nacht geen dag en de nacht zonder dag geen nacht zou zijn.
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[48] Ja, nu ziet de zaak er heel anders uit! Waarlijk, als hier goede raad niet duur wordt, dan wordt die het eeuwig niet meer! -
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Broeders en vrienden! Zo waar wij allemaal van Adam afstammen, - als mijn ogen mij niet zodanig bedriegen dat ik een kat voor een berg aanzie, - waarlijk, ik wil geen tand meer in mijn mond hebben als - ja, nu is het duidelijk, - herkennen jullie het niet? - Ja, het is nu volkomen duidelijk: die twee - zijn Adam en de onbekende man!
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] O heilige, liefdevolle Vader, wees mij ook hier wederom genadig en wees vervuld van erbarmen en maak weer een dwaasheid van mijn hart goed.'
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Maar alles wat jij gedaan hebt komt op geen van je rekeningen meer voor; want zie, Ik heb het op Mijn eigen rekening gezet en weet heel goed wat Ik daarom voor alle tijden der tijden zal doen.
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar Garbiël zei dadelijk, terwijl hij nog op de grond lag, tegen de anderen: 'Broeders, houd nu op met roepen - dat helpt niets meer, - maar sta met mij op en laat iedereen voorbereid zijn op het strengste vonnis; want je weet immers allemaal, dat als de verheven vader de een of andere smekeling bij zijn linkerhand pakt en hem zegt op te staan, dat dat dan zoveel wil zeggen als: `Verdwijn onmiddellijk voor twintig jaar lang ver voorbij middernacht volledig uit mijn ogen!'
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] 'Wie je overigens ook mag zijn, - kort gezegd, mijn nu onbegrensde liefde ben je zeker waard! Jehova bemint toch zelfs de vliegen; waarom moet jij, mijn overigens nog onbekende broeder, van mijn nu onbeperkte brandende liefde uitgesloten zijn?!'
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] Neen, broeders, vrienden, - ik wil in mijn eigen hart bijten en mijn huid laten stropen als deze heerlijke vreemdeling ooit ergens op aarde is geboren!
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Het is toch waarachtig heel vreemd. Daarstraks hebben wij er onder elkaar nog over gesproken, - en nu krijg ik het er niet meer uit, ook al zou iemand mij geweldig in mijn nek willen bijten!
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Neen, zo dom was ik toch in mijn hele leven nog niet! Dat ik dat nu niet meer voor elkaar kan krijgen!
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Lieve, mij nog onbekende vriend! Zie, anders ben ik niet zo dom; maar die grote angst van zojuist is bijna met mijn eigen naam aan de haal gegaan! Daarom is het wel te vergeven als ik je noodgedwongen het eerste deel van je vraag schuldig moet blijven!
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Maar Abedam zei daarop tegen hen allen: 'Volg nu Mij en Adam naar de hoogte; daar zullen jullie je eerst sterken met spijs en drank, omdat je vandaag nog niets gegeten hebt en dan willen wij welgemoed over Mijn zin in Mijn bedoeling enkele goede woorden wisselen! Amen.'
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Neen, zeg ik, neen, dat is te veel voor een mens van mijn slag!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Zie, mijn boven alles gewaardeerde vriend, ik ben er nu vast van overtuigd dat het bij jou niet helemaal natuurlijk toegaat!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)