Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 80 van 139

...  68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93  ...
[12] Mijn lieve vrienden en broeders, jullie vraag zou in een kring van hemelse geesten grote hilariteit veroorzaken. Waar halen de vingers en ledematen van jullie lichaam hun voeding vandaan? Jullie voedsel gaat toch niet rechtstreeks jullie ledematen binnen; voeten hebben toch geen mond of slokdarm om de voor hen geëigende voeding op te nemen? Ook de handen en vingers hebben dat niet en zo heeft jullie lichaam nog een heleboel grote en kleine delen die jullie niet allemaal apart hoeven te voeden.
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Vanaf het plafond hangt aan een massieve gouddraad echter nog een krans, die even groot is en niet rechtop, maar horizontaal boven de rechtopstaande geplaatst is, dat wil zeggen boven die, welke aan de groene middenzuil is bevestigd; verder lijken ze volkomen op elkaar. Kijk, dat is de vorm van het voor jullie zo moeilijk te beschrijven sierstuk van zo'n zuilenrondeel.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] We zijn over de boom in deze scheepvormige bak al in de vorige galerij te weten gekomen dat hij uit de vaas vandaar naar hier is overgeplant nadat hij daar de juiste grootte had bereikt. Wat gebeurt er echter hier met hem als hij ook hier voor deze bak te groot wordt? Lanen als deze zijn we al eerder gepasseerd. Wanneer de boom hier vrucht heeft gedragen dan worden de vruchten verzameld en wordt hij zonder veel moeite naar buiten in de lanen en de andere boomgroepen geplaatst, waar hij dan voortdurend kan bloeien en overvloedig vruchten kan dragen. En heeft hij daar eenmaal zijn dienst gedaan, dan legt men zijn hout, takken en gebladerte op het altaar dat jullie als eerste in de laan hebben gezien. Op dit altaar wordt het aangestoken en dus aan God geofferd. Dat is dus het lot van de boom, - maar wij hebben nog de bak voor ons.
Hoofdstuk 36: Derde verdieping. Het karakter van de verstandsontwikkeling in overeenstemmende vormen en kleuren - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Wat de bouwstijl betreft, deze lijkt volkomen op die van de eerste twee galerijen die we al gezien en betreden hebben. Alleen zijn de imposante zuilenrondelen die de volgende verdieping dragen iets meer naar binnen geplaatst dan die van de vorige galerijen.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Heerlijk is de grond waarop men wandelt, overal vrij en zonder hindernis, en blauw is zijn kleur, vol zachte glans; zo is ook het vrije bewustzijn van de geest dat zich in een onveranderlijke standvastigheid openbaart. Maar in het midden van de vrije ruimte zijn piramiden geplaatst. Dat zijn grafmonumenten; maar wat hebben die te betekenen? Jullie zouden willen zeggen: misschien het gehele afsterven voor de wereld. Dat, mijn lieve broeders en vrienden, gebeurt reeds tijdens de reis door de drie lanen.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] In het midden van dit grote bomenrondeel is een zuil geplaatst die er precies zo uitziet als bij jullie op aarde een waterhoos eruit zou zien. Kijk nu hoe als het ware water in een wervelende beweging bruisend op en neer lijkt te gaan, waarbij elke draaibeweging voortdurend in duizend afwisselende kleuren schittert. Bekijk deze zuil eens en voel er eens aan. Hij is bij al deze schijnbare levendigheid zo hard als diamant. Waarlijk, uit de mond van degene die dit zo sierlijk samengestelde en bewerkte materiaal niet wonderbaarlijk vindt, zou ik graag willen horen wat hij dan wel een wonder noemt.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Het zijn maar twaalf treden; we zullen er heel gemakkelijk tegenop lopen. Dus maar naar boven! We zijn in de galerij. Bekijk toch eens het plaveisel van deze galerij. Lijkt het niet op een zich ver uitstrekkende, rondlopende vlakte van de allerfijnst geslepen diamant ter breedte van tien klafter, volgens jullie aardse maateenheid? Bekijk het eens nauwkeurig. Er zijn nergens voegen te ontdekken, dus zijn het geen tegels, maar volkomen één geheel. Bekijk ook eens de zuilen die aan de binnenkant staan ofwel de binnenste rij vormen. Om elke zuil loopt een wenteltrap van het allerprachtigste robijn. De trap is voorzien van een leuning met sierlijke spijlen van wit goud en bovenop elk van de vele spijlen van de leuning is een lichtblauwe, stralende bol geplaatst, waarvan een wonderbaarlijk, liefelijk licht uitgaat.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wat zullen we daarom hier nu doen? Jullie zeggen: hoe zou het dan zijn als we als geesten door de materie zouden rennen? De Heer is toch ook door gesloten deuren bij Zijn apostelen gekomen.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Wijzen van hoog aanzien weten weliswaar uit de gesprekken met de geesten dat er zich op hun wereld nog talloos vele bewoonbare gebieden bevinden, maar dat weten ze alleen onder het zegel van voorlopige strenge geheimhouding, en zij delen het eveneens slechts mee aan hen die in de diepere geheimen van de goddelijke wijsheid wensen te worden ingewijd.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] De mensen op deze centraalzonnenwereld is weliswaar niet de eindeloze genade ten deel gevallen, waarin hun door de Heer zelf de juiste en kortste weg door middel van Zijn eigen heilige mond geleerd en aangetoond werd, en waarbij hun niet slechts een zwak schijnend lampje maar een hele centraalzon voor hun bordje werd geplaatst, maar desondanks is het voor hen niet onmogelijk om het bordje van het eeuwige leven in hun hart te vinden en daarnaar hun leven in te richten. Zij leven trouwens ook lang genoeg om zich daarvan innerlijk bewust te kunnen worden, want er zijn daar mensen die zo oud zijn als een half mensengeslacht op jullie aarde. Bovendien zijn zelfs de zielengeesten van de gestorvenen, als zij dat willen, tot dezelfde 'incarnatie' in staat als in hun lichamelijke leven. Tussen beide levens van de mensen op deze wereld bestaat er sowieso al geen al te groot verschil, want ze kunnen elkaar altijd, zo vaak ze maar willen, zien en spreken.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De oudste zegt: wel mijn dochter, je hebt de voorwaarden van Gods grote genade gelezen; wat wil je nu doen? De dochter zegt: ik wil mijn steeds sterker wordende liefde volgen en naar mijn en jouw God toegaan en als ik daar zal zijn dan zal ik, als de Heer het wil, jou gedenken opdat ook jij en nog vele anderen mij mogen volgen. Ik weet wel dat ook deze wereld prachtig is en dat wij altijd kunnen omgaan met de zuivere geesten die een fijner lichaam hebben aangenomen dan het onze. Wij kunnen hun hoge zaligheid zonder veel moeite aanschouwen en deze is van dien aard dat ze voor ons de zaligheid van het natuurlijke leven niet vertroebelt. De zalige geesten van deze wereld hebben immers echt niet veel op ons voor, behalve dan dat zij, als ze willen, omhoog kunnen gaan en zich sneller kunnen bewegen dan wij in onze natuurlijke toestand, want wij kunnen ons niet zoals zij omhoog bewegen naar de ruimten van het sterke licht.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Daar staan we al bij de toegangspoort, maar naar het mij voorkomt en jullie zeker ook, komen we rechtstreeks van de regen in de drup. Kijk maar eens naar de nauwelijks onder woorden te brengen pracht van de toegangspoort zelf? Ze heeft de volle hoogte van de eerste verdieping, dus een hoogte van ongeveer dertig klafter en een breedte van twaalf klafter. De zijpilaren van de poort zijn massieve diamanten palen, precies vierkant en de vlakken van beide pilaren zijn nog versierd met drie naast elkaar gelegen stroken van rode, blauwe en groene helder glanzende sterren. De boog van dit portaal is vervaardigd uit kostbaar witte zonnesteen en is eveneens versierd met mooi gerangschikte rode, blauwe en groene sterren. Boven het portaal, dat wil zeggen boven de boog daarvan, bevindt zich nog een massieve roodgouden balustrade en bovenop de leuning van de balustrade zijn op gelijke afstand ronde bollen van allerfijnste en kostbaarste witte zonnesteen geplaatst die een buitengewoon mooi wit licht uitstralen. De poortdeuren zijn vervaardigd van kunstig opengewerkt, fijn goud en zijn met kruisbanden van wit goud overtrokken, waarin alle mogelijke soorten allerzuiverste en mooi geslepen edelstenen bijzonder sierlijk zijn ingelegd.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Uit deze enkele aangehaalde teksten, waarvan er nog heel veel zijn, kunnen jullie echter al duidelijk genoeg opmaken waar het vooral in het rijk der geesten op aankomt.
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Toen mijn broeder jullie voorheen in zijn sfeer rondgeleid heeft, moest hij eveneens zijn schepping vasthouden, anders hadden jullie bitter weinig te zien gekregen. Voor de zuivere, volmaakte geest is dat gemakkelijk, omdat hij zijn wilskracht volkomen vanuit de Heer heeft. Jullie hebben je wil weliswaar ook uit de Heer, maar hij is nog niet standvastig en volmaakt genoeg om hem evenals de volmaakte geesten overal te kunnen fixeren. Daarom zeg ik jullie dit nu ook, opdat jullie mogen weten hoe men in de geest leeft en de schat van zijn geestkracht behoudt.
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Jullie zeggen weliswaar: dat kan men zich inderdaad gemakkelijk van Gods geest voorstellen, maar of voor het behoud van de dingen ook dezelfde standvastigheid van andere, Hem vertrouwde geesten nodig is, dat is niet zo duidelijk.
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93  ...