Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 790 van 1037

...  778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803  ...
[12] Maar kijk, niet ver voor ons staat een oude ridderburcht, die tegen een rotsgebergte lijkt te zijn gebouwd. Daar zullen we naartoe gaan. Kijk, we zijn er al; de poort staat open. We zijn hier onzichtbaar, daarom gaan we deze burcht binnen, dan zullen we zien hoe het er daar toegaat. Welnu, daar is de eerste zaal al. De wanden zijn behangen met allerlei moord- en folterwerktuigen. Daar op de achtergrond zit op een troon de zogenaamde kasteelheer. Hij overlegt met zijn krijgsmakkers op welke manier ze de goederen en schatten van de eigenaar van een naburige, gelijksoortige burcht kunnen bemachtigen. Luister hoe hij hun opdraagt om de burcht waarop ze het gemunt hebben in alle stilte te overvallen, alles wat er leeft meedogenloos neer te sabelen en vervolgens naar de schatten te grijpen. Degene die zich hardnekkig verzet, moet, zoals al vaker is gebeurd, meegenomen worden, waarna zo'n gevangene zich dan de allerpijnlijkste folteringen moet laten welgevallen. Welnu, het besluit is genomen en het beraad wordt beëindigd. Allen grijpen naar de wapens en rennen naar buiten. Omdat we hier niets meer te doen hebben, rennen ook wij hen achterna.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Kijk verder; een engel slaat met zijn vlammende zwaard midden tussen ons viertal. De ketenen zijn verbroken. De man valt voor de beide engelen neer en smeekt hen om genadige redding. En de ene engel grijpt hem vast en trekt hem met zich mee, maar de vrouw grijpt hem ook vast en schreeuwt tot haar man om genade en erbarming en om haar toch vooral niet te verlaten. Kijk, hoelang zij zich met haar man door de engelgeest laat voortslepen! Kijk nu, de beide engelen bewegen zich omhoog en de ene draagt de man, terwijl de vrouw zich laat meedragen en de man niet los laat. Pas nu, al op grote hoogte, maakt de andere engel door een slag met zijn zwaard de vrouw met veel moeite los van de man. Abrupt valt ze nu huilend in haar element terug en de man wordt naar de grens van het kinderrijk gebracht, waar het er echter nog heel schraal en donker uitziet.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Daarom is deze plaats heel doelmatig voor onze man. De vochtige bodem is geschikt om zijn zelfzuchtige vuur te doven en de tamelijk grote duisternis zal ook heel heilzaam zijn voor zijn ogen die aan de dichte duisternis gewend waren. Een plotseling sterk licht zou even funest voor hem zijn als de felle zonnestralen voor de ogen van een pasgeboren kind. Bovendien komt zijn hele hebben en houden hier ook precies overeen met de renteberekening van het kapitaal, dat hij als christen uit geloof en liefde voor de Heer aan de echte armen heeft gegeven. Jullie moeten daaronder niet verstaan de jullie al bekende legaten die hij vóór zijn overgang van de aarde naar het geestenrijk had opgesteld, maar alleen de giften die hij als gelovige christen helemaal in het geheim vanuit zijn eigen gevoel van medelijden aan de armen heeft verstrekt. Dat kapitaal kan echter alles bij elkaar nauwelijks iets meer dan zo'n tweehonderd gulden in zilvermunten hebben bedragen. Wanneer jullie dit kapitaal, dat hij eigenlijk uit liefde tot de Heer aan de armen heeft gegeven, vergelijken niet liet grote kapitaal dat hij de zijnen naliet, dan rillen jullie ook de mathematisch juiste vergelijking vinden tussen zijn eigenliefde en zijn liefde voor de Heer.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Ook zo'n overdreven zorg voor de kinderen is eigenliefde, want wie de Heer meer zou liefhebben dan zichzelf in zijn kinderen, zou ook naar verhouding de Heer meer gegeven hebben dan zichzelf in zijn kinderen. Jullie vragen: waarom dan? Omdat de Heer hem daardoor het inzicht zou verlenen waardoor hij zonneklaar zou hebben ingezien dat de Heer oneindig veel beter voor zijn kinderen kan zorgen en hen ook beter zou verzorgen dan dat hij zichzelf en zijn kinderen uit eigenliefde heeft verzorgd. De Heer heeft namelijk niet gezegd: wat jullie voor je eigen kinderen zullen doen, dat heb je voor Mij gedaan, maar Hij heeft alleen aan de armen, naakten, hongerigen, dorstigen en gevangenen gedacht en toen gezegd: `Wat jullie voor hen hebben gedaan dat heb je voor Mij gedaan.'
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Daar we nu al deze zaken die door iedereen goed in acht moeten worden genomen, hebben leren kennen, kunnen we deze streek gevoeglijk verlaten en ons naar de middag begeven. Jullie vragen weliswaar naar de weg, maar ik zeg jullie: maak je daarover geen zorgen, we zullen bij deze overgang niet zoveel tijd nodig hebben als op de weg hiernaartoe. Maar we zullen ons waarachtig geestelijk op weg begeven en dan ook meteen daar zijn, waar we willen zijn. Op de weg daarheen moet er weliswaar nog met veel tussenstadia rekening worden gehouden, maar daar ze volkomen lijken op die welke we reeds achter ons hebben, hoeven jullie je alleen maar alles wat je tot nu toe gezien hebt echt goed te herinneren, dan zullen jullie je al deze overgangen die van deze streek naar de middag leiden, gemakkelijk kunnen voorstellen.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Zolang wij in het huis verblijven zal hij ons niet zien, maar als we weer naar buiten gaan dan zal hij ons zien. Dan zullen jullie ook zijn onnoemelijke vreugde zien en in hem een bijzonder liefdevolle en gastvrije man ontdekken. Laten we dus naar buiten gaan.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Nu zeg ik tegen hem: Gemaniël, sta op, dan zullen we met jou je huis binnengaan. Kijk, hij staat op, strekt zijn armen naar ons uit en gebaart deemoedig, daarbij vriendschappelijk en liefdevol glimlachend, dat we hem voor mogen gaan. Kom dus met me mee, want nu zal ook het hele gezelschap ons te zien krijgen.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Zie hoe het hele gezelschap opstaat en ons blij tegemoet komt. Luister nu hoe Gemaniël ons bij het gezelschap zal introduceren. Hij zegt: zien jullie wel, mijn innig geliefde broeders en zusters, ik heb jullie immers gezegd dat de algoede Heer en Vader ons zeker heel spoedig een groot geluk ten deel zal laten vallen door een van zijn verheven vrienden naar ons toe te zenden, opdat wij van hem een woord van de Vader mogen vernemen! En kijk, de algoede Vader is al aan onze innigste wens tegemoetgekomen, want nog eer we er op bedacht waren traden deze verheven vrienden ons huis al binnen.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Daarom willen we voor eeuwig en altijd klein zijn, opdat ons daardoor misschien ook eens de grote genade ten deel zal vallen, dat de Heer onze streek zal bezoeken, zodat wij naar Hem toe kunnen gaan; en mochten Zijn verheven vrienden ons dat willen beletten, dat Hij dan ook allergenadigst tegen ons moge zeggen: `Laat de kleinen tot Mij komen en hinder hen daaraan niet, want aan hen behoort het hemelrijk.'
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Kijk, we zijn al in het inwendige van dit huis; hoe bevalt het jullie? Jullie slaan de handen in elkaar van verbazing en zeggen: maar in hemelsnaam, hoe is zoiets nu mogelijk?! We zien dat het huis vanbinnen buitengewoon prachtig versierd is en ook lijkt het huis vanbinnen onvergelijkelijk veel groter dan vanbuiten. Als we door een of ander raam naar buiten kijken, zien we van de vroegere omgeving niet het geringste spoor meer, maar alles is heel anders en weergaloos grootser. Overal zien we wonderbaarlijke, indrukwekkende paleizen en tempels; de verafgelegen bergen schitteren als waren ze met de lichtmaterie van de zon zelf overgoten en een wijde vlakte strekt zich voor ons uit. Op deze vlakte staan talloze paleizen van een onvoorstelbaar wonderbaarlijke en indrukwekkende schoonheid. In het midden stroomt een rivier; haar golven glinsteren alsof de allermooist geslepen diamanten door elkaar worden gerold terwijl de oevers begroeid zijn met reusachtig grote bomen. Dergelijke bomen hebben we ook wel op de natuurlijke zon gezien, maar deze zijn nog duizendmaal prachtiger, want ze lijken allemaal doorzichtig en hun gebladerte schittert naar alle kanten als een levendig deel van een regenboog. Hoe prachtig is toch ook het inwendige van dit gebouw! Zoiets hebben we in natuurlijk opzicht alleen op de middengordel van de zon gezien, maar met dit vergeleken was alles daar maar plomp en onvolmaakt, want hier is alles toch met zo'n, men zou kunnen zeggen oneindig verregaande zuiverheid en precisie uitgebeeld, dat men wel jarenlang vol grootste verbazing zou kunnen blijven stilstaan bij een klein detail. De eindeloze kleurenpracht die overal heerlijk en passend verdeeld is, is op zich al zo hemels aantrekkelijk, dat we met recht niet meer kunnen besluiten dit woonhuis te verlaten.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Maar kijk nu eens naar onze man die nog bij de deur staat, hoe eenvoudig ziet hij eruit. Een wit gewaad dat door een eenvoudige ceintuur om zijn middel bijeengehouden wordt, is alles wat hij van deze hemelse pracht voor zichzelf heeft genomen. Hij zou zich weliswaar heel mooi kunnen tooien, maar daarin schept hij geen genoegen. Zijn zaligheid bestaat slechts daarin, dat hij zijn broeders en zusters zo gelukkig maakt als maar in zijn vermogen ligt. Wat hij verkrijgt door de liefde en genade van de Heer, draagt hij meteen over aan zijn vrienden en als het hun grote vreugde geeft, is hijzelf tot tranen toe geroerd. En als hij alles heeft weggegeven is hij het gelukkigst!
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Daar echter het menselijke van de Heer de allerzuiverste liefde uitbeeldt, een liefde die nog heel anders geaard moet zijn dan ze hier is, zijn zij ook nog niet in staat om het menselijke van de Heer te aanschouwen en zodoende kunnen ze dus steeds verder vervolmaakt worden. Het gebeurt ook, hoewel maar zelden, dat de Heer deze streek ofwel rechtstreeks of door een hogere engelgeest bezoekt. Dan worden ook altijd de kleinsten van deze streek aangenomen en naar de morgen geleid.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Jullie zeggen nu: beste vriend, dat is allemaal juist, goed en waar, maar we herinneren ons dat we in het begin in de noordelijke streek toch eens een snelle bergtocht hebben gemaakt, toen we vanuit de hel eveneens bijzonder vlug terug waren in het kinderrijk en onze reis van het kinderrijk naar hier ook slechts één ogenblik duurde. Hoe moet men dat nu begrijpen? - Beste vrienden, het verbaast me werkelijk zeer dat jullie zoiets nog niet begrijpen, terwijl jullie precies hetzelfde toch al vaak op aarde hebben ervaren bij de ontwikkeling van jullie geest. Ik zal jullie dit aan de hand van slechts één voorbeeld duidelijk maken, dan zullen jullie deze drie, voor jullie onverklaarbare verschijningsvormen van snelreizen meteen grondig doorzien en volkomen begrijpen.
Hoofdstuk 42: Verschil in snelheid van reizen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk, precies zo is het ook met de geest; want wat jullie op aarde het werk van de geest of van de gedachten noemden, is hier in het rijk van de geest pure werkelijkheid. We gingen dan ook weer met langzame schreden naar de avond toe, leerden langs deze weg allerlei toestanden kennen en kwamen via onze leerzame weg zelfs in de onderste voor jullie geest bereikbare diepte. Alles moest voor jullie tot het uiterste ontleed worden. Wat heeft jullie geest daarmee gedaan? Hij heeft een tweede belangrijke stelling geleerd. Door het leren van deze belangrijke stelling was dan weer een tweede snelle opwaartse vlucht mogelijk.
Hoofdstuk 42: Verschil in snelheid van reizen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Jullie zeggen: maar beste vriend, dat is toch kennelijk heel onnatuurlijk! Jullie hebben gelijk zolang jullie zo'n fenomeen met wereldse ogen bekijken, maar geestelijk gezien is dat heel anders, en toch even natuurlijk als het op een ander hemellichaam natuurlijk is, dat het water van boven naar beneden stroomt.
Hoofdstuk 42: Verschil in snelheid van reizen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  778 - 779 - 780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803  ...