Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 80 van 184

...  68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93  ...
[10] De wil van de ene, enig ware en eeuwig vanuit Zijn eigen macht levende God en Vader van de mensen kunnen jullie uit de boeken van Mozes en de profeten leren kennen. Als jullie nauwkeurig volgens de -zeg -slechts tien geboden leven, zal Gods geest jullie doordringen en jullie zelf verlichten. In dat licht zullen jullie dan de ene en enig ware God niet alleen volkomen kennen en Hem dan ook boven alles kunnen liefhebben, maar dan zal Hij Zichzelf ook aan jullie openbaren en jullie tot alle wijsheid en de macht daarvan verheffen.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar, wijze meester, heb nu alleen nog de geduldige goedheid om ons te zeggen of u ook langs die geestelijke weg tot uw werkelijk goddelijke wijsheid en macht bent gekomen!'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Dat deden jullie met grote ijver, maar toch wilde het jullie niet duidelijk worden. Jullie hebben je tot de orakels gewend, die jullie nog minder bevredigden. Daarbij kwamen jullie te weten dat de ware wijsheid in dat opzicht bij de Essenen en in de geschriften en boeken van de oude orthodoxe Joden te vinden was. Daarom zijn jullie naar Essea gereisd en troffen daar het gezochte ook niet zo aan als jullie gehoopt hadden. Daarop verschaften jullie je de geschriften van de Joden, lazen die van a tot z, maar konden er toch niet wijs uit worden, omdat jullie ze niet konden begrijpen; het enige wat jullie daarbij hebben gewonnen, is dat jullie van jullie veelgoderij afgestapt zijn en in de mogelijkheid van het bestaan van één God begonnen te geloven.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Als mens van vlees en bloed zeker langs geen andere weg, omdat er volgens de goddelijke orde eeuwig geen andere bestaat en kan bestaan. Maar Ik, die jullie hier zien en spreken, ben niet degene die jullie die raad heeft gegeven, maar in Mij woont Iemand die hoger is in alle volheid van de goddelijke liefde, wijsheid en macht, en Hij is Degene die nu zo tegen jullie heeft gesproken zoals tegen Mozes en vele andere profeten en wijzen vroeger; en dat is ook Degene in Wie alleen jullie zonder twijfel moeten geloven en Die jullie boven alles lief moeten hebben door volgens Zijn getrouw aan jullie geopenbaarde wil te handelen.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar in degenen die wel in Mij geloven en 'Heer, Heer!' zeggen, maar lauw zijn in hun handelen en nalatig in hun liefde voor hun naaste, zal Ik niet wonen en Ik zal Mijzelf niet aan hen openbaren en Mijn kracht en wijsheid zal hun ziel niet vervullen. Want omdat ieder mens een volkomen vrije wil heeft, wil Ik dat hij eerst, door in alles Mijn getrouw aan hem geopenbaarde wil te doen, geheel uit vrije wil naar Mij toe komt; en dan zal Ik ook bij hem komen, Mijzelf aan hem openbaren en hem vervolgens door de Heilige Geest van Mijn eeuwige en alom heersende liefde met al Mijn wijsheid en macht vervullen. - Zo sprak de Heer vroeger, en ook nu!'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen hun metgezellen dat en nog een paar dingen over Mijn wijsheid hadden gehoord, wilden ze ook naar Mij toegaan en Mij om genezing van hun lichaam vragen. Maar de twee Grieken hielden hen daar vanaf, door hun te vertellen dat Ik het kuuroord misschien nog diezelfde middag zou bezoeken. Daarmee stelden de metgezellen van de twee Grieken zich voorlopig tevreden, maar ze wilden toch over niets anders dan alleen over Mij praten.
Hoofdstuk 160: Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Wij hebben dan ook eigenlijk niet zozeer onze schouders bedenkelijk opgehaald vanwege hetgeen je tegenover ons beweerde, maar veeleer vanwege je ijver en je daardoor af en toe te luid geworden stem, die weldra teveel toehoorders naderbij gelokt zou hebben. Laat eerst die grote Godsman Zelf naar ons toekomen en met ons spreken, dan zullen ook wij welluider praten! Hebben wij niet ook gelijk, als wij de voorkeur geven aan de stillere wijsheid boven iets teveellawaai meteen in het begin?'
Hoofdstuk 161: De belijdenis van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Met wat meer gedempte stem zei de arts: 'Vrienden, wie eenmaal, zoals ik nu, de ware God gevonden en herkend heeft, moet zijn stille wijsheid maar mooi aan de kant zetten en aan iedereen openlijk de onmetelijk grote schat laten zien die hij heeft gevonden, opdat ook de blinden begerig worden naar het licht des levens!
Hoofdstuk 161: De belijdenis van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Als Hij Zijn doel met ons, berekend volgens Zijn eindeloze wijsheid, bereikt heeft, ongetwijfeld uit pure liefde voor ons mensen, zal Hij het nu voor ons zichtbare lichaam niet meer nodig hebben en zal Hij Zich ervan ontdoen op de manier die Hij goed vindt.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als ik bovendien nog iemand van mijn gestorven vrienden zou kunnen zien en spreken -wat U, o Heer en Meester van de zintuiglijke en van de geestenwereld, zeker zou kunnen bewerkstelligen -dan zou mijn gemoed nog meer in orde zijn. Dat U dat gemakkelijk zou kunnen, daar twijfel ik niet in het minst aan; maar of het volgens Uw wijsheid en orde ook toelaatbaar is, dat kunt U alleen weten en ook de mens aan wie U het heeft gezegd. Als het eventueel toelaatbaar is, wil ik het U vragen.'
Hoofdstuk 168: De wens van de Romein - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Omdat iedere volmaakte geest dat kan, kan hij met zijn wijsheid en macht ook doeltreffend al het smeden van boze plannen met de meest passende tegen middelen tegemoet treden.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De Heer:) 'Jij denkt nu weliswaar bij jezelf 'Ja, de goddelijke wijsheid en almacht zou daar toch heel gemakkelijk toe in staat moeten zijn!' Maar Ik zeg je: als Ik dat wilde, zou het voor Mij ook niet nodig zijn geweest om Zelf ooit in het vlees als een mensenzoon op deze aarde te komen en jullie mensen als een leraar te onderrichten, en zou het in de oertijd ook niet nodig geweest zijn om allerlei wijzen en profeten voor jullie op te wekken.
Hoofdstuk 171: De leiding van menselijke zielen naar voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ik had dat nog niet gezegd, of daar stond Rafaël met een ernstig en vriendelijk, van louter hemelse schoonheid werkelijk stralend gezicht voor Mij en zei: 'Mijn Heer en Mijn God! Uw wil is Mijn bestaan, mijn eeuwig leven en mijn wijsheid en macht; sta toe dat deze broeders Uw wil als Uw rijk in mij zullen aanschouwen!'
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De arts was totaal verbaasd over de heldere wijsheid van Rafaël, en zei: '0 heerlijke, onsterfelijke vriend en broeder! Je hebt nu een geweldige blinddoek van mijn ogen weggenomen! Een mens ziet toch altijd het slechtst wat hem vlak voor zijn ogen geplaatst wordt. Ik heb werkelijk datgene gezocht wat ik in mijn hand had. Ik dank je voor het licht dat je mij hebt gegeven. Laat me er nu even over nadenken, dan zullen we deze kwestie nog verder bespreken!'
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het licht van de geheel gevulde levenslamp in zijn aardse leven is een volkomen, levend geloof, dat de dingen van het rijk Gods meer dan voldoende voor hem verlicht. Wie in dat licht volhardt en zich niet meer dan voor zijn lichamelijke leven nodig is om de dingen van deze wereld bekommert, komt vroegtijdig tot het eeuwige levenslicht in zichzelf en op die manier ook reeds aan deze zijde tot het duidelijk aanwezige rijk Gods en de kracht en macht daarvan; want wie één is met de wil van God de Heer, is ook één met Diens eeuwig volmaakte wijsheid, vrijheid, zelfstandigheid, macht en kracht en is daardoor dan ook voor eeuwig een waar Godskind.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93  ...