15542 resultaten - Pagina 787 van 1037
... 775 - 776 - 777 - 778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 ...
[16] Daar echter haar gezindheid kennelijk naar de hel trekt en de betere man niet voldoende kracht bezit om zich van haar los te maken en zich bijgevolg overgeeft aan de ogenschijnlijke zwakheid van zijn vrouw, trekt zij hem geleidelijk aan over de grenzen van dit gebied en over de al aan jullie bekende stroom met zich mee op de, zoals jullie plegen te zeggen, meest onschuldige manier de hel in. Het kost dan zelfs de krachtigste engel het allergrootste geduld en de grootste moeite om zo'n man uit handen van zijn helse vrouw te bevrijden. Volgens jullie tijdrekening kan zo'n karwei vaak honderden jaren duren. En kijk, ook in dit gezelschap bevinden zich enkele van zulke vrouwen.Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk, zoals gezegd, moet jullie innerlijk je zoiets ook zeggen. Zodoende zijn jullie toch kennelijk zonder enig innerlijk begrip uit het aardse leven in dit geestelijke leven overgegaan en jullie wisten absoluut niet wat er voor het geestelijke leven nodig is, nog minder hoe het geaard is en waaruit het bestaat. Wat was derhalve vanzelfsprekender dan dat jullie in dit geestelijke leven niets anders konden aantreffen dan slechts datgene wat jullie van je stoffelijke leven naar hier hebben meegebracht, namelijk een hoogst beklagenswaardige, magere gestalte van jullie wezenlijke karakter en een volslagen duisternis over de begrippen van het geestelijke leven. Met andere woorden: jullie kwamen als het ware hier zoals een embryo bij de natuurlijke verwekking van de mens in het moederlichaam komt, waar ook alom volslagen duisternis heerst. Het embryo voedt zich in zekere zin slechts met het afval uit het bloed van de moeder, totdat het met zo'n toch wel uiterst magere en onsmakelijke kost de natuurlijke kracht bereikt waarmee het zich uit dit duistere ontstaansoord bevrijdt. Zo bevonden ook jullie je hier in zekere zin in een `moederlichaam' en hebben jullie je ook met de steeds gelijksoortige afval daarvan moeten voeden.
Hoofdstuk 32: Geboorte vanuit de duisternis. In een eerste graad van het levenslicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Wanneer zo'n man zijn vrouw ook nog verscheidene jaren overleeft, haar mettertijd vergeet en zich helemaal naar de Heer heeft toegewend, dan heeft hij desondanks zo'n liefde toch niet volkomen uit zijn hart verbannen. Want mocht zijn vrouw dan na tien jaar weer terugkomen dan zou hij als betoverd zijn en zijn vrouw weer met de grootste liefde opnemen, zeker wanneer ze hem bovendien als het ware geestelijk verjongd tegemoet zou treden.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[28] Wat stelt zij echter voor met betrekking tot de Heer, aangezien de mens zijn allergrootste geluk toch alleen van de Heer mag verwachten? Zo bezien moet al het andere voor Hem van nul en gener waarde, en dus voor eeuwig overbodig zijn. Hij zou toch in zichzelf oprecht moeten kunnen zeggen: als ik de Heer maar heb vraag ik noch naar een hemel noch naar een aarde en dus nog veel minder naar een vrouw.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, niet ver van ons vandaan zullen jullie een paar menselijke wezens zien. Het zijn een man en een vrouw en wel juist in een situatie die we heel goed voor ons doel kunnen gebruiken. Daarom gaan we er nu vlug naar toe zodat we hen dadelijk inhalen. Jullie vragen hoe de relatie is tussen die beiden. Ik zeg jullie: voor ons doel kon ze niet beter zijn dan ze is. Het is een relatie waarbij de vrouw slechts zes jaar eerder dan haar man overleden is. De man heeft veel om haar getreurd, maar heeft zich na verloop van een paar jaar helemaal in de armen van de religie geworpen en trouw naar zijn verworven inzichten geleefd. Maar nu is ook hij van de aarde weggeroepen en pas kortgeleden hier aangekomen. Deze inleiding is voorlopig voldoende; de bijzonderheden zullen jullie in de geest aan de hand van de praktijk ervaren.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] De vrouw zegt: mijn steeds geliefde echtgenoot, op de legaten na volkomen! Zeg me daarom, hoeveel mogen deze wel bedragen, en aan wie zijn ze vermaakt? Lieve vrouw, zegt hij, de legaten bedragen bij elkaar niet meer dan tweeduizend gulden, zijn in vijven verdeeld en op één na aan vier verwanten van jou vermaakt. Slechts één deel moest ik fatsoenshalve aan de bedeling vermaken. Ik zou zoiets ook niet hebben gedaan als jij niet soms al tijdens jouw leven had aangegeven om deze verwanten van jou te gedenken. Maar wint de armen betreft, weet je toch dat men ten eerste al iets moet doen vanwege de buitenwereld en daarna ook iets omwille van God, omdat we toch christenen zijn en geen heidenen. Overigens betekent deze aalmoes van tweeduizend gulden toch niets vergeleken met ons achtergelaten grote vermogen, want zoals ik tenslotte heb berekend, krijgt elk van onze achtergebleven zeven kinderen een rond bedrag van honderdvijftigduizend gulden. Bovendien hebben alle kinderen geleerd om zuinig met geld om te gaan en kun jij dus evenals ik heel gerust zijn over jouw achtergelaten vermogen. Aan mijn zijde kun je nu samen met mij op zoek gaan naar een ander vermogen dat ons hier op z'n minst in een overeenkomstig gelukkige situatie kan brengen waarin we kunnen leven zoals we althans op aarde hebben geleefd.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] De vrouw zegt: ik heb altijd wel gedacht dat jij je religieuze, dweperige dwaasheid ook naar deze wereld zou meebrengen. Wat hebben ik en jij op aarde dan ooit voor kwaad gedaan? Waren we dan niet altijd rechtvaardig tegenover iedereen? Zijn we ooit iemand iets schuldig gebleven of hebben we ooit een huisbediende het overeengekomene niet gegeven? Als er een of andere God zou bestaan of volgens jouw mening een of andere `Christus', dan zou het toch de grootste onrechtvaardigheid zijn dat Hij mensen zoals wij zou belonen met hetgeen we hier voor ons zien. Welke God zou het een mens dan ook maar in het minst kwalijk kunnen nemen dat hij geen geloof heeft kunnen hechten aan een `oude sage' die vol zit met onzin en belachelijke zaken. Ik geloof namelijk, en dat kan toch een blinde zien, dat als een God iets aan het menselijk geslacht gelegen zou zijn, vooropgezet dát er een God bestaat, de mens zich toch niets onrechtvaardigers zou kunnen dromen dan dat deze God slechts eenmaal persoonlijk, toegerust met algehele wondermacht, tot de mensen zou zijn gekomen, en dan alleen tot de mensen van een heel klein gebied terwijl de gehele aarde toch bevolkt was.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Zij zegt: en jij zou in staat zijn om mij, jouw trouwe, jou eeuwig liefhebbende vrouw zoiets aan te doen? Ik zeg je dat ik zoiets niet zou kunnen, al was je werkelijk tot de hel verdoemd! Ik zou je in het vuur niet willen verlaten en jij wilt mij vanwege mijn verstandige woorden verlaten? Het staat ook jou vrij om mij jouw mening op een verstandige manier uiteen te zetten, maar het mag geen onzin zijn, want ik houd te veel van je om je op dwaalwegen te laten belanden. Volg mij maar, ik wil je naar een andere plaats brengen waar het beter zal zijn dan hier en waar jij pas in een groter gezelschap gevoeglijk zult ervaren, hoe men er hier aan toe is.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie moeten je er niets van aantrekken als jullie ogen deze keer wat meer op de proef worden gesteld, want onze weg loopt meer naar het noorden en daar wordt het steeds donkerder. Desondanks zullen we voor onszelf nog altijd zoveel licht hebben, dat ons bij deze gelegenheid niets zal ontgaan.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk eens hoe hij bang hij is voor hetgeen er komen gaat en uit grote angst en vrees achteruitdeinst. Zij grijpt hem echter bij de arm en smeekt hem bij alles wat haar dierbaar is om slechts voor deze ene keer naar haar te luisteren en te blijven, omdat dit nu juist het geluk is dat zij hem voorspeld heeft en dat hij moet leren kennen om zich ervan te overtuigen in hoeverre zij gelijk of ongelijk had.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Een oud spreekwoord zegt over de bijbel: o bijbel, o bijbel, je bent voor de mens een euvel! En kijk, dat spreekwoord heeft gelijk. Zouden de mensen op aarde de moed hebben om deze oude joodse onzin met wortel en tak uit te roeien en daarvoor in de plaats het zuiver menselijke verstand te stellen, dan zou de wereld wat haar cultuur betreft reeds honderden jaren verder zijn. Nu echter moet deze oude onzin, om welke redenen dan ook, nog steeds behouden blijven waardoor de meest eerzame en rechtschapen mensen de handen voor het fijnere werk vaak gebonden worden. Wat is het gevolg? Denk eens na met je anders toch goede verstand! Waar vindt men de meest liederlijke, slechte en arme mensen? Zeker nergens anders dan juist daar waar overwegend de bijbel en vooral de nieuwe christelijke leer thuis is. Ga naar Rome, ga naar Spanje, ga naar Engeland en je zult mijn woorden bevestigd vinden.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Zoals jullie zien, komt er uit het midden van het gezelschap een knokige en uitgeteerde mannelijke gestalte, die zich naar ons paar begeeft. De vrouw ontvangt hem bijzonder liefdevol en welwillend. Ook de man van de vrouw maakt een diepe buiging voor deze mannelijke gestalte.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De gestalte zegt: ik smeek u mijn zeer geachte dame, u bent veel te goed! Ik geef u de verzekering dat het voor mij een grote eer en een heel bijzondere gelukzaligheid zal zijn als ik tot mezelf zal kunnen zeggen dat ik een zo lieftallige dame met mijn persoontje heb mogen dienen. Daarom vraag ik u mij de kwestie die u op uw hart hebt toe te vertrouwen. Zij zegt: ach, mijn zeer gewaardeerde vriend, u bent veel te goed en te bescheiden en juist deze grote goedheid en bescheidenheid boezemen mij zoveel vertrouwen in, dat ik niets voor u achter zal houden; wees dus zo goed om naar mij te luisteren.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] De man zegt tegen de gestalte: zeer geachte vriend, als ti op dit gebied zo'n goed gefundeerde kennis bezit, laat me dat dan eens horen. Ik ben er echt niet afkerig van om naar u te luisteren, maar zal desondanks bij mijn mening blijven als de uwe mij niet volkomen overtuigd heeft.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] U als denkend en wijs man zult dus zelf inzien dat het van mijn kant zeer onbillijk zou zijn, mij van ver zo'n weldoener te verwijderen, vooral nu ik Hem, naar het mij voorkomt, het meest nodig heb. Daarom geachte vriend, doet u voor mij in dit opzicht vooral geen moeite, want ik geef u openhartig de verzekering dat u bij mij niets zult bereiken. Ik was lang genoeg een dwaze slaaf van de charmes van mijn vrouw. Ik heb na haar overlijden in Christus mijn Heer geleerd om deze te kunnen ontberen en ik hoop dat ze me hier niet meer zullen beïnvloeden, vooral omdat door de dood van mijn lichaam de huwelijksband met mijn vroegere vrouw heeft opgehouden te bestaan. Wil zij mij echter volgen dan zal ze mij ook altijd waardevol en dierbaar zijn. Maar mijn Christus opgeven voor haar zal ik nooit doen, al trok ze me ook met alle geweld naar het middelpunt van een of andere hel! Is ze ermee tevreden dat ik tenminste ongehinderd met mijn Christus bij haar kan zijn, dan wil ik mijn oude liefdesbanden met haar niet verbreken, maar is ze dat niet, dan heb ik bij deze mijn laatste woord in haar aanwezigheid gesproken.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)