Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 787 van 1088

...  775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800  ...
[7] Dat ergerde de tien, zodat zij op een dag naar de hogepriesters gingen, waar zij met veel lof werden ontvangen. Toen hen door de opperpriesters werd gevraagd wat zij op hun hart hadden, antwoordden zij:
Hoofdstuk 216: De succesvolle list van de tien legeraanvoerders om zich van de spionnen van de opperpriesters te bevrijden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] 'Jullie weten heel goed dat wij goede bedoelingen hebben en ook hoe ver onze scherpzinnigheid en schranderheid gaat! Jullie weten hoe de groten tot groot nadeel van henzelf naar ons inzicht en onze raad moesten handelen, want nu heeft iedereen wel een paar pond goud meer in zijn kast, maar daarvoor moet hij nu zelf werken en in het zweet van zijn aangezicht zijn beetje brood eten of hij moet dagloners aannemen die hij ongetwijfeld duur moet betalen.
Hoofdstuk 216: De succesvolle list van de tien legeraanvoerders om zich van de spionnen van de opperpriesters te bevrijden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Hiermee was het tiental tevreden omdat zij weer hadden bereikt wat zij feitelijk wilden bereiken, en zij vertrokken toen weer naar hun grote leger.
Hoofdstuk 216: De succesvolle list van de tien legeraanvoerders om zich van de spionnen van de opperpriesters te bevrijden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarom hebben wij hen dan ook afgedankt en weer teruggestuurd naar jullie leger. Wij geloven daarmee juist te hebben gehandeld zoals wij dat nog altijd hebben gedaan; maar als jullie ook daar weer aanstoot aan nemen, doe het dan anders!
Hoofdstuk 217: De vierduizend oefenmeesters van de opperpriesters worden afgedankt. De twist van de tien legeraanvoerders met de opperpriesters. De uittocht van het enorme leger met tweehonderdduizend kamelen en achthonderdduizend ezels. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Geef ons zelf een plan waarnaar wij moeten handelen, en de gevolgen zullen je dan wel leren welke vruchten jullie plan zal opleveren! Hebben jullie niet ook volgens je eigen inzicht vijf jaar geleden tegelijk met ons verspieders naar alle kanten uitgezonden?! Waarom komen die dan niet meer terug om jullie schatten te brengen zoals wij? - Omdat zij geen liefde en trouw voor jullie hebben!
Hoofdstuk 217: De vierduizend oefenmeesters van de opperpriesters worden afgedankt. De twist van de tien legeraanvoerders met de opperpriesters. De uittocht van het enorme leger met tweehonderdduizend kamelen en achthonderdduizend ezels. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] 'Luister naar ons! Wij zullen jullie nu het ware plan onthullen dat de reden van onze onderneming is!
Hoofdstuk 218: Het grote legerkamp ten noorden van Hanoch. Het nieuw bewoonde mooie bergdal. De onthulling van het eigenlijke plan van de tien. De verordening om het bergdal te bebouwen en te versterken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Wij zullen nu niet naar Hanoch trekken en daar een bloedige, onzekere strijd met de grote, machtige stad beginnen, maar hier op deze plek zullen wij hen te gronde richten en hun lijken als voer voor de vele wilde dieren werpen! En pas wanneer wij hun een onvoorstelbaar grote nederlaag hebben toegebracht, zullen wij onder de verschrikkelijkste namen onze intocht in Hanoch houden en daar alles onderwerpen wat niet tot onze stam behoort!
Hoofdstuk 218: Het grote legerkamp ten noorden van Hanoch. Het nieuw bewoonde mooie bergdal. De onthulling van het eigenlijke plan van de tien. De verordening om het bergdal te bebouwen en te versterken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Ongeveer tweehonderdduizend man gingen op onderzoek uit naar de toegangen tot dit bergdal en waar er maar een kloof of een andere mogelijke toegang over de hoge bergen bleek te zijn werd onmiddellijk al het mogelijke gedaan om die plaatsen zo ontoegankelijk mogelijk maken.
Hoofdstuk 219: De goudvondst en de welvaart van de nederzetting. Het listige plan van de tien legeraanvoerders tegen Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] De kloven werden tot op grote hoogte versperd, en die plaatsen in de hoge bergen die iets minder steil en dus in het ergste geval te passeren waren, werden aan de ene of aan de andere kant zo steil naar beneden afgestoken dat men er absoluut niet overheen kon komen.
Hoofdstuk 219: De goudvondst en de welvaart van de nederzetting. Het listige plan van de tien legeraanvoerders tegen Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Na verloop van vijf jaar was dit grote dal zo in cultuur gebracht dat de oversten met de eerste hoofdmannen naar de tien gingen en zeiden:
Hoofdstuk 219: De goudvondst en de welvaart van de nederzetting. Het listige plan van de tien legeraanvoerders tegen Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] 'Luister naar ons, goede, wijze mannen! Wij zijn van mening dat wij nu Hanoch moeten laten voor wat het is, want wij staan er hier nu duidelijk beter voor dan het hele Hanoch!
Hoofdstuk 219: De goudvondst en de welvaart van de nederzetting. Het listige plan van de tien legeraanvoerders tegen Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Maar de tien zeiden: 'Dat begrijpen jullie niet! Wij zullen geen narren zijn en naar Hanoch trekken, maar we zullen hen op de meest sluwe wijze naar onze hoofdingang lokken en hen daar een nederlaag bezorgen waar zij nog honderden jaren lang aan zullen denken!
Hoofdstuk 219: De goudvondst en de welvaart van de nederzetting. Het listige plan van de tien legeraanvoerders tegen Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Hoe het in Hanoch en nu in dit bergland toeging, werd allemaal aan Noach op de hoogte bekend gemaakt en hem werd te kennen gegeven dat hij eerst een bode naar de bewoners van het hoogland moest sturen, die hen van het arglistige voornemen tegen de Hanochieten af moest brengen en hen dringend tot ware boete, deemoed en tot een levend vertrouwen in de levende God en de liefde tot Hem moest manen.
Hoofdstuk 220: De boeteboden van Noach bij de bewoners van het hoogland en de Hanochieten; hun succes en hun noodlot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Evenzo moest hij, namelijk Noach, een tweede bode naar Hanoch zenden. Deze moest vooral de opperpriesters laten weten hoe zij door de tien waren misleid. Voorts moest hij hun afraden de verraders op te zoeken om hen daarvoor te straffen. Want alleen van goddelijk zijde konden ze getuchtigd worden; iedere poging van menselijke zijde om hen te straffen, was gedoemd te mislukken omdat dit volk zich zodanig had verschanst dat het voor geen enkele vijand mogelijk was levend bij dit volk te komen.
Hoofdstuk 220: De boeteboden van Noach bij de bewoners van het hoogland en de Hanochieten; hun succes en hun noodlot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Noach keek onmiddellijk naar twee boden uit, onderrichtte hen, zegende hen en zond hen toen uit zoals Ik hem had bevolen.
Hoofdstuk 220: De boeteboden van Noach bij de bewoners van het hoogland en de Hanochieten; hun succes en hun noodlot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800  ...