Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 793 van 1037

...  781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806  ...
[9] Kijk, dit is de zogenaamde rooms-katholieke hemel, waarin de meeste vrome rooms-katholieken komen als zij liefdevol en nauwgezet naar hun geloof hebben geleefd. Daarom is deze hemel veeleer een `proefhemel' dan een echte blijvende. Hoe zich dit allemaal ten opzichte van elkaar verhoudt zullen we in de loop van de nadere beschouwing van deze hemel nog duidelijk te zien krijgen.
Hoofdstuk 47: De 'rooms-katholieke' hemel. In de uiterste middag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Kijk, nu begeeft zich de processie naar een kleine heuvel. Ook wij zullen de stoet daarheen volgen. Deze heuvel is zeer misleidend, want hij kan niet zo gemakkelijk worden beklommen als men op het eerste gezicht zou denken.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De weg die daar naar boven loopt is de eigenlijke `katholieke hemelweg'. Als men daarlangs op de eerste, voor ons zichtbare hoogte aankomt, ziet men pas een tweede die weer hoger ligt. Is men op deze tweede hoogte beland, dan ontdekt men pas weer een derde en dat gaat zo verder al naargelang de gemoedstoestand van de `hemelvaarders'. Soms moeten ze meer dan duizend van zulke hoogten bestijgen eer ze bij de zogenaamde `hemelse wolkenregionen' aankomen.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Hebben ze weer zo'n vijftig hoogten overwonnen, dan wordt aan de geestelijke gevraagd of men na zo'n lange reis niet wat mag uitrusten. Dan geeft de geestelijke hun het volgende antwoord: `Bid zonder ophouden'. In de geestelijke wereld betekent dat, dat men nooit mag rusten als men eenmaal op weg is naar de hemel. Want men moet heel goed weten dat de trage en de lauwe door de mond Gods wordt uitgespuwd en niet wordt binnengelaten in het hemelrijk. Daarom moeten ze maar al hun krachten verzamelen en verder gaan totdat ze gelukzalig de poort van de hemel hebben bereikt. Na zulke vermanende woorden trekt de stoet weer verder.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Dan zegt de geestelijke: ja, lieve schapen van mijn kudde, hier is pas het moment gekomen, dat er voor het hemelrijk geweld nodig is; zij die het met geweld naar zich toetrekken zullen het bezitten. Tevens verordent de geestelijke nog dat men van nu af aan bij elke nieuw te beklimmen hoogte een psalm van David moet bidden. En zo gaat de stoet dan met veel moeite weer voorwaarts.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Zoals jullie zelf met je innerlijke ogen kunnen zien, staat de helft van het gezelschap op en beklimt weer op handen en voeten de wel heel steile hoogte. Sommigen komen bovenaan, maar anderen die minder kracht hebben, glijden weer naar beneden. De geestelijke vraagt aan degenen die al boven zijn of er nog een hoogte komt. Zij roepen terug: victorie!!! Er is geen hoogte meer; we staan aan het begin van een uitgestrekte vlakte. Heel in de verte zien we ook al het hemelse wolkendek en in het midden een sterk licht. We kunnen alleen nog niet ontwaren wat het is.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Kijk nu, iedereen staat op en zet al zijn krachten in om naar boven te komen. De geestelijke bindt de monstrans op zijn rug en klimt eveneens zo goed en zo kwaad als het gaat op handen en voeten naar boven.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Opnieuw gesterkt begint men aan de tocht over deze uitgestrekte hoogvlakte en zie eens hoe bijzonder vlug onze stoet zich hier nu voortbeweegt. De hemelse wolken komen alsmaar dichterbij en we bevinden ons reeds onder het hemelse wolkendek. Jullie zien daar een hoge muur met daarin een gouden poort, die echter gesloten is. De geestelijke treedt naar voren en zegt: lieve kinderen, we hebben gevraagd en ons werd gegeven; we hebben gezocht en hebben gevonden. Nu komt het op het kloppen aan. Dus mag de drager van het kruis daarmee het eerst aankloppen en wel drie keer: in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, dan zal de poort zeker worden opengedaan.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Wat moet hij nu doen? Hij wordt hierover door zijn medehemelbestijgers met vragen bestormd; tevens wordt hem ook gevraagd waar dan de treden naar de hemel zijn. En de priester zegt: ik denk dat deze geweldige bergterrassen de treden zijn, vandaar dat jullie nu zelf ervaren hoe gezuiverd van elke zonde men moet zijn, wil men er op deze enorme hemeltreden niet door belast worden. Verder zegt hij nog: we zullen ons hier moeten opsplitsen, want het zou wel eens kunnen zijn, dat we op de volgende trede, omdat de ruimte steeds krapper lijkt te worden, niet meer allemaal een plaats kunnen vinden om daar tijdens het lof voor de Heer en de goddelijke drie-eenheid uit te rusten. Daarom gaan jullie, die het dapperst zijn, vooruit. Rust boven zolang uit totdat jullie zien dat wij hier opbreken en beklim dan onmiddellijk de volgende trap, als er nog een mocht zijn.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Eindelijk na veel moeite en inspanning hebben gelukkig allen deze laatste hoogte beklommen, loven nu de geestelijke en zeggen: dit is toch een duidelijk bewijs dat niemand zonder zo'n geestelijke leidsman in de hemel kan komen. Maar de geestelijke zegt: ja, geliefde kinderen, dat is wel waar omdat God het Zelf zo heeft bepaald, maar niet mij, alleen God komt de eer toe! Want als ik naar mezelf kijk dan heb ik jullie in zekere zin eerder door vroom bedrog dan door mijn inzicht naar hier gebracht. Daar echter de Heer Zijn apostelen zelfs heeft aangeraden om slim te zijn, ben ik daardoor voor jullie gerechtvaardigd en het welslagen van mijn leiding toont jullie nu aan, dat ik jullie volgens de leer van onze alleenzaligmakende kerk volkomen redelijk en getrouw heb geleid. Laten we ons hier dus weer in de bekende volgorde opstellen en op weg gaan naar het eeuwige doel.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Jullie kennen de velerlei voorstellingen van de hemel die vooral in de katholieke kerk gangbaar zijn. Zouden jullie niet volledig in die voorstellingen zijn ingewijd, dan worden jullie dat hier wel degelijk. Kijk dus naar voren; ons talrijke gezelschap volgend, naderen we al de eerste scène.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Onze gast zegt: o beste vriend, ik zeg je, geenszins; ik ben volkomen tevreden als ik tenminste maar een dienaar zoals jij zou mogen zijn, om op die manier toch wat beweging te hebben. Of als het geoorloofd zou zijn om tenminste zo nu en dan in deze mooie tuin wat rond te wandelen; dat zou dan naar mijn mening deze hemelse zaligheid aanzienlijk verhogen!
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] De gast zegt verder: beste vriend, sta me nog één vraag toe: is deze bodem alleen hier in de omgeving van deze tafel zo stevig, of is hij overal zo? De bediende zegt: vriend, waarom vraag je naar dingen die je niet aangaan? Hier, waar jij jouw zaligheid geniet, zie je heel goed dat de bodem voor eeuwigheden stevig genoeg is. De uitgestrekte tuin hoef je bovendien niet te betreden; waarom zou jij je om zijn stevigheid bekommeren. Omdat je mij echter gevraagd hebt, wil ik je wel zeggen dat de tuin overal dezelfde stevige ondergrond heeft, anders zou hij ons immers niet dragen als we voortdurend overal de overvloedige vruchten voor deze eeuwige tafel verzamelen en ze hiernaartoe brengen.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] De tafeldienaar zegt: gebeuren zou er niets, maar je weet toch dat God niet graag ziet dat een zalige geest niet met Zijn voorschriften tevreden zou zijn. Wat er dus met jou zou kunnen gebeuren kan ik je niet goed uitleggen, maar zoveel is zeker, dat jouw lege plaats direct zou worden ingenomen en dat jij dan verder weer onderaan zou moeten aanschuiven. Trouwens, mijn lieve vriend, ik zie dat jij tijdens ons hele gesprek nauwelijks één keer naar de drie-eenheid hebt opgekeken, terwijl er gezegd is dat jullie onafgebroken God zullen aanschouwen!
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] De gast zegt: beste vriend, dat is allemaal goed en wel, maar kijk, mijn hele wezen snakt naar meer vrijheid en indien mogelijk ook naar een of andere bezigheid, want bij God, ik moet je zeggen: zoals het nu is, houd ik het geen moment meer uit, laat staan een eeuwigheid! 25 Kijk nu, onze gast staat op en loopt weg zo hard hij kan en zoals jullie goed kunnen zien, vindt zijn voorbeeld navolging. De tafeldienaren zitten hen achterna en als ze hen hebben ingehaald zullen ook wij hen inhalen en dan onze verdere beschouwingen houden en zien hoe deze geschiedenis zal aflopen. Maar nu genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  781 - 782 - 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806  ...