Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 792 van 1088

...  780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805  ...
[13] Deze ontvangst viel niet in de smaak bij Gurat; hij werd woedend, liet al deze onderpriesters geselen, verplaatste hen toen naar de verre oevers van de zee en stelde vervolgens heel andere onderpriesters aan, die hem bijzonder welgezind waren.
Hoofdstuk 240: Gurat onderzoekt de nieuwe priesterlijke instellingen. Koning Gurats ontmoeting met de priesters. De koppige, maar goede en waarschuwende woorden van de voormalige opperpriesters. De verbanning van de opperpriesters. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Weet je, koning, wat we doen? - Zie, we nemen de trap weg, en de hooglanders moeten dan maar zien hoe zij naar ons toekomen, dat wil zeggen, wij houwen alle mogelijke toegangen tot het hoogland tot honderd manshoogten loodrecht af, dan moeten de hogen maar vleugels aan laten groeien als zij naar ons toe willen komen!
Hoofdstuk 241: De opperpriestergeneraal spreekt voor de raad der priesters over zijn geestelijke beleidsplannen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De ingenieurs onderzochten de mogelijke toegangen tot het hoogland en vonden er ongeveer vijftig, die in het uiterste geval van boven af wel begaanbaar gemaakt konden worden. Maar als iemand van beneden naar boven zou willen, dan zou hij wel tot aan de vele muren van de kloven komen, maar er overheen komen was niet mogelijk daar zij torenhoog waren; de bewoners van het hoogland konden echter met touwladders over de muren afdalen en dan vandaar ook de vlakte van het laagland bereiken.
Hoofdstuk 242: De hooglanders worden geïsoleerd door de steil afgesloten berghellingen. De energie van de oervolkeren. De bouw van de nieuwe heidense tempels. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Die toverkunsten hielden het volgende in: tijdens bedevaarten naar deze miraculeuze tempel en de afgod werd de enorm grote kop door een hefboom aan de binnenkant voortdurend op en neer bewogen. Verder was er binnen in de buik een krachtige blaasbalg aangebracht. Daarmee werden rook en vaak ook vlammen door de muil van de os naar buiten geblazen, waarop het dan in de os geweldig begon te donderen.
Hoofdstuk 243: De beschrijving van enkele afgodentempels. De ossentempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar waarom was deze tempel dan zo bedenkelijk? - Een nadere beschrijving ervan zal dat duidelijk maken!
Hoofdstuk 244: De zonnetempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Als het volk er dan naartoe ging en zich ervan overtuigde dat het altaar van vaste steen was waar geen natuurlijk mens doorheen kon dringen, dan zag het de priester voor een hoger wezen aan. Daarop dekte de priester het altaar weer toe, mompelde enkele onverstaanbare woorden, klopte dan driemaal op het deksel van het altaar, en meteen ging het deksel weer omhoog en een tweede priester kwam met reukwerk tevoorschijn.
Hoofdstuk 244: De zonnetempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Op ieder heuvel was een open zuilentempel gebouwd en iets lager - bijna aan het meer - bevonden zich de gebouwen waarde priesters in woonden, die echter geen deuren hadden die duidelijk aan de gebouwen te zien waren, maar aan de andere kant van de heuvel liep een tunnel en alleen daardoor kon men in het gebouw komen; evenzo ging ook een onderaardse gang van ieder woongebouw naar de tempel op de top van de heuvel.
Hoofdstuk 245: De tempel van de wind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Vanaf de pijler liep een onderaardse leiding met een doorsnee van meer dan twee voet, ongeveer tweehonderd vadem neerwaarts naar een geheel verborgen kunstmatige grot. In deze grot, die zo groot was als nu een betrekkelijk grote kerk, bevond zich een machtige door een waterrad aangedreven blaasbalg, die iedere seconde zo'n tienduizend kubieke voet lucht door de genoemde buis naar een van de tempels vervoerde. Vanzelfsprekend had iedere tempel zijn eigen blaasbalg in het ravijn.
Hoofdstuk 245: De tempel van de wind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Als de tempels geheel door mensen omgeven waren, kwamen opeens door een verborgen deur die kunstig in een zuil was aangebracht de priesters als tevoorschijn getoverd de tempel in, gaven door middel van een vlag een teken naar de omgeving waar de geheime blaasbalg zich bevond, en onmiddellijk zetten de machinisten de balg volop in bedrijf, en uit de open blaasmonden van de vier kolossale koppen aan de pijler begon zo'n machtige luchtstroom te blazen dat die op een afstand van twintig vadem nog orkaansterkte had.
Hoofdstuk 245: De tempel van de wind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Dit eiland was door de watergoden uitgezocht en zij bouwden in het midden ervan een zeer imposante burcht, waaromheen een brede gracht was gegraven die van honderd kunstige fonteinen haar water kreeg.
Hoofdstuk 246: De tempel van het water. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Op het eiland waren ook heel wat logementen waarin de gasten zoveel mogelijk opgelicht en uitgeknepen werden; en voor de priesterlijke vissers en schippers van dit meer waren er ook vele verdiensten. Naar het eiland toe werd iedereen wel gratis vervoerd; maar des te meer moest men voor de terugreis betalen.
Hoofdstuk 246: De tempel van het water. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Ik denk dat men over deze gruwelijkheden niet nog meer hoeft te vernemen! Daarom zullen wij dadelijk weer naar nog loffelijker zaken overgaan!
Hoofdstuk 246: De tempel van het water. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De altaren waren koperen cilinders die helemaal met fijngestampte puimsteen waren gevuld. De aardolie steeg nu volgens de wetten van de aantrekking door de poriën van de puimsteen rijkelijk door de cilinder heen naar boven, en men hoefde slechts met een vlammetje over het vette oppervlak van het altaar te bewegen of er brandden heldere, zeer witte vlammen, die op het zogenaamde Bengaalse vuur leken.
Hoofdstuk 247: De tempel van het vuur. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] De tempel was buiten de poort gebouwd die naar de kinderen Gods leidde en waarachter het gebergte al spoedig begon.
Hoofdstuk 248: De liefdestempel in Hanoch met zijn tuin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] In het midden van de tempel was in wit marmer op een zwaar verguld voetstuk Naëhme prachtig uitgebeeld, geheel naakt in een ietwat kolossale grootte, en aan de pijlers waren op lagere voetstukken naakte mannenbeelden geplaatst, in volle opwinding met hun gezichten naar de naakte Naëhme gekeerd.
Hoofdstuk 248: De liefdestempel in Hanoch met zijn tuin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  780 - 781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805  ...